Page 2 of 116

September is the new January

Oh yes. Zo voelt het zeker. Toen het gisteren om 21u al bijna volledig donker was werd het nogmaals bevestigd: tijd voor een overgangsperiode.

Het voorjaar – de zomer – het najaar. Zo simpel bestaat een jaar in mijn hoofd. Het najaar begint in mijn beleving op 1 september ook al is het technisch gezien nog zomer. Die dag voelt hoe dan ook altijd als een nieuwe start en de vele boekentasfoto’s op Instagram zijn daar een onderdeel van. Ook al ben ik al sinds eind juli terug aan het werk, er is toch een verschil als alle gezinsleden ineens weer verschillende moetjes op de kalender hebben staan. De jeugd mocht de voorbije maanden lummelen, spelen en naast hun huishoudelijk taakjes werd van hen niet zo heel veel intensieve arbeid verwacht. Ik voorspel het volgende weekend een vermoeide kroost (zeker omdat de kleinste de komende week al op driedaagse gaat met de klas).

Maar tegelijkertijd ben ik wel content. Wie mij een beetje kent weet dat ik nog een structuurbeestje ben. Weekmenu’s, budgetplanning, to-do-lijstjes. Ik doe niets liever, ik heb altijd wel ergens een lijstje liggen. It’s my thing! En een verse periode staat garant voor een nieuwe planning.

Ik begin ook de “Geen Nieuwe Spullen-challenge” (zie mijn andere blog Minimaliese) en daarmee heb ik ook mijn YNAB-budget weer volledig up-to-date gezet.

Dus klaar voor!

En jij?

“Niemand werkt hier ook ooit mee!”

De 15e augustus, klassiek ook wel “half oest” genoemd is al enkele jaren een kantelpunt in de vakantie bij mij. Het is namelijk het moment waarop ik officieel de jongens niet meer goed kan verdragen. Ze zijn al 7 weken in verlof, hun tempo is absoluut niet meer in lijn met het mijne en ze zijn elkaar grondig beu wat leidt tot voldoende frustraties, discussies en ruzies.

En toegegeven, ik ben daar ook een groot deel van, soms zelfs de aanstoker, ik moet daar niet over zwanzen, dat is zo. Ik gefrustreerd, zij gefrustreerd, kortom: één gefrustreerde boel.

Mijn frustraties komen er ook niet zomaar. Het is veelal een opeenhoping van allerlei kleine dingetjes die ineens in zo danige getale aanwezig blijken te zijn dat ze me meesleuren in een vicieuze cirkel van zagen, zeuren, fretten en janken. En dan heb ik nog maar over mezelf alleen. Laat staan dat ik dan nog in interactie moet treden met twee opgroeiende tieners. Kortom: het komt niet altijd goed de voorbije dagen. De sfeer zit er niet echt in, ik heb al meerdere keren gezegd “dat het tijd is dat weer school is” zodat de jongens over deze opmerking extra gefrustreerd met hun ogen kunnen draaien en de boel lekker kan escaleren tot iedereen donderwolken boven zich heeft hangen.

De grootste oorzaken zijn vooral: de grote bergen rommel waar ik hen continu op moet aanspreken, het constant moeten herhalen van de planning van de dag, hun eeuwige gevraag over wat we nog allemaal gaan doen en de belangrijkste vraag: wat en wanneer we gaan eten!?? Daarnaast is er discussie over wie mee moet op de geplande uitstappen en wie mag thuisblijven en verder lekker rommel mag maken. Eens die oorlog is uitgevochten en ze beiden slechtgezind in de wagen zitten is er hun gebitch tegen elkaar over hoe de ene naar de andere kijkt en hoe zwaar de andere in de ene zijn gezicht ademt. Komt daarbij dat het huis niet proper genoeg is naar mijn gedacht en ik vind dat iedereen verantwoordelijk is om ervoor te zorgen dat ik niet in elke ooghoek vuiligheid zie liggen “want niemand werkt hier ook ooit mee”. Dan ga ik als een halve maniak ineens beginnen stofzuigen en dweilen “want het is hier smerig en niemand doet hier iets”.

Dus mijn vermoeden “dat ik er wellicht ook iets mee te maken heb” is met deze blogpost volledig bevestigd.

– end of rant –

“We gaan dan hier blijven hé.”

“Ik ben alweer moe”.

