Zeven kilometer, enkele rit. Zo ver rijd ik naar mijn werk. Ik hoor alle file-lijders denken: “LUXE-PAARD! Dat doe je toch niet met de auto zeker??”. Baja meestal toch wel, om 6u15 beginnen of werken tot 22u, het is precies niet dat ik dan gelijk de die-hards mijn fiets al om 5u sta op te blinken. Maar op mijn “normale” werkuren lukt het sinds deze week wel. Met de fiets ben ik een kwartier langer onderweg maar ik heb minder moeite om parkeerplaats te vinden wat dan weer tijd bespaart. Toch is dat fietsen niet zo evident, zeker niet met een stoutbeen als het mijne, gelukkig valt het nog mee. Heuvel op, berg af, dat wel, maar met vitessen en met de radio door de oortjes is het zelfs aangenaam te noemen. Het is ook telkens een ontdekkingstocht op de fietsbaan. Gespot deze week:
* een toegeknoopte frituurzak, inclusief alles wat leeggegeten werd
* een natgeregende schoen
* een houten constructie in de vorm van een geo-driehoek
* paardjeskaka
* beukennootjes
* een dode poes (roadkill!)
* glasscherven
* een gesmeusd konijn
* auto-onderdelen
* dodepoezendarmen
* een zwarte bananenschil (Mario Kart iemand?)
* eikels (maar die kom je op de autobaan ook tegen)
* en wat zal het volgende week zijn?
Niet te doen wat er allemaal uit auto’s vliegt blijkbaar. Men zou mijn auto een rommelbak noemen maar ik gooi toch nooit afval door het raam (behalve een occasioneel klokhuis, maar dat verteert). Dan nog liever een stort in mijn auto. Of ik moest mij zo’n ding aanschaffen:
Of een nieuwe attitude. Dan hoef ik mij helemaal niets aan te schaffen. . .
In onze auto liggen nog altijd de papiertjes van een frisco die we eens onderweg kochten, euhm, een half jaar geleden ofzo. Dus ik zwijg.
Maar afval dumpen, neen, zo zijn wij niet opgevoed!
Die ga ik kopen voor de auto van de kinderen. Ik heb hem al een koosnaampje gegeven; ‘La poubelle’. 🙂 Klinkt bekend?