Ik beken…

…dat ik geen zo’n fan ben van van tags.  Mij taggen in zo’n blogding heeft meestal een averechts effect en ik laat het negen van de tien keer aan mij voorbij gaan.  Bij Evi zag ik deze echter passeren en het sprak mij wel aan.  Niet teveel vragen en voldoende luchtig om de week mee te starten.  Dus here we go!

Hoe zag ik eruit als puber?

Tjah.  Wie terugkijkt op zijn puberjaren en vond dat hij er toen fantastisch uitzag mag nu zijn hand opsteken!  Ik alleszins niet.  Elke drie maand een andere haarkleur.  Brede skatebroeken en dito schoenen, gelukkig nooit op een skateboard gestaan want een klungel was ik toen ook al.  Ouderwetse trainingsjasjes uit de tweedehandsshop en zo veel mogelijk elke vorm van het lichaam bedekken.  Het moment zelf lag ik er echter niet van wakker van hoe ik eruit zag al was ik wel heel onzeker over de acné die zowat constant in mijn gezicht aanwezig was.  Dagen van slechts enkele puistjes waren goeie dagen maar eerder een uitzondering.  Op mijn 16e liet ik deze pasfoto maken voor mijn voorlopig rijbewijs:

img_6291

Dit was blijkbaar op een slechte dag genomen.  Vreemd genoeg is de acné blijven duren tot ik het begin mijn twintiger-jaren ècht kotsbeu was en bij de dermatoloog volle bak ging doorklagen nadat ik enkele keren met flut-oplossingen naar huis kwam.  Hij schreef me toen twee redelijk agressieve zalven voor.  Bij de vraag wat ik moest doen als de kuur gedaan was zei hij “niets meer, het zal wegblijven”.  “Yeah right” en ik dacht er het mijne van.  Maar kijk.  Sinds die kuur ben ik er zo goed als volledig vanaf.  Was ik maar enkele jaren eerder geweest!  Binnenkort misschien eens teruggaan voor een zalfje tegen mijn rimpels 😉

Van welke muziek hou ik?

De vraag is eerder: van welke muziek hou ik niet?  Jazz!  Miljaar dat steekt tegen.  Er zit geen ritme in, het is ronduit irritant.  Er is een aflevering van Sex And The City die ik niet meer bekijk omdat Carrie met een jazzmuzikant aan het daten is, ik word er toponnozelgedraaid van.  Geef mij een hele dag K3-songs, punkrock of loeiharde metal: geen probleem.  Tomorrowlandmuziek, trage ballades of golden oldies: waar is die spotify?  Maar wil je mij folteren: bind een koptelefoon met jazzmuziek rond mijn hoofd.

Waar ben ik fan van?

Ik dweep niet met helden of adoreer niemand.  Mensen zijn mensen en wie iets meer kan is daarom niet beter dan iemand met minder mogelijkheden.  Niettemin kan ik wel genieten van de kunsten van iemand.  Zo vind ik het zalig om met die ene vriendin te praten omdat ze altijd de juiste dingen weet te zeggen.  Een kunst!  Ik kan begeesterd geraken als iemand klaar en duidelijk voor een groep kan praten.  Of als ik moet lachen om een cartoon kan ik in mezelf denken: “Toch een gave als je zoiets kan maken”.  Laatst kreeg ik via Kathleen van Verbeelding de tip om “Burn-out Dagboek” te lezen en het was een schot in de roos.  Geweldig boek waarin kwetsbaarheid op een creatieve manier in beeld wordt gebracht.  Dit noem ik kunst.img_5667

Waar weet ik nu echt niks van?

Politiek, informatica, mechanica, economie, bijna alles waar “bio-” voorstaat, wiskunde en noem maar op.  Het interesseert mij ook voor geen meter dus ik ben er niet rouwig om.  Beter mijn hoofd vrijhouden voor de dingen waar ik iets mee ben en als ik iets moet uitrekenen dan pak ik wel de calculator op mijn iPhone.  Wat ik dan wel weer weet is bij wie ik terecht kan als ik een probleem heb in één van de bovenstaande onderwerpen.

Wat weten maar weinig mensen van mij?

