Page 4 of 5

und zwiebelshnitzels, mit zwiebeln

In Duitsland spreken ze zo geshushishaga-achtig, en veel te vlug, massa’s veel te vlug.  Zo kon de eigenares van onze ferienwohnung hele rijen swatelen en deed ik er beleefdheidshalve “jawohl”-maneuvres bij.  Tegelijkertijd schoten mijn ogen waarschijnlijk heen en weer van het nadenken over wat ze nu in godsnaam uiteen deed.  Herr Dierinck , onze leerkracht Duits in het 6e middelbaar, heeft het altijd al geweten, in Duitsland zou ik beter niet komen.  Of op zijn minst mijn mond houden.  Anyway, vakantie is leuk, Duitsland was toch leuk, kijk maar:

wpid-DSC_0565.jpg

Er stond een stenen eendje op mijn groene nachttafeltje.  Wie heeft dat nu staan op zijn nachttafel?

wpid-DSC_0564.jpg

Een kookwekker in de vorm van een ijscoupe.  To die for.

wpid-DSC_0563.jpg

Ik kon ook meteen met het naaidoosje aan de slag.  Moest ik ooit van m’n leven zin krijgen om op vakantie kleren te naaien, voer me af, voer me meteen af.  Zum krankenhaus!

augustus2013vakantieduitsland 001

Dit gelijkt er al meer op, een anti-stress-becher, gevuld met goeie dampende koffie. . .

wpid-DSC_0562.jpg

Anderhalf boek lezen in vier dagen, onder een “saarzeke”. . . now we’re talking. . .

augustus2013vakantieduitsland 038

Aan zijn gezicht te zien zou je denken dat hij nooit buitenkomt, dat deden we echter wel. . .

En er was ook het verhaal van de rodelbaan, ohja, en een incidentje in het wegrestaurant en iets met vliegtuigen bezoeken.  Maar nu ben ik eventjes uitgevakantied, misschien de volgende keer.

 

 

’t Is maar een keer zeggen hoor

Sleep sleep, sleur sleur.  Het kan er soms zwaar aan toe gaan op zo’n colruytbezoekje.  Bij de pakken water had ik er genoeg van.  Ik besloot er geen meer te kopen en een Brita-kan aan te schaffen.  De twee-literflessen staan mij toch in de weg en ze wegen gelijk lood.  Naar verluidt bespaar je er ook mee.  Ohja, en het is ook nog goed voor het milieu, niet dat ik nu de meest groene persoon ben maar het is mooi meegenomen.  Aan de kassa vroeg ik de winkeldame hoe lang ik met zo’n filter die erbijhoort zou kunnen doen. “Lang denk ik, ik weet het niet zeker, mijn moeder heeft ook zo’n filterkan, ik kan het niet exact zeggen. . .” Ok, ik zoek het wel eens op of ik vind het wel ergens.  “Maar zo’n kan, dat moet ik niet hebben hoor, ik ben daar vies van.  Ik weet het zo niet, water dat moet toch proper zijn en zo’n kan, je moet al een grote frigo hebben omdat dat water te koelen, ik wil mijn water koud, niet lauw zoals bij mijn moeder.  Neen, ik ben daar niet op begoest op zo’n kan.  Niets voor mij, neen.”  Owwwkeiiii, so far for making a conversation. . .

wpid-DSC_0396.jpg

Ik deed tegelijkertijd ook van lazy housewife (zoals zoveel keer) en kocht een mix voor brownies.  Man man man, ze staan af te koelen maar die zullen direct eens opgepeuzeld worden.  Ik vertel er maar onbeschaamd bij dat ik meer werk heb gehad bij het opstellen van de bakvorm (die erbij zit hé mensen, dat zit er gewoonweg bij) dan bij het maken van het beslag.

wpid-DSC_0382.jpg

Buggles introduceert een limited edition van hun befaamde cornchips.  Laat ons zeggen dat buggles toch wel mijn favoriete chips zijn en zo’n limited edition dat kun je dan toch niet laten liggen hé.  Buggles peanuts.  Superlekker!  Maar als de zak leeg is heb je het precies wel gehad.  Goed voor helemaal op in één keer.  Weeral onbeschaamd.  En ik koop dan nog Brita kannen.  Hah!  Hop!  De brandstapel op zo’n vrouwen!

