Ken je dit? Je kijkt naar je kinderen die zich van niets bewust zijn. Ze spelen een onschuldig spel met de bal. Iets dat je totaal niet begrijpt maar waar zij blijkbaar hele theorieën over hebben. Er stroomt een vlaag liefde over je, als kippenvel bij een aangrijpend liedje. Tegelijk slaat je gedachtegang over. Je ziet je kind in je gedachten achter de rollende bal aanhollen, rechtstreeks de straat op. Terwijl je zijn naam brult zie je een wagen afkomen vlammen en alle komende gedachten zijn: remmen die maar niet lijken te remmen, getier en bloed.

Is dit voor andere ouders ook herkenbaar? Die gedachten vullen mijn hersenpan wel eens en ik weet dat ze surrealistisch zijn en tegelijkertijd ook niet. Mensen verliezen hun kind. Dat heb ik bij vrienden dichtbij meegemaakt, het is mogelijk. Zelfs als ze geen kind meer zijn.

Een helikoptermoeder kun je mij allerminst noemen, toch ben ik voorzichtiger dan sommige andere ouders die ik ken als het om acrobatentoeren gaat bij hun kinderen. Ik kan wel eens huiveren als ik kleuters alleen zie lopen op de stoep vele meters voor hun ouders. Aan de andere kant ken ik ouders die bij de minste schram denken dat ze naar de spoeddienst moeten.

Brené Brown schreef er een treffend stukje over in “De kracht van kwetsbaarheid”.

Met die ene pagina verklaart ze mijn doemdenkerij. Al sinds mijn kinderen geboren zijn heb ik van tijd tot tijd gedachten waarbij alles catastrofaal verkeerd loopt. Toch beïnvloeden die mijn gedrag tegenover hen niet in die mate dat ik hen beperkingen opleg. Het zijn niet mijn doemgedachten maar een realistische kijk op wat ze wel en niet aankunnen die bepalen dat ik mijn zoon van 8 niet alleen op de fiets naar de bakkerij zend drie kilometer verderop. Hij is daar simpelweg niet klaar voor. De kleuter van (bijna) 5 geeft me nog steeds een hand als we langs de openbare weg stappen, niet alleen omdat hij dat zelf wil, maar omdat ik merk dat hij wel eens durft rond zich te turen en zo zijn koers verliest. Hij kan nog niet inschatten dat een wagen uit een zijstraat kan tevoorschijn komen.

Vroeger sprak ik heel vaak de woorden “’t Is goed voor under weerstand” uit als ik ze zag poken in een kattenstront of als ze een verstorven M&M in hun mond stopten terwijl ze dachten dat ik niet keek. Maar in Corona-tijden valt deze uitspraak me zwaar. Mijn kinderen die bij De Post buiten wachten, een wild hoestende man die hen veel te dichtbij kruist terwijl ik bij het loket sta aan te schuiven. In gedachten scheld ik die man de huid vol (en dat is nog maar de gekuiste versie van mijn gedachten). Loslaten, het is gebeurd. Mijn kinderen, ze debbelen aan alles dat ze onderweg tegenkomen, gisteren zag ik Ilja grassprieten kauwen zoals Lucky Luke wel eens doet. Loslaten. (en “Uitspuwen!” en “Iets met kattenpis!”). Massaal handjes wassen en loslaten, gewoon loslaten. Het is een dunne lijn tussen “laat ik hen kind zijn” of “bescherm ik hen tegen mogelijke dreigingen van buitenaf”. Er zullen altijd doemgedachten de kop opsteken, dat heb ik aanvaard, maar nu meer dan ooit maak ik de afweging of deze wel of niet hun groei, hun kind-zijn belemmeren.

10 reacties

  1. Als ik de buurtkinderen zie spelen en iets tegen ze zeg blijven we op afstand. Niet even spontaan dat kind dat met rolschaatsen om ging een handje helpen en even naast ze bukken en naar die krijttekening kijken. Het doet wat met kinderen denk ik dat Social Distance. Het is noodzakelijk voor de fysieke gezondheid maar wat doet het mentaal. Ik word zelf heel moe van het nadenken/opletten of ik wel genoeg ruimte heb/geeft, wat ik aangeraakt heb onderweg. Dat loslaten is nog een hele kunst. Zullen we ooit weer allemaal de oude worden vraag ik me af of is dat wat je blogtitel zegt.