Ik ben een vrouw van uitersten.  Zo kan ik hard werken maar ook uitgesproken schaamteloos lui zijn.  Ik ben een overdadige planner maar het loopt evenveel in honderd.  Ik kan heel pedagogisch verantwoord te werk gaan en aan de andere kant de oudste een uur op de Nintendo Switch laten spelen omdat ik op mijn gemak wil zijn.  Ik ben gereserveerd en rustig maar tegelijk kan ik compleet mijn shit verliezen over iets kleins.  Ik ben een trouwe vriendin maar wie in mijn rapen schijt kan het nooit meer helemaal terugwinnen.  Ik ben niet koppig maar kan wel volharden als ik 100% overtuigd ben van mijn gelijk (wat bijna nooit voorvalt).

Wat kijk ik stiekem op TV?

Niets eigenlijk.  Als ik naar iets kijk is het helemaal niet stiekem.  Ik ben er niet beschaamd om dat ik de digicorder programmeer voor Temptation Island of Blind Getrouwd.  Dat ik op Netflix naar Gossip Girl of Gilmore Girls kijk.  Ik ben er van overtuigd dat  zo’n lowbrain TV me helpt om te ontspannen.

Wie zin heeft om deze tag over te nemen: laat zeker een linkje achter in de comments, dan kom ik eens neuzen en vergeet ook niet om eens bij Evi te kijken!

 

Wij nemen mee wat gisteren op de keukentafel lag!

Iedereen werd weer bonkers gisteren.  Het kwik gaat boven de 20 graden en de Belg wordt gek.  Wie moest werken klaagde zich een aap, wie vrij had werd koekoek in het hoofd.  De strandspullen werden bij elkaar geschraapt, de kinders werden ingesmeerd en hup: allemaal naar zee!

Maar waarom eigenlijk?  Waarom trekt iedereen naar zee als het eens een dagje warm wordt?  Daar is geen parking!

wpid-20150416_0656082.jpg.jpeg

En je mag er niet eens zwemmen in de paasvakantie.  Het luttele stukje strand dat je kan overmeesteren wordt de hele tijd platgetrappeld door passerende kinderen, je moet je ogen uitkijken of die van jou nog in de buurt zijn en tegelijkertijd wordt je huid helemaal rood verbrand terwijl je jezelf een peeling geeft omdat er zand in je zonnecrème plakt.

Je ijsje van 2 euro valt op de grond, op je handdoek, op je kleren of in de korrels.  En dan sta je daar, kindersmoeltjes af te kuisen, plakhandjes onder een kraan te krijgen.  Neen, echt, de zee.  Het schemert misschien een klein beetje door in deze blogpost, daar ga ik alleen als het minder zomer, minder warm en minder druk is.

Misschien heeft het ook wel te maken met het feit dat ik jaren en jaren dichtbij “de weg naar de zee” heb gewoond.  Ik zag ze, die mensen die al uren in de file stonden, verdwaasd uit hun raam kijkend, hopend dat ze er bijna waren.  In die tijd was airco ook wel een luxe in auto’s.  Menig fluwijnen heb ik zien wapperen door passagiersramen.  Ik heb het nooit geroepen maar ik heb het veel gedacht:”Als je nog maar bij ons thuis was dan was het zeker nog 20 minuten als je kan doorrijden!  Laat staan in de file!”

Neen, wij werden niet een beetje nutcase.  Ik kocht gisteren met mijn zoon raketijsjes in Den Aldi en we smulden op ons terras, vochtige doekjes dichtbij, namen een badje achteraf en gingen op tijd naar bed, want buiten spelen, dat is overal leuk, of je nu aan zee bent of niet.

Leeuwenshnuggles en tengelaardigheid

Een halve week in asterisken

*  Dingen kunnen nogal eens uitgesteld worden hier.  Procrastinatie heet zoiets denk ik.  Zoals in ons vorig huis het uitgebroken bad zeker een jaar in onze tuin stond te wachten op een nieuwe eigenaar, zo vond ik deze week onze trouwfoto’s terug.  Het bad ging trouwens naar een bende koeien die er nu hun aperitief uit nemen.   Ahja, en die foto’s, die wachten op een foto-album. . .wanneer ging ik dat alweer doen?  Ahja ja, tijdens mijn zwangerschapsverlof 2,5 jaar geleden. . .Als ik deze middag naar de stad ga koop ik ineens een foto-album.  Het was wel even slikken toen ik ze bekeek.  In de voorbije drie jaar zijn al 7 koppels die op het feest waren uit elkaar.  Sommige van die mensen zijn al samenwonend, verloofd of zwanger met iemand anders.  Die weten niet van procrastinatie.

