Twee koolmeesjes bewegen zich nerveus door de tuin. Ze vliegdansen om elkaar heen, korte schokkerige danspassen, hun nest de enige bezorgdheid in hun vogeltjesleven. Als ik Linus erop wil wijzen verschansen ze zich in de struiken. Ze willen zijn curieuze blik zoveel mogelijk mijden. Ik beloof om hem terug te roepen als ze zich weer vertonen. Hij keert terug naar zijn nieuwe vriend Samir die alles weet.
Ondertussen glijdt de dag verder. De vermoeidheid jaagt door mijn lijf nadat ik de voorbije week vulde met lesgeven, moederen, wandelen, middagmalen bereiden, het huis op orde zetten, was doen….Ik hoef dan nog niet eens te werken als ik thuis ben, de thuiswerkers met kleine kinderen kunnen vast wel een hart onder de riem gebruiken. In de zorg werken is uiteraard ook geen lachertje maar het is een welkome afwisseling op dagen die alleen maar op elkaar gelijken.
Mijn kamerjassen wapperen aan de waslijn. Weekendwasjes. Ze voeren een strijd met de snakkende wind, het lint uit mijn rode kamerjas moet het onderspit delven en wentelt binnen de kortste keren door het grasplein. De graaiende armen van de peignoirs, vuisten makend naar de wereld, tegelijk ondersteboven gevangen aan de lijn. De gelijkenis met ons huidige leven kan niet meer opgaan.

Ilja kleurt zijn nieuwe held Cole uit Brawl Stars in, vanmorgen vroeg hij me of hij de afwas mocht doen. Zo hebben die Corona-days toch nog hun voordelen, de kinderen leren meer huishoudelijke taakjes. Linus heeft zich nog nooit goed kunnen alleen bezighouden en draait wat rond me. Ze gingen vanmorgen zonder morren mee naar de apotheek over en weer. Een uur wandelen, de rugzak mee om de boodschappen in te herbergen. Het voelt alsof we nooit iets anders deden op zaterdag. Linus vertelt honderduit over de film die hij op TV zag, over een jongen wiens schoenen veel te klein waren voor hem, ze scheurden rond zijn voeten: “Bigpoef“. Ik knipoog naar Ilja die de fout van de kleine doorheeft maar hem toch laat doorratelen.
Straks zou ik wel wat non-fictie willen lezen, gisteren schreef ik me weer in voor een abonnement op Kobo via Bol.com. “Fokking Druk” van Thijs Launspach werd er gratis aangeboden bij het abonnement. Ik volg ‘em al een tijdje via sociale media. Het boek leest als een trein en ik vind er heel wat gelijkenissen met een vijftal andere boeken die ik het voorbije jaar las over technostress en burn-out. Voer voor een volgende blogpost.
Ik heb niet veel meer te bieden dan deze simpele woorden en aardbeihartje voor iedereen! Hang in there!

Woorden en een aardbeien hartje zijn genoeg.
Courage verder.
Hou jullie goed en veel courage!
Mooi logje. Ons kleinzoontje heet ook Linus. 😉
“De graaiende armen van de peignoirs, vuisten makend naar de wereld, tegelijk ondersteboven gevangen aan de lijn.”
Je speelt knap met woorden. I like.
Het aardbeihartje wordt op prijs gesteld.
Mooie blog, dank dat je hem maakte
Dank voor de tekst en het aardbeihart!
Nog even en we kunnen weer aardbeihartjes plukken in de tuin.
Veel courage en hou je gezond!
Zo mooi en treffend geschreven, Liese. En wat een mooi aardbeihartje! It makes me happy ❤
Zo mooi, je weet als geen ander de perfecte woorden en metaforen te gebruiken.
Bedankt voor het aardbeihartje!
Een aarbeihartje, daar kom ik wel mee toe voor vandaag 🙂
Wat een mooie metafoor gebruikte je Liese.
Ondanks dat wij het relatief rustig aan doen, voelen wij ook stilletjes aan de vermoeidheid de kop op steken… In ons onderbewustzijn, vraagt de hele situatie meer van ons dan we willen toegeven.
Stay safe,
Charlotte
Ik heb altijd zo’n deugd van jouw blogpostjes! Ze zijn een balsem op de ziel, Lieselotte! X