“Neen, al drie weken terug aan de slag” als er gevraagd wordt of ik nog in verlof moet gaan. Het waren ook drie enorm pittig weken waardoor ik ’s avonds weinig energie over had om nog veel sociaal te doen. Een beetje sport, een doucheke en verder het huishouden trachten op de rails te houden. En uiteraard een beetje zagen dat het lastig is….

“We zijn dan hier hé 👋👋👋”

Jij, ik en elke instagrammer op vakantie. Comedian Jake Lambert steekt graag de draak met de clichézinnen die gestrooid worden op social media tijdens vakanties. “Don’t mind if I do” “Could be worse” “Vitamin Sea”. Een feest van herkenning en guilty as charged!

“Stop een keer met ademen in mijn richting”

Mijn tiener tegen mijn jongste zoon. Veel uitleg hoef ik daar niet bij te verschaffen zeker?

“Maar heb jij zoveel dorst? Mo gow zeg, kom zjere ier”

Een crazy plantmom -ik noem geen namen- terwijl ze naar de wasbak wandelt met één van haar 52 verslokerde kamerplanten.

“En morgen eens uitslapen hé!”

Een moeder-ik noem geen namen- tegen haar jongste zoon die ze elke dag uit zijn bed moet pellen behalve in het weekend. Dat de moeder in kwestie ook nooit uitslaapt, dat laten we voor het gemak achterwege. Ze pakt wel altijd het ochtendlicht mee.

De parking is weer open.

Sinds ik thuis ben gekomen van Oostenrijk ben ik precies weer in “to-do-modus” geschoten. Lijstjes aanmaken, ideetjes noteren, vooruit denken en vooral plannen maken. Er is weer roering in mijn hoofd.

Als ik op reis ben valt mijn hoofd precies stil. Het voelt als een ondergrondse parking die buiten gebruik is. Eens we terug thuis zijn dan gaan de groene lichtjes weer aan: “250 vrije plaatsen”. Het slagboompje gaat zonder problemen omhoog en naar beneden. Alle to-do’s beginnen op hun gemakje weer rond te rijden. Als ik erbij stilsta: zo gaat het gewoon continu in mijn parkinghoofd. To-do’s die het hele jaar rondrijden op zoek naar een plekje, geparkeerd worden en eens afgewerkt mogen ze de parking weer verlaten door de slagbomen. Lijstjes helpen me bijhouden wie waar geparkeerd staat en hoe lang ze daar al staan. De to-do’s die er te lang blijven staan zorgen voor hoge mentale parkeerkosten, de kortparkeerders kruis ik vlotjes af zonder al te veel te betalen.

Ik moet er mij bij neerleggen: die chille sfeer van op reis vasthouden in mijn hoofd blijkt niet mogelijk. Het is de aard van het beestje: wikkelen en bezig zijn. Zijn er 250 vrije parkeerplekken, dan gaan die vlotjes allemaal bezet zijn.

De 7 ge’s

Gehiked

Ahja vaneigens, we zijn in Oostenrijk. Als je hier niet hiket dan moet je het nergens doen. We doen wel op ons gemak want als we elke dag tientallen kilometers zouden plannen dan komt er gegarandeerd protest van de jeugd.

Gezwommen

Het zijn vooral de jongens die vragen om te gaan zwemmen, zelf zou ik daar niet direct voor kiezen. Ik vind het altijd een gedoe: het omkleden en dan in zo’n klein kotje jezelf achteraf droog genoeg proberen te krijgen zodat je je kleren treffelijk rond je krijgt (lukt ook gewoonweg nooit). Maar eens ik in het water ben dan amuseer ik me wel. Ik voel ook wel dat het deugd doet om gewoon baantjes te trekken. Gisteren kon ik dat in een openluchtzwembad met zicht op de bergen, het was er lekker rustig waardoor het enorm ontspannend was om gewoon weg en weer te gaan. Ik zit nu met de idee om meer te gaan zwemmen maar ik vermoed dat -eens thuis- die plannen gaan verwateren.

Gewisseld

Van regenjas naar topje naar extra trui aan en ook weer uit. Het weer in Oostenrijk is zeer onvoorspelbaar. Het ene moment is het een zalige zon met 25 graden op je snoet en een kwartier later kan het ineens beginnen regenen. Ook bij uitstappen naar de hoogte heb ik telkens een hele lading kledij aan en uit te trekken. Op het hoogste punt was het met moeite 14 graden terwijl het in het dal zo’n tien graden warmer was. Na enkele Oostenrijk-reizen zijn we hier al op ingespeeld en weten we dat voldoende laagjes dragen de beste optie is.

