Nadat ik om 6u de echtgenoot uitzwaai bij het vertrek naar zijn vroegdienst neem ik de koffiekan bij me op de dorpel. “Up de zulle up me gat” zingt Flip Kowlier. De koelte van de voordeursteen doet deugd en ik krijg er een pastelkleurig palet gratis bij. Ik hoor de kinderen fluisteren in bed tegen elkaar waarop ik ze bij me roep om samen de zonsopgang te volgen. Terwijl we staren tel ik hun rugwerveltjes.

De jongens doorstaan de hitte veel beter dan wij. Een uurtje later vertrekken we te voet naar de beenhouwerij en de bakker. De kleine zelfstandige in het dorp etaleert al om 7u zijn fijne vleeswaren, iets wat vooral heel handig blijkt tijdens een hittegolf. Sabbelend op de lolly die ze van de zaakvoerder kregen keren ze versuikerd terug. Oh well…

Alle buitenspeeltijd wordt eruit geperst en nadat ik een uurtje heb gelezen zegt het wit van mijn uurwerk dat het tijd is om de stofnetten in de living te bestrijden.

De poetsbuit is deze keer relatief groot maar er werd dan ook heel veel beneden gespeeld aangezien we nu meer ruimte hebben gecreëerd.

De zon blijft achter de wolken maar als ze zich toch durft te tonen brengt ze meteen een bevreemdend oranje licht met zich mee. Ik haast me naar binnen met mijn emmer en trekker. Het huis is te versuft om vlug te drogen, ik balanceer tussen de natte vlekken op de vloer.

De middag rekt zich loom uit. Na het poetsen beland ik in de zetel en wordt er duchtig verder gespeeld. De zon wordt buiten opgesloten.

Ik sukkel in een middagdutje waarin een tafereel van deze ochtend zich in mijn droom herhaalt. Frankie die een muis vangt en hem laat lopen. In mijn droom springt de muis (die tien keer zo groot is) tegen het raam aan, roepend om hulp. Ik schrik wakker en haast me naar de middagkoffie.
Alvorens ik naar de kapper ga bezoek ik mijn ouders die verwikkeld zijn in een scrabblestrijd. Ons moeder wint het spel. Fyi: “Exomen” is blijkbaar een onderdeel van onze genen en dus niet alleen een West-Vlaams examen.

Een uurtje later loopt het zweet langs mijn rug naar beneden als de kapster mijn haar blaast.

De herfstmode die in Feeling wordt voorgesteld doet er niet veel goed aan!
De rest van de komende avond ga ik spenderen zoals de voorbije middag: met de benen plat in de zetel en de ventilator op stand 3.
De voorbije negen jaar schreef ik 884 blogposts bij elkaar. Het verveelt me nog altijd niet. Ik voel een zekere rust door een tweede blog te starten met een ietwat andere inhoud. Wie geïnteresseerd is mag nog steeds komen meevolgen alsook op mijn instagramprofiel!
Ik zou toch gevraagd hebben om het aan de lucht te laten drogen… tenzij het koude lucht zou geweest zijn!
ja, dat snap ik, maar ik hou van het versgeblazenkappersgevoel in mijn haar 🙂
Schitterend, zonsopgang kijken en ruggenwervels tellen.
Zéér fraaie foto’s ook. En ik minimaliseer on line tijd dus ik weet niet of ik je 2e blog blijf volgen. Ik ben van nature een opruimer maar geen minimalist.
Die tweede foto is machtig!
Blijkbaar staan nog enkele creatieve woorden op het scrabble-bord!
IK keek ook even naar de woorden en dacht, verdemme zeg, het is in een vreemde taal 🙂
Ik dacht gewoon ‘Wuk es dadde?’
ik ga er van uit dat de woorden allemaal bestaan, aangezien ma en pa nogal wedijveren 🙂
Ik las zelden zo’n poëtisch stukje over poetsen en ruggenwervels.
de ruggenwervels tellen bij die prachtige zonsopgang. prachtig.
dat poetsen bij een hittegolf, dat leek er me toch teveel aan. Die stofnetten zouden nog wel even blijven liggen.