Wat er vooral opvalt als je in het westen van het westen (the far far west) woont, zijn de bewoners van het land onder je. De Noord-Fransen dus. Ik vermoed dat dat toch een ras apart is. Je pikt ze er zo uit. Ik besef heel goed dat wij als West-Vlamingen uitgelachen worden met onze taal (don’t worry niet-West-Vlaming, wij doen net hetzelfde met u), maar die Noord-Fransen, die beschikken precies allemaal over zo’n hese doorrookte stem. “Et bain oui“. Soit, met een nest Noord-Fransen op de suske en wiske-bootjes zitten in Bellewaerde, het kan mij allemaal niet veel schelen als ik het verbaasde gezicht van mijn zoon zie wanneer hij mij hoort roepen van het verschot (iets banaals, zoals gewoonlijk, het zijn bijgot maar de suske en wiske-bootjes). Waar we vroeger smalend ons hoofd schudden bij blinkende auto’s die gewoon een toertje rond een bende kangoeroes rijden, staan we nu te zoeken wat er nog haalbaar zou zijn voor een peuter zonder veel vrees. Het was een beetje krap met twee volwassen konten in zo’n bakje en een kind op de schoot, maar het was de pain in the ass waard om hem duchtig te zien meesturen zodat hij toch zeker geen kangoeroe zou raken. De leeuw van Bellewaerde hebben we niet gezien. Wel Liesa Naert en Albert de baby-giraf. Djeezes, zo’n giraf van 6 dagen oud, dat is al groter dan mijn twee-jarige. Ok, dat ze het 6 maanden langer draagt zal er ook wel toe bijdragen maar respect mama giraf, zo’n stuk eruit persen, het moet allerminst deugd doen. En na al dat zwoegen en zweten noemt iemand anders uw baby naar de koning van België. Er zijn er die voor minder een postnatale depressie doen. . .
Bienvenue chez les ch’tis gezien? Aanrader!