Geslapen

Gisteren hadden we een dagje zonder plannen en dat was blijkbaar exact wat mijn lichaam nodig had na alle buitenlucht. Ik sliep tot 7u35, een persoonlijk record want veelal ben ik tussen 5u30 en 6u30 uit de veren zelfs op vakantie. De magische truc om lang te slapen heb ik echter nog altijd niet gevonden.

Gelezen

In de wagen las ik een bibliotheekgok. Ik word wel degelijk beïnvloed door andere lezers op Instagram en Goodreads want van “Overgave op commando” herkende ik vooral de kaft.

Ik kan alleen maar zeggen dat ik het in twee trekken heb uitgelezen en de enige reden waarom ik ben gestopt is omdat we een tussenstop deden.

Gemoederd

Na een redelijk korte maar stressvolle examenperiode voelt het goed dat de jongens gewoon lekker mogen chillen. Geen moetjes aan hun hoofd, enkele weken schoolvrij. Linus ging het voorbije schooljaar niet graag naar school (“Alles is saai!”) en Ilja heeft er een hobbelachtig parcours opzitten maar eindigde het tweede middelbaar wel met voldoende overschot om rustig door te schuiven naar een bepalend derde jaar. Ik ben blij dat ik ze eens fulltime bij me heb maar ik merk wel dat ik strenger moet moederen dan andere jaren. Twee tieners vragen toch regelmatig om bijsturing in taalgebruik, wild gedoe en weerbarstigheid. De boys kunnen het veelal goed met elkaar vinden maar er zijn ook momenten waarop er geklopt en gescholden wordt. Al spelend gaan ze ook soms heel bruut met elkaar om waardoor het heel regelmatig nodig is om de boel gewoon stil te leggen voordat het helemaal escaleert. Onderstaand beeld zegt meer dan de woorden:

Gemist

De minimaliese in mij zit ver weg als het over mijn koffie gaat. Sinds enkele maanden hebben we een koffieapparaat thuis en dat is het enige wat ik mis als ik op vakantie ben: een goeie tas koffie ’s morgens. Dat is het als je jezelf verbetert met materiaal. Eens je iets hebt kan je het niet meer missen. Ik vind het best confronterend dat ik daar zo materialistisch in ben. Hoor ik daar firstworldproblems echoën vanuit de bergen?

Hoofdstuk 2: Vakantie

In week 2 van het verlof begin ik lichtjes te ontspannen. Dat klinkt alsof ik continu een uptight control freak ben maar dat is helemaal niet wat ik bedoel. Ontspannen op commando “omdat het nu eenmaal verlof is”….dat werkt niet bij mij en ik vermoed dat ik niet de enige ben.

Ik heb het gewoon nodig om thuis weg te zijn om die mentale ruimte te krijgen. Ook al werkte ik niet in de eerste week, het was pas naar het einde van week 1 toe dat ik voelde dat ik verlof had. Ik sliep zowaar eens tot 7u36, dat is een unicum. Mijn hoofd heeft die afwezigheid van thuis nodig om tot rust te komen. Ergens is het ook wel een klein beetje jammer, dat besef ik wel, dat thuis zijn niet voldoende voor ontspanning kan zorgen, alsof er altijd iets is “wat nog vlug even moet of kan” en dan voorrang krijgt.

Zaterdag voor ons vertrek naar Oostenrijk had ik een “thuisdagje” ingepland. Lees: geen afspraken, een dagje om het huis op orde te zetten, valiezen te maken en de nodige boodschappen te doen voor de autorit.

Vreemd genoeg voelde dat reisruimen zeer ontspannend. Alsof ik tijdens het kuisen een rustig slot aan het schrijven was aan het deel van de thuisweek zodat het volgende hoofdstuk “vakantie” gestart kon worden. De gedachte aan thuiskomen in een huis waar geen werk in is vind ik ook wel ergens ontspannend dus ik vermoed dat het een goed idee was om het zo aan te pakken.

Het tokkelen met een uitzicht is nu ook niet bepaald lastig in Oostenrijk. Gisteren was een regenachtige dag maar dat gaf ons wat tijd om op onze plooi te komen en niet meteen in de wandelstartblokken te gaan staan want ik hoor de echo van de bergenlokroep heel sterk als ik over ons balkon tuur.

