“Laat het meisje voor, ze stond hier eerst.” zei de madame naast mij aan de kassa daarnet tegen haar dochtertje. Meisje, meisje, ik ben waarschijnlijk ouder dan jij. En weet jij wel dat ik een kind heb, en getrouwd ben, en dat ik bijna 30 word. Ik zie er toch helemaal niet uit als een meisje. Ter info: dat waren mijn gedachten. Mijn acties waren: glimlachen en mijn kassaterritorium verder bewaken. Ik kon het niet laten om haar af te loeren. Ze geleek op mij. In de madammenversie dan. Met hakken, en een madammenhandtas en een bloesje aan, en shmink. (en kort haar, ik weet nu ook dat kort haar niks voor mij is).
Hopend op een ontkenning vroeg ik thuis:
“Ik zie er toch niet meer uit als een meisje hé?”
“In die kleren wel ja” was het verkeerde antwoord. (anggggg guess again!)
Ik had het wel zelf kunnen voorspellen. Een jeansbroek, zijn verschoten pumatrui die ik tien minuten daarvoor uit de wasmand had geplukt (ahja, wie gaat er nu nog in t-shirt naar buiten?) en mijn witte sneakers. Excuse my flair-taal. Dat heet de dag van vandaag sneakers volgens de mode-experte. Vroeger heette dat basketten, even later skateschoenen. Ik hield altijd al van skateschoenen. Nooit een skateboard aangeraakt (jezus spaar ons daarvan, zo’n brokkenmaker gelijk mezelf) maar de lage simpele schoenen vond en vind ik nog steeds de max. Ze zijn ideaal voor lange trappeldiensten op het werk, ze zitten comfortabel en ze passen onder al mijn broeken. Ondertussen noem ik ze alweer “basketjes”, gewoon omdat basketjes leuker klinkt en ik draag ze enkel maar om te werken. Of als ik op een meisje wil gelijken.
Een vrouw moet niet altijd op hoge hakken en met een decolleté rondlopen. Da’s niet goed voor uw hielspieren (hoe noemt dat weer) en te veel zon beschadigt uw huid, dan krijgt ge op den duur zo van dat verrimpeld vies vel in uw decolleté, ha!
Leve de basketjes.