wpid-DSC_0395.jpg

 

De kat is weer een deel van zichzelf verloren.  Het is al de eerste keer niet dat ze zo’n stukken haar achterlaat.  Deze keer lag dit mooi aan de voordeur.  Gelukkig weet ik na 4 jaar al wat het is maar het zou toch kunnen doorgaan voor een uitgeputte rat.  Of een haarstukje voor iemand met een klein hoofdje.

wpid-DSC_0392.jpg

 

Tegelijkertijd doet Ilja van Russian roulette.  Risky business zou ik zeggen.  Marbel wordt het liefst gerust gelaten, tenzij ze zelf op je schoot springt, dan kan er een aaike vanaf.  “De poes zal je pijn doen” lijkt weinig effect te hebben.  Ervaring ook niet, want hij is er reeds twee maal in haar klauwen gevallen.  Tjah.

rule n°1: het laken niet scheuren!

“Als we hier lang bezig blijven met die groene bal in de goal trachten te mikken, dan kunnen we misschien ineens van hieruit vertrekken naar die paaseierenraap morgenochtend.”  Ik, tegen mijn Pieter, twee amateurs in het snooker.  Snooker is een sport.  Zoals Astrid On Wonderboat vrijdagavond duidelijk maakte dat vissen wel degelijk een sport is, zo is snooker ook een sport.  Duizendhonderdachtenveertig keer rond die tafel trappelen, balanceren op één been en tegelijkertijd met twee stokken manoeuvreren om dan net naast het doel te mikken.  De stok met de pinnekes op, die als hulpstuk dient om beter aan een bal te geraken, heet “The Rest”.  Cool hé, The Rest.  “Pass me The Rest, man. . .”  Fysiek is het niet te onderschatten, maar je moet er verdikke ook goed bij nadenken, uw radarkes draaien overtoeren zou Alain Van Dam zeggen.  (Of het klinkt toch als iets dat Alain Van Dam zou zeggen, gow.)  Ook een beetje meetkundig inzicht miskomt niet.  Laat dat laatste nu niet echt mijn sterkste kant zijn.  Ik moet zelfs mijn rekenmachine uithalen als ik de oppervlakte van iets wil berekenen, en als ik 6 dl melk nodig heb in een baksel dan moet ik mij eerst afvragen of ik ga toekomen met een liter.  Voor wie zich afvraagt op de schoolbanken waarom je in hemelsnaam ooit meetkunde voor iets zult nodig hebben: om later uw echtgenoot of uw vader tijdens snooker te verslaan.  Met uw Rest.

Are you in, Rose?

Tommy wist niet wat dat was, een muzikaal pak.  Niet dat ik Tommy wekelijks hoor of zie, nooit veel eigenlijk, maar hij is mijn instagramvriendje.  Naast facebook is nu ook instagram een bron van alle weet.  Ik vond het verwondelijk dat er iemand is die niet weet wat een muzikaal pak is.  Maar ik ga er wel eens meer van uit dat de dingen die ik als kind meemaakte ook in andere kinderlevens gebeurden.  Zoals met drie studiejaren in één klaslokaal les krijgen.  Het 1e, 2e en 3e leerjaar zat in één lokaal en het 4e, 5e en 6e leerjaar zat samen.  Dan vormden we tenminste een groep.  Een groep van 11 op een gegeven tijdstip.  Ik zat in mijn leerjaar met 4.  Laatst hoorde ik iemand zijn twijfels uiten over het feit dat zijn dochter in zo’n graadsklas zou terechtkomen.  Wij hebben nooit anders geweten, en het is redelijk in orde gekomen met mij en mijn voormalige klasvriendjes, alléé, volgens facebook toch, en facebook weet alles.  Maar een muzikaal pak, dat zou toch echt weer geïntroduceerd moeten worden op feestjes.  Geblinddoekt elkaars’ tanden poetsen, een lange zin doorfluisteren om dan te horen wat er op het einde van de rit van gekomen is.  Of kaartje zuigen en doorgeven aan je buur die ineens veel jeuk aan zijn rug had en het kaartje talmend ontving waardoor je bijna flauwviel van het acute zuurstoftekort.  Ik zal er maar ineens nog een belachelijke kinderanekdote bijgooien.  Op mijn eigen verjaardag (ter info: 24 augustus, voor wie mij kaartjes of cadeautjes wil zenden) deed ik met mijn vriendinnetje ook muzikaal pak.  Met z’n twee.  I kid you not!  Mijn broer deed de muziek en wij gooiden het pak naar elkaar.  Sommige spelletjes konden we niet spelen omdat we met te weinig waren (met twee is in feite echt wel het minimum om muzikaal pak te doen), maar het was altijd een hele middag leute maken en er was snoep aan het einde van het spel.  Binnen enkele jaren zijn onze kinderen oud genoeg om muzikaal pak te spelen.  Tot ze erbij neervallen, muzikaal pak, elke keer opnieuw!