To blog or not to blog

In het archief van deze blog kan ik scrollen tot in mijn zwangerschapsverlof van mijn oudste zoon, hij gaat in september naar het derde middelbaar. Om maar te zeggen: damn zeg, veertien jaar teksten!

Deze blog is een online plek waar herinneringen maar ook een lading hersenspinsels gedropt werden en dat is het eigenlijk nog altijd. De insteek blijft hetzelfde, de invulling is enigszins wel bijgestuurd en daar heeft Instagram een grote rol in gespeeld. De opkomst van Instastories is de doodsteek geweest voor veel blogs. Mijn eigen blog heeft er ook zwaar onder geleden want waar ik vroeger bijna wekelijks iets schreef mag ik nu van een succes spreken als dat twee keer per maand gebeurt. Ik herinner me nog corona-lockdowns waarin we 14 dagen moesten binnen blijven en ik quasi dagelijks wist wat schrijven. In tijden van verluchting gingen we van wanhoop naar luchtigheid.

Hoewel Instagram nog altijd mijn favoriete sociale media-app is blijft deze blog me zeer dierbaar. Ik ben ook helemaal niet van plan om hem op te geven, we go way back! Hoe je het ook draait of keert: bloggen was er eerst en veel van mijn huidige insta-connecties zijn mensen die in eerste instantie bloggers waren (of nog altijd zijn).

Ik voel wel dat er woorden in mijn vingers zitten. Maar net zoals met elke spier moet ook de schrijfspier getraind worden. Vroeger kwamen zinnen, woorden en bedenkingen in mij op tijdens de dag en kon ik die de volgende dag netjes in tekst gieten. Maar de laatste tijd merk ik echt dat er een vicieuze “niet-schrijven-cirkel” is ontstaan. De voorwaarden zijn als het ware strenger geworden: het moet rustig zijn in huis, ik moet voldoende tijd en ruimte hebben, mijn hoofd mag niet te vol zitten…Tegelijkertijd besef ik ook dat ik die blokkades zelf veroorzaak. Het is nooit rustig in huis want hier wonen twee tieners, er is tijd en ruimte maar nooit voldoende om iets af te werken en een leeg hoofd… dat is simpelweg een illusie, hoe kan ik dat eigenlijk nu pas beseffen?

Dus misschien moet ik maar leren omgaan met al die factoren en mezelf aanleren om regelmatig stil te staan en er een stylo bij te nemen. Meestal zijn enkele woordjes genoeg om een volledige gedachtereeks neer te pennen.

Dus deze post heeft eigenlijk geen punt. Of het zou moeten zijn: deze blog bestaat en dat zal niet veranderen. Integendeel: ik wil meer posten!

Vijf losse woorden.

Ik sleep altijd wel ergens een notitieboekje mee. Of ik WhatsApp berichten naar mezelf. Soms zijn dat hele lappen tekst, maar het kunnen ook gewoon woorden zijn die me bijgebleven zijn of woordknipsels die ik zelf verzonnen heb. Een greep in de woordenton:

Fantoompijn

Het was het antwoord op één van de quizvragen waar ik laatst aan deelnam. Ik noteerde het op het kladblad omdat het bleef hangen. In de correcte betekenis: “Pijn die kan ontstaan wanneer de hersenen na een amputatie nog (pijn)signalen naar een geamputeerd lichaamsdeel zenden.”

Als ik het woord een betekenis zou mogen geven, dan zou ik het benoemen als pijn die veroorzaakt werd door spoken uit het verleden. Een pijn die je elke dag -al dan niet bewust- meedraagt. Verloren liefdes, verdwenen mensen, kwetsende woorden of opmerkingen die bleven hangen net omdàt ze zoveel pijn deden. Hebben we dat niet allemaal? Wat bij de ene diepe wonden na laat zien anderen misschien eerder als sporen van levensgebruik.

Woordkunstenaar

Ik volgde een vorming rond “je talenten herkennen” bij Luk Dewulf. De volgende beschrijving kwam aan bod onder het talent Woordkunstenaar. “Het geeft me voldoening als ik precies de juiste woorden vind om uit te drukken wat ik wil zeggen”. Ik vind eigenlijk wel dat dat bij mij past. Niet alleen in gesprekken maar ook letterlijk bij het schrijven. Het is zelfs een mini-schrijf-projectje van me om nieuwe woorden uit te vinden. Een beetje in de trend van “het ontbreekwoord” op Radio1 met Wouter Deprez. Veelal is het thema van het woord dat ik probeer te maken ook datgene waar ik op dat moment in mijn achterhoofd (on)bewust mee bezig ben.