* De laatste “oude” patatjes werden vandaag verwerkt.  Ik kan er niet aan doen, maar als daar van die tengels aan groeien, ik krijg daar de creeps van.  Als kind moest ik al dikwijls de keldertrap trotseren, die was bezaaid met spinnen groot en klein, ze keken je soms al bedreigend aan nog voor je de deur halfweg had geopend.  En dan naar beneden achter een emmertje aardappelen.  Doodsbang dat er één van de spinnen langs mijn broekspijp omhoog ging klimmen.  Eens beneden lag er een berg aardappelen, tengels waar je maar kon kijken.  Ik probeerde er steeds naast te pakken, maar op de één of andere manier kwam ik toch steeds in aanraking met die vieze drendels die daaraan hangen.  Alsof ze je arm gaan vastgrijpen op het moment dat je dichterbij komt, when you least expect it * horrorfilm-muziek op de achtergrond * .  Gelukkig zijn we wel al aan de nieuwe patatjes nu.

wpid-DSC_0492.jpg

*  Wederom was het “neen!” gisteren in Bellewaerde.  Maar deze keer was het uit schrik.  De leeuw van Bellewaerde was eindelijk aaibaar, al was het enkel ikzelf die hem kon strelen,  het kleintje hing aan mijn rok, en de leeuw kreeg niet meer dan een high five.  Het viel wel op dat zijn pak precies eens aan vernieuwing toe is, alsof het een beetje teveel in de was had gezeten, de fuzzyness is er precies van af.

wpid-DSC_0482.jpg

En echt, die kerel die daarin zit, die mag van mij bakken geld verdienen, hopelijk voor hem moet hij vrijdag die komt niet werken. . .(33 graden anyone?)

To drink or not to drink

Er waren twee soorten gezinnen.  Degenen die water dronken tijdens de maaltijd en diegenen die pas na de maaltijd mochten drinken.  Met twee werkende ouders moest ik tijdens vakanties regelmatig eens gaan spelen bij vriendinnetjes, neefjes of nichtjes.  Die speeldagen waren overal anders.  Bij de één was het spelen met My Little Pony, bij de ander mikten we steentjes naar de kippen.  Na enkele keren wist ik maar al te goed wie mocht drinken tijdens het eten en wie niet.  Uiteraard omdat wij zelf mochten drinken bij het eten, anders zou het mij zo niet opgevallen zijn dat ik dat op een ander niet mocht.  Stilletjes kauwend verdorste ik zowat tijdens die maaltijden.  Ik durfde er ook nooit iets van zeggen, zeker niet toen de ouders van de speelkameraadjes nog eens duidelijk zeiden “van drinken tijdens de maaltijd vergaat je eetlust”.  Voor mij ging die vlieger niet op, ik had altijd eetlust.  Ik at altijd bergen, ik denk dat die ouders mij niet graag zagen komen.  “Schil maar een extra patat, ’t is weer die boefbeer die komt spelen.”   Ondertussen wenste ik vurig dat het eten van voldoende saus ging voorzien zijn, want eten, dat moet nes zijn.  Ik vermoed dat dat mijn leuze zal zijn als de verpleegster van mijn rusthuis mij later op een kinderachtige manier komt vragen of het niet lekker is.  “Neeh, veel te droog, eten dat moet nes zijn!  En ik ben geen kleuter, doe normaal!”  Oh ja, ik word grumpy grandma.  Die je steeds doet drinken tijdens het eten.  “Want uw eten, dat mag niet te droog in uw mond malen!”

Boete-Vloed-Broer-hoehoehoe!

