Page 4 of 116

De 7 ge’s

Geluisterd

Ik luister niet systematisch naar podcasts. ’t Is te zeggen: ik luister veel verschillende podcasts maar quasi nooit alle afleveringen. Er zijn periodes van podcastovervloed en dan gaan er weken voorbij dat ik er geen enkele hoor. “Alles Goed?” vind ik wel een toegankelijke podcast want het gaat over uiteenlopende thema’s. Vandaag hoorde ik de aflevering “Waarom luisteren gelukkig maakt”. Evy Gruyaert en haar gasten kaderen waarom ècht luisteren zoveel kan teweeg brengen en ze geven tips hoe je dit kan doen.

Gelezen

“Fuck Therapy” (Edwina Poppe) sprak me meteen aan in de bibliotheek omwille van de titel en de ietwat speelse cover. Ik moet eerlijk toegeven dat ik dacht dat het het zoveelste boek over zelfzorg ging zijn. Deze keer had ik het verkeerd. Zelfs met wat ik las op de achterflap had ik het idee dat het een quickfix-boek ging zijn, maar dat is het eigenlijk niet. Edwina Poppe schetst aan de hand van verschillende praktijkvoorbeelden hoe bepaalde psychische klachten ontstaan en hoe je die bij jezelf kan herkennen. Ze schrijft op geen enkel moment therapie af of doet geen afbreuk aan hulpverleners maar ze geeft wel informatie over psychische en psychiatrische aandoeningen en hoe die in therapie worden aangepakt.

In “Beschermtijd” (Marloes Jonker) ging het dan vooral over de effecten van smartphonegebruik op kinderen en jongeren. Het boek is uitgekomen in oktober 2024 waardoor het heel accuraat is. De auteur is ook podcasthost bij “Snap jij het nog?” In het boek en in deze podcast gaan ze dieper in op enkele thema’s die leven bij ouders met tieners en hoe het er dezer dagen aan toegaat online. Als ouder van een 13-jarige vond ik dit heel leerrijk.

Gewandeld

Een ouderwetse walk&talk met mijn sister from another mister. Echt, we moeten dat meer doen. Wandelen en babbelen met mensen die we graag zien. Dat doet gewoon deugd en het is pas als we het een tijd niet gedaan hebben dat we beseffen dat het weer veel te lang geleden is.

Gelopen

Ik herbegon een jaar geleden met joggen. Waar ik eind vorig jaar nog met een schema liep “1 minuut wandelen – 1 minuut joggen” doe ik nu altijd een toertje van een grote 5 km. Ik probeer dit twee tot drie keer per week te doen. In eerste instantie toen ik het 10-weken schema had afgerond leefde het idee om het schema van 10 km op te starten maar dat is er eigenlijk niet van gekomen. Ik had geen goesting en ik was content met de 5 km die ik nu loop. Ik vind dat twee geldige redenen.

Gezeteld

Het voorbije weekend heb ik vooral in mijn zetel geleefd. Niet dat ik ziek was ofzo, maar de examenperiode is aangebroken hier in huis en dan proberen we wat stilte en rust in te bouwen. Als we dan al eens een uitstapje doen dan is het heel kortstondig zodat onze studerende tiener niet te lang alleen blijft. Maar ik lees dan extra veel en eigenlijk heb ik zelf ook deugd van het simpelweg neerzitten. Momenteel lees ik de laatste pagina’s van Dius van Stefan Hertmans. Die man kan schrijven!

Gevlamd

We vlammen massaal voor De Warmste Week maar ik vrees dat ik dat vlammen te letterlijk heb geïnterpreteerd. Vorige maand moest ik een pijnlijke boete betalen wegens te snel rijden. Ik ben er helemaal niet trots op, integendeel ik was kwaad op mezelf. Zeker omdat ik nog heel weinig met de auto onderweg ben sinds ik naar het werk fiets.

Gepakt

Gepakt met te hoge snelheid maar evengoed gepakt in snelheid. Het najaar komt in september altijd op mij af als een grote blok met donkere dagen. Toch schrok ik dit jaar ineens dat de examens daar zijn voor de jongens en dat de kerstdagen er al aankomen binnen twee weken! Hoezo, waar is november dan?