Leegbladeren

Leegbladeren noteerde ik toen ik in alle stilte een boswandeling had gemaakt. Het voelde alsof de ruisende bladeren mijn hoofd hadden leeggemaakt.

Veiligheidsgedrag

Ik nam vorige week ook deel aan een lezing over angst. Daar noteerde ik “veiligheidsgedrag” in mijn boekje. Zelf ervaar ik weinig problemen met angst maar ik ken wel veel mensen die er dagelijks mee worstelen. Veiligheidsgedrag is gedrag dat als hulpmiddel dient voor de angstige persoon om de situatie die de angst geeft te doorstaan. (vb: altijd weten waar het dichtstbijzijnde ziekenhuis zich bevindt, twee gsm’s meenemen voor het geval één ervan stuk gaat, maar ook bevestiging vragen bij geliefden….). Het lijkt me vooral heel lastig om constant zo alert te moeten zijn.

Bullshitbubbel

Ik beschreef bullshitbubbel als “De bubbel waar je instapt als je beslist om je niet te laten beïnvloeden door iemands negatieve vibe.” Net in die week had ik mezelf erop betrapt dat ik een soort schild rond me had opgetrokken toen iemand met gezaag afkwam. Ik moest echt moeite doen om mijn humeur intact te houden, maar mijn bullshitbubbel heeft me toen echt geholpen.

Noteer jij ook soms kleine dingetjes in een boekje?

I want it all

Queen wist het al in 1989. Of ze het ook in dezelfde context bedoelden dat betwijfel ik, maar de titel stemt overeen met het ietwat wrange gevoel dat in mij opspeelt.

Het is een opvallend contrast tussen hoe mijn lichaam soms snakt naar rust terwijl mijn geest lonkt naar elke prikkel die op mijn weg komt. De clash tussen wat speelt in mijn hoofd en wat mijn lijf me vertelt is soms zo groot! Toch besef ik dat ik naar beide stemmen moet luisteren.

Maar ik wil het allemaal.

Ik wil alleen zijn en ook connectie voelen met vrienden en familie. Ik wil lezen maar ik wil ook slapen. Ik wil sporten maar dat gaat dan ten koste van schrijftijd. Ik wil een proper opgeruimd huis, maar ik baal van het feit dat het nooit ophoudt. Er zijn zoveel goeie boeken, podcasts en series die ik wil opslorpen maar mijn hoofd zit soms vol en dan kijk ik trashTV terwijl ik door insta begin te scrollen, gewoon alles ondergaan.

Er is een hoog bewustzijn van alle barrières die me tegenhouden om meer gedaan te krijgen. Ironisch genoeg lees ik continu boeken over dit thema. Ik weet dus perfect hoe het hoofd werkt als je vermijdend gedrag begint te stellen en hoe je dit kan omzeilen. (Gsm op “niet storen” zetten, focussen op één ding in blokken van 25 minuten, afbakenen wat je exact wil doen voor je begint, leren mijmeren, etc etc). Tegelijkertijd moet ik ook die rust-stem in mijn hoofd leren uitspreken. Die stem mag er evengoed zijn. Bijna fulltime werken, een gezin met twee opgroeiende kinderen en duust bezigheden willen uitvoeren in een proper huis. Dat kan eigenlijk niet altijd vlotjes lopen. Niet te verwonderen dat ik lig te knikkebollen om 21u.

Dus ik probeer de balans te bewaren. Tussen de luiheid en de intensiteit van het leven. Tussen de ontmoetingen en de introvertendagjes. Aanmoederen en aanmodderen. Gelukkig heb ik weinig last van momguilt en van die toestanden, want blijkbaar bestaat zoiets ook al. In de vanzelfsprekendheid van het leven besef ik misschien niet altijd dat het goed is zoals het is.

Babbelwater en katerdagen.

8u19. De drukte heeft het huis verlaten. Bij mijn thuiskomst nadat ik de jongste heb afgezet aan de schoolpoort hoor ik de vaatwasser zijn laatste piepjes geven. Klaar om leeg te maken. Maar nu even niet.

Hoewel ik al veel ben thuis geweest de laatste tijd door feestdagen en de paasvakantie voelt deze vrije dag alsof het al eeuwen is geleden. Het is dan ook voor het eerst sinds februari dat ik nog eens alleen thuis ben overdag. Ik noem het heel graag: mijn introvertdagje. Geen plannen, geen afspraken, gewoon op mijn eentje heel de dag mijn goesting doen.

