“Hoe heet jouw pop?” vroeg ik aan het vijfjarige dochtertje van mijn schoonzus op Nieuwjaar.
“Iske”
Ik wou de pret niet bederven maar ik begreep haar niet zo goed
“Ah Lieske, mooie naam”
“Neeneen, Iske”
“Wietske?”
“neeeee, Iske”
“rare naam”
So far being the nice adult.
Mijn pop heette vroeger Mieke. En ze had korte krullenkop genre Annie. Als je haar neerlegde gingen haar ogen dicht. Het is op dat moment al dat kleine meisjes de illusie krijgen dat baby’s allemaal doen wat we zeggen. Je legt dat neer en dat slaapt. Je haalt dat op en dat is wakker. Ging het maar zo vlot. Misschien moeten ze poppen maken die de hele nacht schreien. Tot zover tienerzwangerschappen. Poppen de dag van vandaag kunnen ook al echt plassen, en ze doen dat meteen op het potje. Nooit eens een accidentje in de broek of op de vloer. Poppen zijn divine. Later had ik een pop wiens haar kon groeien als je haar arm omhoog hield. Om het terug te doen krimpen moest je haar arm terug op en neer krikken genre hefboomsysteem. Dat maakte toen zo’n vreemd geluid alsof je een band verwisselt. (Iets wat het voorbije jaar nogal schering en inslag was ten huize Liese.) Die pop, die trouwens zo triestig naamloos was, was indertijd nogal indrukwekkend, maar na een tijdje werd het een beetje saai “krrrrrrrrrrrrrrr” –> haar groeit, even later hefbomen “krrr krrr krrr” –> haar krimpt terug in. Toch zou ik ze wel nog eens willen terugvinden al is het maar omdat niemand mij gelooft als ik over de haargroeiende pop van twintig jaar geleden spreek. En om haar alsnog een naam te geven.
Ik had ook zo’n pop, maar ik geloof dat ik haar arm er af ‘gekrikt’ heb :-). Tot zover de mooie pop, ook zonder naam trouwens.
en haar haar kon roos kleuren als je haar in de zon legde!