Ons dak werd de voorbije week geïsoleerd. We praatten er al een tijdje over, het temperatuurverschil boven was dan ook niet te ontkennen. Onze grootste zorg was de zolder leegkrijgen. Die stond namelijk nog bomvol met verhuisdozen en allerhande “materiaal dat nog eens moest gesorteerd worden”. Right. Het zit veilig weg als je het niet ziet. Maar isoman kwam deze week dus deden we twee zaterdagen geleden van legezolderdag. Ik was de nummer 1 roefelaar die dag. Pieter bracht de dozen, ik opende ze en sorteerde: kringwinkel, containerpark of herstockeren. Menig theelichthoudertje, nutteloze boeken, cache-pots werden afgeschreven. Een ander kan er zijn living mee opfleuren. De rest werd mooi verdeeld per doos. De tweede roefelzaterdag diende als afwerking. Er was namelijk nog een zijzoldertje “waar er nog een beetje gerief van de vorige eigenaar stond”. Dat fameuze zijzoldertje vond ik altijd zo creepy dat ik er nog nooit in had gekeken. De gedachte aan het vinden van een dode muis, of erger: een rat, schrikte mij altijd af. Het huis stond twee jaar leeg alvorens wij beneden het binnenwerk er volledig uithaalden. Maar de tijd van negeren was voorbij. De zolder moest leeg want Isoman moest plaats hebben om te werken. “Een beetje gerief van de vorige eigenaar” was een understatement. Hij kende blijkbaar het werkwoord “roefelen” niet toen hij hier woonde. Lege bloempotten, stenen onderschalen, een milieubox, een po (ieuw!), plastic bloempotjes, kookpotten, kartonnen dozen, afval. Godver zeg. Een extra rit naar het containerpark was nodig. Maar ook dit:
Ping ping ping mijn schatten-op-zolder-radar begon te piepen. Oude munten! Peter Van Asbroeck, kom maar af hé, en breng maar uw loep mee, ik ga hier rijk worden! Isolatieman is meteen betaald! Het sigarendoosje waarin ze zitten is zo danig bestoft, het komt precies uit zo’n kindertoneel waarin een schat het onderwerp speelt. Munten van het jaar 1922, ééntje is van 1905. Of ze iets waard zijn, dat zal moeten blijken, maar voorlopig hou ik me vast aan de gedachte dat ik toch nog iets interessants gevonden heb in een ander zijn brol.
“Goed voor 1 f” in het jaar 1922 moet dat een hele rijkdom geweest zijn. Nu zijn we onze 1 centers liever kwijt dan rijk.
Ik ben in een vorig leven (bescheiden) muntverzamelaar geweest, startend van een handvol oude muntjes die ik van mijn oma had gekregen voor haar overlijden. Meestal hebben die wel iets van waarde (afhankelijk van de ‘zeldzaamheid’ en ‘kwaliteit’ van de munt in kwestie), maar je moet echt al de juiste kandidaat vinden om die te kopen.
Zeer mooie souvenirs, dat wel…
Brengen ze straks in € weinig op, qua beleving zullen ze dat wel compenseren. Toch wel leuk dat er tussen die brol nog iets te vinden was dat “je dag maakte”.