Trippelende kattenpootjes en roddelende merelvoetjes
Op een diepvrieswandeling tussen de velden
hoor ik de merel en de poes converseren
als ze elkaar kruisen in ’t passeren
De merel zwaait met zijn vleugel rond zijn oren en kwettert luid genoeg zodat iedereen het kan horen
“Het was me weer wat met die labrador van de buren,
en die shetlandpony van hiernaast toont ook weer zijn kuren!”
De poes knikt instemmend, haar bevroren snorharen trillen:
“Ik hoorde hem blaffen tot na middernacht, het is nu al weken aan een stuk dat hij naar die teef van de overkant smacht”
Aha, ik had geen idee waarom de honden aan de overkant een godganse dag blaffen…
Lol voor de tekst, maar niet als je op een blaffende hond moet luisteren.
Meestal loopt een ontmoeting tussen een poes en een merel anders af. Fijn dat je nog wel kunt wandelen.
Leuk ! De quarantaine tast gelukkig je creativiteit niet aan 🙂
Knap stukje.
De quarantaine geeft creatieve pennestreken.
Trippelsporen in de sneeuw, het kan mij wel bekoren.
Er schuilt een ware katten(f(luisteraar)) in jou!
Eh, je hond binnenhouden misschien? Het is maar een idee. Veel beterschap en sterkte met de karantène.
Te onzent zou dit lieflijke tafereeltje zich als volgt afspelen:
“Dag poes.”
“Dag merel.”
Hap.
Slik.
“Tot nooit meer, merel.”