Een bibliotheekboete, weeral.  Het valt meer en meer voor.  Soms een keer twee euro, soms een keer vijf euro, deze keer is het weer vier euro.  En je zou denken, een mens leert daaruit, maar dat is dus in mijn geval geen moyen, integendeel.  Ik schrijf me nog in bij een tweede bibliotheek om nog meer boeken te kunnen lenen.  Greedy greedy greedy!  Ik had wel gemerkt dat De Opwindvogelkronieken al een tijdje op mijn nachttafel wentelden en ik lees graag twee (soms drie) boeken door elkaar om eens af te wisselen.  Maar nu is de uitleentijd van dat boek overschreden en ik zit nog maar aan de helft, nog zo’n 440 pagina’s te gaan tegen 7 september…..risky business dus.  Nu kan ik natuurlijk eens vriendelijk kijken naar hem omdat ik dat boek heb zien blinken tussen de grote stapel andere boeken in zijn crib.  Of gewoon omdat ik nu niet meer de kans heb om het gewoon uit zijn boekenkast te stelen lenen aangezien hij zo’n 90km verderop woont.  Of omdat hij zelf binnenkort zijn boek uitbrengt en dat dus in de rechterkolom hier zal prijken.  HET boek zal ook weer voorrang krijgen op de andere boeken die ik aan het lezen ben uiteraard….En omdat hij, als schrijver, me mag uitlachen omdat ik boetes oploop in de bibliotheek in plaats van boeken te kopen.

van die keer dat ik een dikke zigeuners’ ass gekicked heb

Als ik eraan terugdenk besef ik meer en meer hoe derover die situatie was.  Ik spreek over bijna 12 jaar geleden, toen de dieren nog spraken zeg maar.  Ik was net 18 jaar en zat op kot, en geestig dat het was.  Op zondagavond gingen we uit.  Zoals elke student was de vrijdagavond om languit in de zetel te bekomen, de zaterdagavond en zondagavond gingen we uit.  Kwestie van toch zeker voldoende uit te gaan, want we waren studenten en studenten gaan uit.  Ik had net mijn eerste gsm gekocht, dat leek handig op kot.  De dag van vandaag koopt men dat voor iemands’ plechtige communie, in die tijd mocht je blij zijn dat je er één had op kot, anders was het zoeken naar een telefooncel in de buurt.  Dat ding kostte me 4999 frank van mijn zuurverdiende vakantiejobcentjes.  Drie weken aan een stuk zeepflesjes op de band zetten, 8 uren per dag.  Het was een grijze motorola genre televisiebakske.  Ik kon ermee smsen en bellen.  Het toestel had geen kleurenscherm en ik kon er zelfs alleen maar hoofdletters mee tikken.  Switchen naar kleine letters kon pas op mijn tweede gsm.  Een smsje kostte toen 12 frank (waarom weet ik zo’n dingen toch nog na 11 jaar?).  Ik heb er geen idee van hoeveel zoiets nu kost.  Op één van de zondagavonden stapte ik met Friede naar het café toen we tegengehouden werden door een drietal zigeuners.  Ze schurkten tegen ons en leidden ons af met allerhande brabbelpraat.  Toen we ze eindelijk afgeschud hadden duurde het zeker nog een halve Overpoortstraat voor ik merkte dat mijn gsm gepikt was.  Ik had hem nog maar een week!  Godver smeerlappen!  Wat er toen gebeurde is nooit veel voorgevallen.  Ik werd razend!  Niet-te-doen-razend!  Ik weet niet of ik ooit nog zo kwaad ben geweest sinds die keer.  Ik denk zelfs dat ik stoom afgaf rond mijn oren.  We keerden terug naar de crime scene.  Friede herkende meteen de bandidos en wees ze aan.  Die man was twee koppen groter en vermoedelijk zo’n 50kg zwaarder dan mij.  Ik stelde me voor hem, versperde de bombast de weg en tikte met mijn wijsvinger op zijn borst “Jij hebt mijn gsm gepakt!”  Hij probeerde mij te negeren en deed alsof hij me niet begreep.  Ik bleef volhouden en in mijn colère begon ik te roepen “Jij hebt mijn gsm!”.  Net op dat moment passeerde een politiepatrouille door de drukbevolkte Overpoortstraat.  Ik zei “geef hem nu terug of ik roep die patrouille”.  En toen gebeurde er iets vreemd.  De zigeuner zei “kom mee”.  We volgden hem en bleven op een afstand toen hij vroeg om even te wachten.  (ter info: dat was de razernij, nu zou ik NOOIT meer zoiets doen, screw you zigeuner, ik koop gewoon een nieuwe).  Maar ik was KWAAD!  Kwaad, het had geen naam.  De gigantische zigeuner kwam eraan en  ik kreeg mijn gsm terug.  Zomaar. En daarna gingen we een pintje drinken (niet met die zigeuner, die ging verder gaan stelen).

en mijn laptop stond ineens vol door veel te veel fotomateriaal, dat ook

In de warmste week van de zomervakantie:

  • Kreeg ik een voorstel om over te bloggen:

Ik deed er echter niks mee, maar kreeg wel ineens veel goesting om op zoek te gaan naar de vlag en daarbij de generaal keihard af te slachten.