Kamergeluk

De toer doen van de eetkamer, dat hoort erbij als we op bezoek gaan. Nieuwe wenskaartjes, een andere foto in een lijstje of een uitnodiging voor een feest. Trofeeën en aandenkens, alles staat er netjes uitgestald op trotse lakentjes.

De trouwfoto’s van de kinderen en kleinkinderen, schattige neefjes en nichtjes die ondertussen humeurige tieners zijn geworden. De ontembare kapsels op de oude beelden zijn al veel wilde haren verloren.

Ook de kamerplanten worden uitvoerig besproken en geprezen om hun gezonde bladeren. Hier en daar zie ik een stekje dat ooit van mij was. Het is overduidelijk dat ze veel blijer zijn bij haar dan bij mij. Weelderig lachen ze in mijn gezicht, ze vragen niet meer naar hun moeders.

De plant die ze ontving omdat ze kaartkampioen was pronkt op de vensterbank, de droge bundel hortensia’s die ze uit haar tuin knipte staat netjes in een potje op tafel. Ik merk niet op dat ze wijst naar een specifieke plant terwijl ik haar hoor zeggen: “Dit is kamergeluk”.

En onbedoeld had ze overschot van gelijk.

Een fietstas vol levens.

Sinds enkele weken fiets ik in het donker van en naar mijn werk. Ik ontmoet diverse donkers op mijn route want de duisternis komt in vele gradaties. Donker ’s morgens voelt compleet anders als donker ’s avonds. Als ik eerst door het pikzwarte bos rij lijkt de duisternis op de drukke rijwegen ineens heel lichtrijk. Op gekende wegen voelt het ook alsof ik die donkerte beter ken. Ik weet waar het compleet zwart is en ik weet waar straatlichten me de weg wijzen.

Het fijnste aan de duisternis vind ik het binnenturen in de huizen op het moment dat hun lichten al branden maar de rolluiken of de gordijnen open zijn. Mensen wandelen rond in hun huis en zijn bezig met hun eigen dagdagelijksheden. Ik vraag me altijd af wat ze aan het doen zijn als ik voorbijfiets. Zijn ze hun eerste koffie aan het drinken ’s morgens of misschien proberen ze de slaap nog uit hun ogen te wrijven op het moment dat ik al een half uur op de fiets zit? Op één plek zie ik altijd een lamp branden in een dressing. Alle kleren netjes in de kast geordend, klaar om iemands’ dag te starten. Soms komt iemand in kamerjas de verse krant uit de brievenbus plukken. ’s Avonds zie ik door glasgordijnen op veel plekken een TV knipperen en hier en daar twinkelen kerstlichtjes. Uit dansende dampkaproosters ontsnappen etensluchten.

Het voelt intiem om binnen te loeren bij andere huishoudens. Alsof ik met mijn ogen fragmenten van andere levens in mijn fietstas stop. Die snippets zijn als puzzelstukjes die ik terloops vind zonder dat ik de originele puzzel bezit. Ik fiets er mee verder en vraag me af hoe de volledige puzzel eruit ziet.

Bij elke trap op de pedalen voel ik al die levens langs me heen waaien. In al die imaginaire puzzels vul ik de stukjestekorten aan met beelden uit mijn hoofd.

Zeven zinnen die regelmatig door mijn kinderen worden uitgesproken.

Met twee opgroeiende jongens in huis is het nooit stil. De boys – 9 en 13 ondertussen – zijn de spil van alle lawaai. Het centrum van alle drukte. De kern van elke tornado. Maar uiteraard ook de bron van alle liefde. Er zijn enkele zinnen die eruit springen de laatste maanden. Misschien herkenbaar?

“Hoe laat is het?” – mijn tienerzoon die leeft met zijn smartphone aan zijn hand geplakt.

Ik zweer het, hij zou nog een omweg nemen in huis om aan mij te komen vragen hoe laat het is.

“Wat eten we voor middag/avond?” – beide jongens op de meest onmogelijke momenten.

Dit is de meest uitgesproken vraag hier. Niet gezeverd, soms is dat de eerste vraag die ze stellen als ik hen wakker maak.

What the flip?” En in dezelfde categorie “What the sigma?”. – beide jongens, de hele godganse dag door!

Een nette versie van WTF. Het klinkt echt vreemd de eerste keren dat je zoiets hoort, maar alles went. Echt alles. What the flip zeg.

