Ik was al bijna drie kilometer verdergereden toen er ineens een alarmbelletje afging “Fak, heb ik nu die doos duplo van mijn dak gehaald?” Een vluchtige blik op de achterbank deed me ontspannen, één politiekantoor van duplo blinkte in mijn ooghoeken. Tussen een hoop ander gerief dat nog moest verhuisd worden uiteraard. Het zal de vermoeidheid zijn die zijn tol begint te eisen. Het weer is er niet naar om te verhuizen. Normaal gezien heb ik over het weer eigenlijk geen mening, het kan me niet zoveel schelen al vind ik het wel leuk als de zon volle bak schijnt. De laatste weken erger ik me meer en meer aan de wind, al is mij ergeren misschien een understatement. Ik maak me eigenlijk dagelijks kwaad op de wind. Die vieze achterbakse venijnige waaiboelwind. Zit ik te slepen en te sleuren met verhuisdozen, dan waaien mijn autodeuren dicht nog voor ik goed en wel die achterbank leeg heb. Wil ik mijn voordeur opendoen, balancerend met een zware doos of een moeilijk hanteerbare lamp, dan zie ik niet wat ik doe omdat mijn haar de hele tijd voor mijn ogen waait te wapperen. En het waait dus elke dag hé! Ik heb het gehad met die wind. Dood aan de wind. En durf nu niet te regenen in de plaats, gij belachelijk klimaat.
Speldjes of een diadeem kunnen wel helpen om uw haar uit uw ogen te houden
Nog even en dan is die verhuis voorbij en gaat die wind liggen zodat je lekker in het zonnetje van je nieuwe huis kan genieten. Courage!