  2. Pfieuw, heavy gedachten op deze zonnige zaterdagochtend… Ook wij hebben in onze familie (Tommy z’n kant) een kind van 14 moeten afgeven. Toch zorgt dat niet voor dergelijke doemgedachten. Natuurlijk moeten ze bij mij ook een hand geven als we over straat lopen en er zijn duidelijke afspraken als zij met hun fiets mee op wandel gaan. In het begin van deze Coronaperiode had ik wel een beklemmend gevoel (en mocht ik met Ferre en z’n ‘gabbe’ naar de dokter om te laten naaien na 10 keer te hebben gezegd dat ze voorzichtiger moesten voetballen op de koer…) Maar toen las ik het stukje op Kelly haar blog en besefte ik dat ik zelf m’n gedachtes kan bepalen.
    Ik moet wel zeggen dat ik de kids niet naar de opvang op school heb gedaan (kon de eerste twee weken ook niet omdat Ferre alle symptomen had), ze blijven even alleen thuis als ik m’n collect and go ga afhalen en ze zijn de voorbije maand binnen een straal van 1 km van ons huis gebleven toen we op wandel gingen en kwamen met niemand anders in contact. Toch heb ik niet het gevoel dat de kinderen lijden onder de situatie. Tristan heeft ondertussen uitgedokterd hoe hij kan videochatten met zijn klasgenootjes en de grote tuin en het goede weer zorgen voor genoeg verstrooiing. Toch wil hij liever terug naar school (nooit gedacht dat ik dat uit zijn mond ging horen…). De jongens gaan op logement bij elkaar op de kamer, we picknicken in de tuin, we aperitieven in het avondzonnetje. Ik amuseer me met het toepassen wat ik in al m’n nascholingen heb geleerd op vlak van ICT & digitaal lesgeven. Stiekem denk ik dat ik deze periode nodig had om terug tot mezelf te komen. Bij mij brengt het vooral rust. Natuurlijk is een echte klas voor je neus pakken aangenamer maar ik zal er niet rouwig om zijn als ze de maatregelen nog twee weken zouden verlengen.

  3. Oh ik had dat altijd voor we op reis gingen. Duusd keer denken dat Merijn van een berg ging vallen en dat ik hem dan niet kon redden.
    En ik heb een paar jaar nodig gehad om te wennen aan het feit dat ik nu nooit meer zijn handje mag vasthouden. Rond zijn 12, 13 jaar was dat ineens gedaan: “Mamàà, gow zeg, da’s nu nie meer nodig wih!” Slik.

  4. Ik heb dochters, en die zijn dus al groot zoals je weet. Jongste neemt mijn arm op straat, hoe dikwijls ik ook zeg dat ik me dan een bomma voel.
    Beschermen, ze bakken het in onze DNA als we kinderen krijgen, en we geven het duidelijk door.

  5. Ik ben ook iemand die voortdurend dijken van moed moet opwerpen tegen de stormvloeden van de angst. Ik projecteer het op mijn dierbaren, en aangezien daar geen kinderen bij zijn, word ik wel eens ‘een schijtluis’ genoemd.
    Als ik je schrijfsel lees, knik ik instemmend. Je houding is er eentje van ‘Better safe than sorry’, dewelke ik eveneens hanteer.

  6. Ik kan vreselijk piekeren over mijn kinderen, en dan zie ik alles fout gaan 😦 Die stille uurtjes van de ochtend, als ik wakker lig… ik zie het gewoon allemaal gebeuren.
    Ik ben er wel zeker van: als moeder voel je aan wat je kind kan en wat het niet kan. Ik heb mijn zoon héél lang niet zelfstandig met de fiets naar school laten gaan. Er werd me al eens verweten dat ik té beschermend was, maar sorry, ik wist wel goed hoe hij in elkaar zat. Mijn dochter ging vanaf het zesde leerjaar alleen met de fiets naar school, hij heeft moeten wachten tot hij een jaar of 15 was. Tot zijn grote frustratie. Maar ik denk dat hij wel weet waarom.
    Dus ja, volg je gut feeling en trek je niks aan van wat anderen zouden kunnen denken. Je weet het beter.
    Ik was zelf ook zo blij dat mijn kleindochter niet naar de opvang op school hoefde… ik heb daar ook geen goed gevoel bij.

  7. Herkenbaar, dat zoeken naar die balans en het blijft naarmate ze ouder worden alleen veranderen de zorgen: hier komt langzamerhand de leeftijd van een eerste lief(je) er aan en alles wat daar na verloop van tijd bij komt… ik mag er nog niet aan denken … maar ik blijf hopen dat ze zo wijs blijft als ze nu al is dat alles wel goed komt …. en hopelijk raakt ze niet te hard gekwetst… etc etc 😉

  8. Ik had vooral iets van..
    Hier ben ik niet op voorbereid!

    Ben ik moeder in deze tijden.. wa moet ik doen?

    Ja men kids zijn groter .. ik heb andere zorgen dan jij. Maar dus. Hoe kan ik mijn kids zeggen dat het serieus is. Zonder paniekerig te worden. Hoe kan ik kalmte uitstralen? Hoe kan ik hen gerust stellen? Hoe leer ik hen uitkijken zonder deadline? Men referentie kader is weg. En niet alleen voor mijzelf. Ook voor mijn “rol”. Ik vin da ne moeilijke..

  9. Niet eenvoudig. Echt niet. Het heet niet voor niets balanceren.
    Maar kijk… als ik vandaag de dag denk aan de hoeveelheid snoep ik van de ground durfde oprapen en opat… oooo oh my god. En ik leeg nog.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s