Waar ligt….*insert gelijk welk voorwerp ze zelf ergens gedumpt hebben in huis* ?” Alletwee want het zijn twee sloddervossen.

Dan sta ik in de badkamer in mijn kamerjas en dan komt er iemand binnen om te vragen waar zijn oplader ligt. ZOEKKET!!

“Ik heb eens gezien op een filmpje….*insert 3 minuten durende uiteenzetting* “ -vooral de oudste.

Die houdt ervan om een volledig filmpje in detail te vertellen en er weer strike mee te gaan van het lachen. Veelal snap ik de grap echt niet en dan voel ik me zo oud.

“Hebben we al gegeten?” – beide boys, een uur nadat we van tafel zijn gegaan.

Compleet niet mee met de draai van de dag die twee. Living in the moment noemen ze dat zeker?

“Ik ga het straks doen”. De oudste. Met voorsprong.

Onvoorstelbaar. Dan staat hij met een vuil bord in zijn handen en zet hij het neer bovenop de vaatwasser en draait hij zich om om iets anders te gaan doen in plaats van het bord erin te steken. “Ja maaar….ik ga eerst….” Ma neen! Doe dat gewoon nu!!!

Sociaal budget

In de VRTpodcast “Alles Goed?” met Evy Gruyaert leerde ik de term “sociaal budget” kennen. Anders dan je zou denken heeft het niets met sociale tarieven of statuten te maken maar wel met je sociaal leven en hoe je het indeelt. In de aflevering rond vriendschap kwam dit concept aan bod: hoeveel tijd spendeer je aan een vriendschap? Met andere woorden: hoe maak je een verdeling in je sociaal budget? Ook in psychologiemagazine staat een interessant artikel over vriendschap.

Omdat ik zelf ook een podcast heb gehad rond vriendschap heb ik me een periode in het thema verdiept en in de verschillende gesprekken is het ook aan bod gekomen: hoeveel vrienden heb je echt en hoe ga je met hen om? Is het belangrijk om veel af te spreken of zijn er andere factoren die een vriendschap gaande houden? Evy en haar podcastgasten spraken over de verschillende niveaucirkels binnen vriendschappen. Sommige mensen staan heel dicht bij je, anderen verderaf maar dat betekent daarom niet automatisch dat die mensen op andere cirkels minder belangrijk zijn. Althans in mijn geval toch niet.

Ik kom uit een periode waarin veel vriendschappen ontstonden en floreerden. Ondertussen zijn er enkele vriendschappen gestrand. Soms was dat mijn keuze, soms ook helemaal niet. Het verdriet dat je voelt na een vriendschapsverlies kun je vergelijken met rouw. Een soort van levend verlies weliswaar want die personen lopen nog altijd in je omgeving rond of ze zijn nog aanwezig in je gedachten en in je herinneringen. De gestrande vriendschappen doen me twijfelen aan mezelf en aan hoe ik in die relaties sta. Het zet zaken in een ander perspectief. Bijkomend is er de rollercoaster aan emoties: vriendschapsverdriet zorgde bij mij al voor tranen met tuiten tot schouders ophalen en luidop zeggen: “their loss”. Ik weet tot op heden nog altijd niet wat het meeste pijn doet: een uitgesproken vriendschapsbreuk of de oorverdovende stilte in de communicatie in de andere situaties. Jammer genoeg heb ik beide situaties al meegemaakt. Ik weet dat ik ook deel uitmaak van die communicatie (of het gebrek er aan) en veelal is dat ook mijn eigen keuze. Soms is het beter om niet meer te investeren dan om te trekken en te sleuren aan een relatie die niet in evenwicht is, dan is een herziening van je sociaal budget wel aan de orde.

Maar ook die tijdsindeling zelf is soms moeilijk vind ik. Om een vriendschap levendig te houden is er hoe dan ook wederkerigheid nodig, maar hoe vullen beide partijen dit in? Allemaal vraagtekens. Misschien zitten de verwachtingen die hierrond worden gesteld niet op dezelfde lijn of is de intensiteit van bepaalde contacten niet evenwaardig. Soms gaat het vlot, maar soms is het toch wat werken vind ik. Ik vind het bijvoorbeeld niet zo gezellig om elkaar gewoon wat te updaten over ons leven als we afspreken, er mogen gerust diepere gesprekken en wat confrontaties zijn. Ik vind het fijn als mensen zich kwetsbaar durven op te stellen in gesprekken, het schept een verbondenheid die ik in dagdagelijkse babbels soms mis.

