We zijn rustig op huizenjacht. Huizenoptgemakjacht ofzo. Eerder deze maand had ik een leuk huis gezien aan een aanvaardbare prijs (wat is aanvaardbaar eigenlijk de dag van vandaag?) en na lang “overeenkomen” met het immokantoor hadden we eindelijk een afspraak voor een bezoek. Doordat we te vroeg waren kon een klapke met de buurman er vanaf. Het ideale moment dus om eens te polsen hoe het zat met dat huis. Hij klonk eerder negatief maar probeerde toch om nieuwe buren te krijgen…”want de eigenares zat in den bak” en “het klikte niet zo goed met haar”…hmm interessant. Op het moment dat de immobak (lees: bmw, audi, volvo of dergelijke…) toekwam waren we dus al op onze hoede want ook het bijgebouw waar de keuken zich in bevond stond “waarschijnlijk niet met een vergunning gebouwd”. Toen ging de deur open…jawadde! Een stank werd op ons gebombardeerd. Ons zoontje lag rustig te slapen in zijn wandelwagen, ik voelde me al schuldig dat ik hem daar binnengebracht had. Alles stond er dus nog zoals ze het daar achter had gelaten, volgens mij hadden ze haar gewoon komen ophalen met de combi en is er gewoonweg nooit meer iemand in dat huis geweest sedert toen. Houd u vast: volgens immoman was ze “gehospitaliseerd sinds mei”. Er stonden overal vuile borden, vuile tassen. Eten slingerde in de keuken rond. In de frigo stond nog yoghurt en andere bederfbare producten. Ook een paasei dat volledig witgeschimmeld was zorgde ervoor dat ik in de eerste maanden geen chocolade-ei meer door mijn keel krijg. Bij nader rondkijken bleek het huis net niet op instorten te staan en lag de electriciteit bloot op de steunbalken. De keuken was inderdaad aangebouwd in één of andere ardense blokhutstijl. Alsof het nog niet erg genoeg was dreven er twee dode vissen in een half beschimmelde bokaal, en er stond ook nog een leeg kattenvoederbakje in de keuken. Op dat moment heb ik de wandelwagen genomen en gezegd dat ik buiten ging wachten. “Ja, maar ge moogt nog mee naar boven om te kijken”. En haar vuile was zien rondslingeren? Nee bedankt. “Of heb je genoeg gezien?” las hij van mijn gezicht. “Inderdaad, ik heb alvast genoeg gezien, ik heb geen zin om nog andere dode dieren tegen te komen.” De stank in de woning voorspelde niet veel beter alleszins…
Geef een reactie