“Mama, kun je mij helpen, ik wil het Simpsonspotje voor mijn cornflakes”. Ik ben een grote voorstander van zelfstandigheid en ik verwacht van mijn 5-jarige dat hij op zijn ééntje zijn ontbijt klaarmaakt. Hij houdt zes andere soeppotjes tegen zijn borstkas terwijl hij het befaamde Simpsonspotje in de andere hand houdt. Ik kan net op tijd de zes gebloemde potjes uit zijn handen helpen om alles in veiligheid terug te plaatsen. Kinderen hebben – net als heel veel volwassenen- toch een voorkeur voor bepaalde tassen of kommetjes. Zelf hou ik ook het liefst van de Suske en Wiske-tas op het werk, hier zijn dat mijn Douwe Egbertstassen met de dikke boord. Ik laat hem dan ook klungelen om dat Simpsonspotje te krijgen. “Dat is van nonkel Roderik hé” zegt hij soms. Inderdaad, in onze tienerperiode waren The Simpsons de Minions van die tijd. Overal doken ze op en de merchandising errond was gigantisch. Vermoedelijk ging het Simpsonspotje ook mee naar ons kot. Ik kan me alleszins herinneren dat het altijd in één van onze kasten stond. Er werden cornflakes uit gegeten, chips in geserveerd, pudding in gemaakt. Bart, Lisa, Maggie, Homer en Marge waren er altijd bij. Hoewel Ilja nog maar weinig snapt van The Simpsons vindt hij ze alvast geweldig en het is dan ook goed te begrijpen dat dit zijn lievelingscornflakespotje is.
Vijf seconden later hoor ik een plof. Van over de keukentablet zie ik zijn verschrikte gezicht, als ik dichterbij kom zie ik hem blootvoets staan tussen de scherven. Samen met het potje is ook een klein stukje van mijn hart gebroken maar dat probeer ik te maskeren. De tranen staan in zijn ogen. Compassie vervangt mijn ontgoocheling. Ik ruim het op. Zeg hem dat het niet erg is. “Zo’n dingen gebeuren”.
“Maar ga ik dan vandaag toch nog mijn nieuw carnavalspak krijgen mama?”
We knuffelen, ik vraag hem of hij geschrokken is en verzeker hem dat alles blijft zoals het was. We kopen vandaag een carnavalspak en een nieuw potje. Homer Simpson blijft -zelfs met een stuk uit zijn hoofd – grijnzen.
Ocharme… Da’s inderdaad zo typisch hé, de simpele potjes en tassen vinden ze vaak nog het leukst en met een beetje geluk gaan die jaren mee. Hier hebben ze nog altijd een lepel van Olvarit en de vijftienjarige lepelt daar nog altijd haar potjes chocomousse mee uit. 🙂
Welhere, zijn potje :(.

Je hebt dit als de beste mama opgevangen (had je op tijd geweest, je had het potje zelf opgevangen). Geen nood: op Tinternet kun je makkelijk een vervangingsmok komen. Koop er meteen drie, dan zijn je drie venten content :).
Oooooh. Maar nu heb je wel een excuus om alle rommelmarkten af te schuimen op zoek naar hét potje.
Das waar!
Wat jammer! Ik heb zo wel verschillende tassen waaraan ik gehecht ben 🙂
Tijd voor nieuwe herinneringen hier
Ik ben heel gehecht aan het koffieservies van mijn grootmoeder. Als er eentje kapot valt hoop ik dat de schuldige ben. Anders zou ik wel eens heel boos kunnen worden 🙂
Hmja, accidentjes gebeuren
Och, hij kan beslist een potje bij jullie breken, al maakt hij er op die manier uiteraard wel een potje van.