Terwijl ik de boontjes uit hun bakje schud en de schaar erbij neem denk ik aan de uitdrukking “Je eigen boontjes doppen”. Ons moeder liet ons als kind hele emmers boontjes “toppen” zoals zij het noemde. We maakten er een sport van om zoveel mogelijk boontjes in één keer van hun kraagje te ontdoen maar de emmers leken bodemloos te zijn.

“Je eigen boontjes doppen” “Je plan trekken” “Iets alleen aankunnen”. Als mijn kinderen het huis verlaten wil ik graag dat ze hun eigen boontjes kunnen doppen. Ik wil dat ze zelfstandig genoeg zijn om niet afhankelijk te zijn van een eventuele partner als het op huishoudelijke taken aankomt. Ik mag er niet aan denken dat mijn zonen later hun man of vrouw moeten aanspreken om iets te doen omdat ze het niet kunnen.

Tegelijkertijd wringt die uitspraak ook bij mij. Want ook het volgende is iets wat ik heel erg predik:

uit: “De jongen, de mol, de vos en het paard” van Charlie Mackesy

Wat als mijn jongens niet tot bij mij komen met hun problemen? Hoe zou ik me daarover voelen? Uitgesloten denk ik. Ik wil weten wat er in hun hoofd omgaat en tegelijk besef ik dat ik het nooit helemaal zal weten. We trainen hen om zo zelfstandig mogelijk te zijn maar het is een moeilijke balans tussen “Doe je eigen kousen aan” en “Kom bij mij als je onzeker bent over iets”. Ik ben zelf een eersteklas plantrekker en dat heeft al veel in mijn voordeel gespeeld. Tegelijkertijd ben ik zo’n eenzaat dat “Help” niet in mijn meest gebruikte vocabulaire staat. Mijn ouderschap is sowieso iets waar ik veel over secaneer* in mijn hoofd en hoewel ik al heel wat stappen heb gezet blijft onzekerheid wel de kop opsteken. Aan de andere kant ben ik ook van mening: elke ouder twijfelt wel eens. Dan laat ik het over me stromen en dan passeert het zoals het kwam. Een uur later publiceer ik een blogpost onder de noemer “Doordenkdinsdag”. 😉

*secaneren: Een gezellig West-Vlaams woordje voor overdenken, reminisceren, mijmeren.

Update: blijkbaar gaat het over het woord “Chicaneren” en niet “Secaneren” zoals ik het zelf uitspreek. En Vandale online geeft hiervoor volgende uitleg:

Dus hoe ik het gebruik is minder correct maar het blijft een geweldig woord hé?

10 reacties

  1. Tegen mijn oudste heb ik een aantal keren gezegd dat hij mijn broddellapje was oftewel het stukje probeersel als je iets breit. Dat gaf hem en mij de mogelijkheid dingen die niet goed waren uit te halen en opnieuw te beginnen. Bij de andere 2 jongens had ik meer ervaring en was dat uithalen minder nodig. Met dit verhaal wil ik alleen maar zeggen dat opvoeden niet perfect gaat en hoeft te zijn. Het groeit.

  2. Mijn kinderen zijn ook heel zelfstandig ‘gekweekt’ ook al omdat ze van niemand afhankelijk zouden moeten zijn. Dat heeft mij te lang in een slechte relatie gehouden destijds.
    Met ouder worden en door de pandemie komen ze meer en meer met onzekerheden naar huis ook. Zelf op tijd aangeven dat niet alles vanzelf gaat heeft daar zeker bij geholpen.
    En om in jouw thema te blijven: ik heb een boontje voor jou. 🙂

  3. Ik probeer naar hetzelfde evenwicht te streven bij Emil. Ik heb het er soms ook moeilijk mee: hoe vrij kan/mag ik hem al laten, hoeveel mag/moet ik hem uit handen nemen… Een moeilijke balans! Maar wel een boeiende zoektocht, vind ik.

    Zelf ‘help’ zeggen, ik kon het vroeger niet. En ik vertikte het ook om te doen. Maar ik heb het, door alles wat er gebeurd is het voorbije jaar, wel geleerd. En ontdekt hoe waardevol en belangrijk het is om hulp te durven, kunnen en willen inroepen.

    Liefs, Josefien x

  4. Ik ben zelf ook met die insteek opgevoed en ik ben er trots op dat ik mijn plan kan trekken. Ik zie trouwens bij vrienden dat ze hun jongens opvoeden volgens de klassieke rolpatronen, vooral wat het huishouden betreft, ik ben blij dat er ook mensen zijn die het anders doen.

  5. Secaneren was mij, rasechte West-Vlaming zijnde, totaal onbekend. Waarschijnlijk is het typisch Zuid-West-Vlaams. De verschillen met het noorden van onze provincie zijn soms nog groot.
    Twijfelen mag. Moet zelfs. Want twijfelen is de waakhond van het inzicht.

  6. Boontjes doppen met een schaar! Hoe geniaal is dat!
    Ik herinner me ook nog die wedstrijdjes uit mijn kindertijd. Eerst de bonen van de struiken halen; de koer van mijn grootouders lag dan vol. (Idem voor de erwtenoogst trouwens.) Maar de volwassenen waren altijd sneller. En nog steeds kan ik het niet zo snel als zij toen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s