Als ik investeer in iemand dan zijn dat mensen waarvan ik voel dat ze mij ook energie geven. En het moeten echt niet altijd de grote afspraken zijn maar het zit in die kleine dingen. Een berichtje, een kort bezoekje, een “ik moest aan je denken bij dit”.

Hoe sta jij in een vriendschap? Vind je dat lastig of ben je tevreden?

Sportstoryschroom

Wie mij volgt op Instagram merkt waarschijnlijk wel dat ik heel regelmatig stories post. De laatste week verzin ik elke dag een nieuw woord en deel het vanaf het klaar is. Deze kleine breinbrouwsels verplichten me om eventjes neer te zitten met een balpen en een boekje om eventjes een half uurtje de creatieve kraan open te draaien. Ik heb mijn vriendin Kelly ook aangewezen als accountabilitypartner om de balpen aan mijn vinger te houden en ik moet zeggen: het werkt.

Het verzonnen woord van de dag had vandaag “sportstoryschroom” kunnen zijn.

Ik vind instastories het fijnste aan social media, het geeft een vluchtige inkijk in je bezigheden zonder dat je alles weggeeft. Er ontstaat soms interactie wat het sociaal houdt maar dat sociale is heel casual en niet te dwingend. Doordat het verdwijnt is het ook voor beperkte ogen zichtbaar. Het hoeft niet perfect te zijn, het kan ook morsig en tegelijkertijd kan ik er mijn creativiteit in kwijt. Beetje proberen, beetje rommelen. Ik denk er weinig bij na en net dat zorgt ervoor dat het vlotjes gaat.

Toch valt er mij één iets op bij mijn stories: sportstoryschroom. Ik post soms over het feit dat ik ga lopen of dat ik naar de sportles ben geweest maar daar voel ik veelal schroom over. Ik ga drie keer per week sporten en daarnaast probeer ik nog regelmatig te wandelen en dagelijks naar mijn werk te fietsen. Daar zit veel van mijn vrije tijd in maar toch komt dat procentueel minder aan bod in hoe ik mijn leven in beeld breng. Op zich vind ik het bizar. Ik post mijn planten, mijn morsaccidenten, de brokken die ik uit mijn been scheer door mijn lompigheid, mijn woordbrouwsels die verre van afgewerkt zijn….Dat doe ik altijd zonder er veel bij na te denken, laat staan dat ik er mij wat ongemakkelijk bij zou voelen. Maar bij een story over mijn sporten denk ik wèl soms na. Niet omdat ik mijn prestaties niet goed genoeg vind ofzo (die zijn gewoon middelmatig 😉), maar ergens omdat ik niet te stoeferig wil overkomen met het feit dat ik sport. Zelfs nu tijdens het typen hier voel ik een bepaalde schaamte. En van waar komt dat eigenlijk? Het kan me door de band genomen weinig schelen wat mensen vinden maar het sporten vind ik altijd tricky om te posten. Soms vertel ik er zelfs niet graag over, het wordt wat weggewimpeld in gesprekken. Ik vermoed dat het te maken heeft met één of andere hardnekkige mythe dat sporten vooral “bedoeld is om te vermageren” en ik ergens geen zin heb om dat te moeten gaan weerleggen? Ik probeer de laatste jaren vooral gezonder te leven en sport is daar een vast onderdeel van geworden. Sinds ik dat doe voel me ik beter in mijn vel, letterlijk en figuurlijk. Maar over het letterlijke aspect durf ik me weinig uit te spreken ook al is mijn lichaam sterker en gespierder geworden. Ik ben er heilig van overtuigd dat sport goed is voor mijn geest èn mijn lichaam. Ik wil namelijk stevig oud worden.

Anyway…de sportstoryschroom zal me niet in de weg staan om gewoon verder voor mijn lichaam te zorgen want veel mensen kunnen het niet (meer) en ik zie het als een verplichting aan mijn toekomstige zelf om regelmatig te bewegen en om proberen gezond te eten al blijft dat een moeilijke. Ik heb een lastige relatie met sneukelbucht, namelijk: ik hou er teveel van en ik ken geen mate. En misschien moet ik die sportschroom gewoon loslaten en trots zijn op het feit dat ik bijna dagelijks 30 km fiets, tijdens de week twee keer 5,5 km loop en elke maandag een uur krachttraining doe.

