Ik gok dat ik voor de eerste keer zal verbranden in het derde weekend van april.  Enkel mijn wezen en het v-tje van mijn t-shirt.  Daarna komen mijn armen, mijn tenen, mijn hoofdhuid als ik weer eens vergeten ben mijn bruine petje op te zetten.  Mijn benen zullen wit blijven.  Of knalrood met witte stippen.  Pigmentvlekjes noemen ze dat dacht ik.  Na twee dagen is de roodheid weg en zijn ze weer zo wit als vantevoorn.  Mayonaisekitte , bleekscheet, wittekitte of gewoon de lacherige blikken als ik mij durf in een rokje tonen.  Ik ben het al allemaal gewoon.  Ik begin er zelfs naar te verlangen.  Naar mijn witte benen bloot, naar teensletsen klepperend op de macadam, naar de wind die onder mijn armen door waait.  Naar naar buiten kunnen lopen -omdat je iets in je auto bent vergeten- zonder dat je opnieuw je jas moet aandoen.  Naar de strijd met Ilja om een zonnepetje aan te doen.  Naar het kinderbadje.  Naar het gezucht van de medemens “het is te warm, veel te warm, het is altijd alles of niets in België”.  En nu is het niets.  En willen we alles.

1 reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s