En ja, ik heb al wasjes gedraaid, de vaatwasser in gang gezet en ook wel eens grondig gestofzuigd maar de eerste stilte bij thuiskomst in een leeg huis, die werkt rustgevend. Geen radio, geen podcasts of televisie. Het geluid van de droger en nu en dan de koelkast die korte kreetjes laat horen als er lucht uit de deur ontsnapt.

Ik ben al een tijdje aan het schrijven maar niet hier. Korte krabbels in boekjes, ondersteund en aangestuurd door een kaartendeck van Vertellis die me uitdaagt om verder na te denken over bepaalde thema’s. De kaarten zijn bedoeld om je purpose in het leven te ontdekken. Het klinkt wat zwaarwichtig maar voor mij zijn het handige tools om stil te staan bij een aantal zaken. Op één van de kaartjes stond de volgende vraag:

“Wat is er in de afgelopen jaren belangrijker voor me geworden, en wat minder?”

Ik krabbel gemakkelijk een blaadje vol met een aantal puntjes die ik in verschillende categorieën opdeel.

  • relaties
  • materiaal
  • mezelf

Die 3 categorieën splits ik telkens nog eens op in verschillende onderdelen. Onder het puntje “mezelf” was er één iets opvallend veranderd in de laatste jaren: mijn lichaam.

Ik ben de laatste drie (?) jaar beter gaan zorgen voor mijn lijf. Al een grote twee jaar doe ik wekelijks krachttraining en in de tussentijd is daar ook weer het joggen bij gekomen. Zoals ik ook in de vorige blogpost schreef fiets ik ook zo goed als dagelijks naar het werk. Eten blijft een struggle. Niet dat ik eeuwig aan het diëten ben, ik doe dat eigenlijk nooit maar het is gewoon moeilijk om te eten met mate. Ik sport ook niet om er mager of slank uit te zien maar vooral voor mijn future self. Een gezonder lichaam gaat volgens mij langer en beter mee, dat lijkt me logisch. Ik krijg de vraag wel eens “of ik aan het trainen ben voor iets”. Nope. Geen halve of volle marathons voor mij, dat interesseert me niet. Toch vind ik het fijn om te merken dat ik wel vooruitgang maak bij het lopen. Het is met kleine stapjes maar ik voel dat het alsmaar beter en beter gaat en dat mijn conditie erop vooruit is gegaan.

De laatste tijd ben ik ook aan het experimenteren welk effect alcohol op mij heeft. Ik merkte het voorbije jaar dat ik na het drinken van alcohol enorm slecht sliep. Er zijn verschillende momenten geweest waarop ik klam van het zweet wakker schoot na een onrustige droom, telkens nadat ik diezelfde dag een glas had gedronken. Na een eindejaarsfeestje en de daaropvolgende katerdag eind december ben ik in het nieuwe jaar niet meer herstart met alcohol. Voorlopig is dat nog niet veranderd. We zien wel wat het geeft, misschien bestel ik deze zomer wel eens een frisse sangria, of misschien ook niet. Het loopt niet weg. Ergens biedt het ook een mentale rust ofzo? Op feestjes is het nu niet meer “zou ik nog ééntje drinken of niet”, het is gewoon duidelijk dat ik dat niet ga doen. De non-alcoholische opties zijn wel heel gelimiteerd, dat valt wel op, ik moet me dringend verdiepen in de wereld van gezonde mocktails. Want drie lagen gesuikerde fruitsap gemixt met wat grenadine doet het niet voor mij. Feestjes beleef ik wel anders. Laatst op de dansvloer was ik me veel meer bewust van wat ik aan het doen was, maar gelukkig kon ik dat gemakkelijk loslaten, ik dans gewoon heel graag en eigenlijk wil ik niet dat ik daarvoor alcohol nodig heb. Opvallend ook: als je in een omgeving bent waarin het overgrote deel van de mensen rond je gedronken heeft hoor je veel scherper wat ze effectief zeggen als je zelf nuchter bent. Sommige mensen zijn eerlijker, anderen vrijpostiger. Zelf ben ik met een glaasje meer babbelachtig terwijl ik zonder een glas eerder een luisteraar ben. Ik dacht dat ik het saai ging vinden maar voorlopig valt dat eigenlijk zeer goed mee. Ik doe nog even door, niets moet, alles mag.