Medesporters: is dit herkenbaar?

Ertjes 💕

Het is een zo’n klassieke techniek die in veel coaching wordt gebruikt om te reflecteren. Om je dag met een positieve noot te starten of te eindigen werkt het helend om op te schrijven waarvoor je dankbaar bent.

Het klinkt wishywashy of hoe je het zelf graag benoemt. Ik zeg wishywashy, maar naar het schijnt zijn sommige woorden die ik gebruik compleet onbestaand en moet ik ze soms wel eens uitleggen. Zweverig misschien? Gelijk hoe, baat het niet dan schaadt het niet. En elke reden om een kleurrijk notitieboekje te kopen is een goeie reden. Dus hier gaan we:

❤️❤️❤️ Ertjes voor ❤️❤️❤️

❤️Twee dagen kunnen wandelen, mijmeren, vendelen… Mijn neus poederen met een prachtige herfstzon en ze ongestoord kunnen volgen! Aanrader!

❤️Kleren vinden in winkels en dus niet online moeten scrollen en meer dan de helft van de dingen moeten terugsturen. Kleren vinden die me passen èn die ik zelf ook mooi vind. Ik heb echt lange periodes gesukkeld hiermee. Het lijkt alsof het tij aan het keren is. Ik wil ook meer kleur in mijn kleerkast integreren dus daar heb ik meteen werk van gemaakt!

❤️Thuiskomen van twee dagen vendelen in een opgeruimd huis dat rust uitstraalt. Pure gold!

❤️Mijn ongenoegen over een situatie kunnen uiten en het op die manier van mijn hart krijgen. Gewoon zeggen dat iets je niet aanstaat op een correcte manier, dat kan echt opluchten.

❤️Tickets kopen voor een optreden van Brihang. Mijn favoriete woordkunstenaar komt “in het lang” naar Oostende volgend jaar en daar ben ik heel graag bij!

❤️Jacotte Brokken die een podcast maakt over haar pestverleden en die moedig deelt met heel het internet. Een grote meerwaarde in de week tegen pesten!

❤️Verse thee. Ik was lang te lui om te prutsen met het materiaal om verse thee te maken, maar sinds ik ontdekt heb dat er zoiets bestaat als lege theezakjes die je zelf kan vullen ben ik ineens overstag gegaan. We kregen ook verse honing cadeau en dat maakt het geheel echt af! Mijn vriend David zal zo content zijn, hij moet al jaren Lipton prefab-zakjes verdragen als hij op bezoek komt, het is nu pas dat ik begrijp waarom hij dat niet zo fantastisch vindt. 🙂

❤️ Leesgoesting. Ik las dit jaar veel meer dan anders omdat ik gewoon op betere boeken ben gebotst. Of moet ik zeggen: boeken die meer mijn genre zijn. Soms is het gewoon enkele goeie boeken op rij lezen om weer helemaal op gang te geraken!

❤️ Wandelen met Billy de hond van mijn workout-coach. Wandelen hits different als er een hond mee is vind ik. Het feit dat ze extreem lief is doet er natuurlijk ook veel goeds aan. De boys proberen me te overhalen om zelf een hond te nemen, maar ik ben een kattenmens pur sang. “Een kat dan?” opperen ze wel eens….tjah…moeilijk hé.

❤️ Mijn monstera krijgt nieuwe bladeren. Ik weet echter niet hoe lang ik het nog ga kunnen toestaan dat ze alsmaar groter en groter wordt. Ze barst nu al uit haar voegen….

❤️Soms twijfel ik wat ik moet aantrekken in deze herfstige dagen, maar dan blijkt onderweg dat ik perfect goed bent gekleed. Niet te warm, niet te koud. ’t Is misschien niet spectaculair maar ik kan daar echt content mee zijn.

En jij? Welke “ertjes” kan jij opsommen?

Voelwoorden

Bij mijn avondwandeling zag ik twee ruiters hun paard naar het strand leiden. Ik was gezond jaloers, want het zag er enorm ontspannend uit om één te zijn met je dier in de natuur.