  • Was er tijd voor zeepbellen van den aldi, kippen en tuinkabouters

en de tuinkabouters lijken ontsnapt op de foto, ze zijn er echter wel achter het hoekje

  • Er was ook tijd om in het gras te wentelen

heerlijk met de zon op je smoel

  • Ging Onslow dood 

tju toch Onslow 

  • Wist ik ineens wat ik echt graag wou voor mijn verjaardag

en “via het internet kun je dat gewoon aan je deur laten leveren Ma”

werd beantwoord met “bestel jij het maar, kga ik het dan wel betalen”

  • En Marbel leek het allemaal content te bekijken vanaf haar plekje bij de hortensia

Althans, ze werd even gerust gelaten door Het Mormel die het te druk had met zeepbellen achternarollen in zijn “rolkar” 

  • Oh ja, ik werd ook zo’n vrouw “wiens echtgenoot binnenkort naar het buitenland moet voor zijn werk”.  Maar daarover meer later.  

 

 

 

 

en toch blijven spelen hé

Monopoly…het staat hier bij ons thuis, de versie die we jaren speelden toen we nog thuis woonden.  De doos is stokoud, er zijn nog briefjes van 10 000 fr in te vinden.  Die oranje briefjes waren het meest begeerd, ik ging al mijn blauwtjes wisselen om toch maar ééntje van 10 000 fr in mijn bezit te hebben.   Mijn broer koos steeds de sportwagen als pion, ik ging meestal voor het strijkijzer (oh de ironie, de vrouw die al het strijken aan haar man overlaat koos vroeger het strijkijzer).  Iedere keer, maar dan ook iedere godganse keer opnieuw verloor ik.  Vanaf hij zijn hotels begon te kopen was het hek van de dam en gingen mijn oranje briefjes jammergenoeg steeds naar overkant van het bord.  Het straatgeld was altijd voldoende om radicaal failliet te gaan, al had ik nog regelmatig eens geluk toen ik “de pot” won.  En wat er zeker niet mocht aan ontbreken tijdens één van zijn vele triomfen: de grijns op zijn gezicht terwijl hij  “keep the change” riep als HIJ eens iets moest betalen aan MIJ.

Vandaag op/in De Standaard:

Bordspelen op de tablet: nooit meer een pion kwijt

Vandaag om 03:00 , door wle in Apps

Bordspelen op de tablet: nooit meer een pion kwijt
© rr
Niets dat onderweg op reis handiger was om je bezig te houden dan bordspelletjes. Alleen: die dingen gingen aan het schuiven, en voor je het wist was je een paar stukken kwijt. Het is dan eigenlijk niet verbazend dat een aantal van de meest succesvolle apps aangepaste versies van die bordspelletjes van toen zijn.
Monopoly

Monopoly is een spel dat zich niet zo goed leent tot een transfer naar iPad, zou je denken. Het bord is vrij groot en bevat veel kleine lettertjes (de straatnamen). Maar dat weeg niet op tegen het grote voordel: u moet de tablet niet moet doorgeven of draaien, want iedereen kan aan zijn kant van het bord blijven zitten.

volledige artikel en bron: http://www.standaard.be/mobilia/cnt/DMF20120629_134

Maar hoe moet je dan met al je geld zwaaien naar je tegenspeler?  Een waaiertje maken van je oranje briefjes en jezelf koelte toewapperen terwijl de ander zijn laatste geld samenschraapt?  Je huizen weer mooi op het bord zetten omdat de ander er met zijn sportkar is ingereden…Je ziet, ik heb misschien toch wel eens gewonnen, tijdens één van zijn zwakke momentjes.  Ik vermoed dat ik die drie keren vermeld heb in mijn dagboek vroeger.