Sinds ik dagdiensten werk merk ik wel dat ik minder tijd heb voor mezelf. In mijn flexibele uurrooster van voorheen kon ik heel regelmatig tijd alleen spenderen waardoor ik meer mentale ademruimte had. Dagdiensten zijn dan misschien wel gunstig voor mijn gezinsleven, ze geven me weinig overgangstijd tussen werk en privé. Zo kom ik uit een drukke werksetting met enorm veel prikkels meteen terecht in een drukke thuissituatie. Hoewel ik het een grote meerwaarde vind om ’s avonds aanwezig te zijn voor mijn kinderen heb ik nu wel het gevoel dat ik meer geleefd word dan voorheen.

Het voelt alsof ik teveel in de toplaag leef. Die bovenste laag van omgaan met informatie. Anticiperen, reageren, achter de feiten aanlopen, plannen en vooruitdenken. Praktisch, duidelijk, afgewerkt en alles zoveel mogelijk in orde zetten om alles vlotjes verder te doen werken. Soms eens bijbenen, soms vooruit werken.

Er wordt weinig verwerkt op een dieper niveau. Er is weinig tijd over om te doorvoelen. In alle nodigheid leef ik vooral in werkwoorden en minder in voelwoorden. Ik neem weinig momenten om iets over me te laten stromen. Ik zou meer willen ervaren, in me opnemen, ontdekken, me door dingen laten doordringen.

Sommige mensen verklaarden me gek toen ik zei dat ik alleen op trip ging. “Helemaal alleen? Zonder iemand om mee te praten of om samen iets mee te doen? De muren zouden op mij af komen!”. Ik kan heel goed alleen zijn, ik zie dat ook als een sterkte en ik vind mezelf verre van een asociaal persoon. In die alleen-tijd volg ik mijn neus, ik luister naar muziek tot ik weer stilte wil, ik lees tot ik zin heb om ermee te stoppen, ik vendel waar en wanneer ik het wil zonder dat iemand last heeft van mijn grillen. Ik ben eventjes alleen maar van mezelf.

En morgen ga ik weer naar huis. En dan deel ik met volle goesting mezelf weer met de anderen.

Sluizen en vullen.

Er zit al heel de middag een lichte knobbel in mijn maag. Aan mijn tafeltje in het cultuurcafé moet ik de drang weerstaan om niet in mijn gsm te duiken.

Een tristesse tracht naar boven te kruipen, ik slik ze door met mijn loeiend hete chai latte. Bijtend op mijn tanden blaas ik tussen mijn lippen het ongemakkelijke gevoel traag weg. Gewoon “zijn” voelt onbetrouwbaar. Mijn hoofd wil er precies nog niet aan toegeven. Het voelt alsof ik mezelf nog niet kan overgeven aan het alleen zijn, aan het doorvoelen van de omgeving en wat er in mijn binnenste speelt. In mijn eentje tuur ik rond, staar ik naar de mensen, ze slaan geen acht op me. Bij de bediening leen ik een balpen en in mijn handtas zoek ik de witte zak van toen ik daarnet bij Rituals binnen ging.

Sluizen en vullen. Het zijn termen die ik voor het eerst hoorde tijdens mijn opleiding orthopedagogie. Terwijl je de handen voor de ogen houdt lichtjes je vingers openen om erdoor te turen. Of je oren afdekken en je handen regelmatig opheffen om het geluid in vlaagjes te laten binnenstromen. Zo kun je je eigen lichamelijke filter zijn. Je sluist beelden of vult je oren met geluiden. In het café sluis ik de geluiden naar de achtergrond. Ik hoef er mijn oren niet voor af te dekken, het gaat vanzelf als ik begin te krabbelen op de witte Rituals-zak. Nu en dan lepel ik van de tiramisu die ik bestelde bij mijn latte. Tiramisu komt in allerlei soorten en maten maar deze vind ik veel te slap. Het was het proberen waard, maar ik maak hem nog altijd het liefste zelf.

In Rituals probeerden twee dames in zwarte kledij me een kartonnen bekertje thee aan te praten. Hoewel ik van thee hou weigerde ik hun aanbod. Naast slappe tiramisu kan ook warme drank in een kartonnen beker me niet bekoren. “Of ik hun promo al kende waarbij ik eau de toilette cadeau kreeg als ik 50 euro spendeerde?” Ze wisten niet dat ze met een minimalist te maken hadden, ik kocht enkel waar ik voor kwam. Bij het inpakken sprayde de winkeldame een huisparfum op de papieren zak waardoor ik tijdens het schrijven in het cultuurcafé lichtjes bedwelmd word.

Als een volleerde majorette laat ik de geleende balpen tussen mijn vingers dansen terwijl ik proef van het koekje bij de chai. Als klein kindje keek ik met ontzag naar de groep dansende meisjes die de fanfare opleuken met hun zwierige rokjes en hun stokjeskunst. Tegelijkertijd had ik toen al voldoende zelfkennis om te beseffen dat zoiets nooit voor mij zou zijn. Het bleef bij “enkel leuk om naar te kijken”.

Het meisje dat mijn tweede bestelling brengt heeft aan de achterkant van haar bovenarm een reeks cijfers laten tatoeëren. Aan haar voeten draagt ze schoenen die ze in romans “kistjes” noemen. Zelf zou ik “bottines” zeggen, ik vermoed dat ze in de mode zijn, ik heb er geen idee van en om eerlijk te zijn lig ik er ook niet van wakker. Ze heeft een bepaalde namiddag-loomheid over zich terwijl ze de stoelen onder hun tafels schuift. Het ziet eruit als ze nood heeft aan een powernap. Hoewel het ruime cultuurcafé quasi leeg is komt een koppel met een hond vlak achter mij zitten. De serveerster vraagt of het beestje ook wat water wenst en krijgt hiermee prompt extra punten van het koppel. Ik vergeef haar meteen haar lome indruk.

Straks tram ik terug richting de tiny house waar ik de alleenheid ga omarmen. De geurige volgekrabbelde Rituals-zak prop ik terug in mijn handtas en de balpen vergeet ik heel bewust terug te geven. Sluizen en zakken vullen.

Haasje over

Als je de juiste volgorde vindt,

de cijfertjes tot een prachtig beeld verbindt,

kunnen we haasje over hoppen

en zonder omkijken

met dit spelletje stoppen.

Deze foto nam ik in de hal van de academie waar ik op vrijdag op mijn zoon sta te wachten. Ik heb geen idee wie het werkje maakte maar het sprak me meteen aan. Voor mij is het beeld van de kinderen die haasje over doen in combinatie met de manier waarop dit beeld ontstaan is een mooi voorbeeld van hoe zorgeloos het kinderbrein is.

Als kind waren de enige puzzels in het leven diegene veel te veel stukken of de kruiswoordpuzzels in de Jommekeskrant. We hopten van de ene activiteit in de andere zonder veel om te kijken. Die ongerepte zorgeloosheid verdwijnt gaandeweg en pas later hebben we door hoe waardevol die was.

Ik besef heel goed dat niet alle kinderen het zo goed hadden en dat er ook gezinnen zijn met veel zorgen. Gezinnen waar kinderen helemaal niet van het ene naar het andere kunnen hoppen. Ergens wisten we ook dat dat bestond maar in onze onschuld konden we nooit bevatten in welke mate dat effect op hen had. Laat nu net die laatste zin een voorbeeld zijn van hoe de onbezorgdheid in ons leven speelde.

Als je net als ik op een pure, liefdevolle manier kan opgroeien vormt dat een basis die je heel je leven meedraagt. Het feit dat ik een positief zelfbeeld heb en een bepaalde zelfzekerheid meedraag komt ook deels voort uit het feit dat ik altijd goed omringd ben geweest door mensen die in mij geloofden. Daardoor ging ik automatisch ook in mezelf gaan geloven. Dat is lang niet overal zo, en ik kan alleen maar hopen dat ik diezelfde basis kan meegeven met mijn eigen kinderen. Hoe graag we het ook zouden willen: we hebben nooit vat op de buitenwereld. Maar we hebben een groot aandeel in wat er binnenshuis gebeurt, soms gaat het vanzelf en voed je op uit je eigen overtuigingen, maar soms is het niet zo evident en vraagt het wat denkwerk. Zeker met een opgroeiende puber in huis is het bij momenten heel bewust gaan stilstaan bij een bepaalde aanpak.

Ik heb het nooit onder stoelen of banken gestoken dat het ouderschap een grote bron van twijfel is bij mij maar ik voel meer en meer dat het alsmaar beter gaat. Het is pittig bij momenten maar ik blijf er vertrouwen in hebben dat we ook deze periode gaan doorkomen.