“Francis wordt aan de kassa gevraagd! Francis aan de kassa!”

Heb je hier iets nodig, je haalt dat naar de Stock.  Streekgenoten zullen direct weten over welke Stock ik het heb.  Die Stock waar je, 11 jaar na de invoering van de euro, nog steeds de prijs in belgische frank op uw oranje prijsstickertje en kasticket ziet staan.  Voor 8999 frank kun je er een set rotanmeubelen, inclusief kussens met 80’s print kopen!  Liefhebbers?  ’t Is een batje!  Het is die Stock waar je koperwax niet tussen de verf en andere giftige producten vindt, neen, je vindt dat bij de schoonmaakproducten.  Die staan helemaal aan de andere kant van het gebouw, nabij het speelgoed.  Je vindt daar alles.  Bretellen, cassettespelers, huisnummers, thermisch ondergoed. . .één plek.  De medewerkers van de Stock zijn ook altijd druk doendig.  Zo druk, als je iets vraagt kijken ze nauwelijks op van hun werk, ze wijzen je de weg van op de plaats waar ze zich bevinden.  Zo probeerden Pieter en ik jaren geleden eens informatie te verkrijgen over tuinmeubelen.  We werden doorverwezen naar een andere noeste werkbij die vanuit de verte werd aangeroepen “Kun je eens mensen gaan helpen bij de tuinmeubelen?”, we stonden reeds bij de ontvanger van de boodschap die zonder op te kijken van haar werk (as I said) volle bak en weinig genuanceerd terugriep “Ze gaan moeten wachten hoor, ik ben bezig!”.  Haar gezicht was goud waard toen we net niet in haar oor konden fluisteren “Het is voor ons hoor”.  Ineens werden we als koningen met grote gouden kronen bediend, tuinmeubelen werden in en uit het magazijn gesleurd, verschillen werden aangetoond, prijzen besproken. . . zonder effect.  We kochten niets.  Maar dat compenseerde voor al de andere keren dat we daar wel al geld achterlieten.  Tjah, ’t is de Stock, dat gaat daar zo.  Je neemt dat zoals het is, en je blijft gaan, voor dat éne vijsje dat je nergens vindt. . . .

War of the punctuation marks

Alles moet dezer dagen bevestigd worden met een hashtag.  De hashtag is tegenwoordig de koning van de leestekens.  En dat terwijl het vraagteken zo’n prachtige vorm heeft?  Ik wil juist een koningske typen om er zo’n quote voor te zetten en dat dan in een thema’tje te gieten, maar ik vind hem zelfs niet op mijn toetsenbord.  Ah toch, bij de 3.  #  Samen met ALT GR dus.  #computernitwit much?  En ik ben niet cool want ik heb al maanden niet meer op mijn twitteraccount gekeken omdat ik twitter namelijk moeilijk vind en omdat ik het woord “cool” nog altijd gebruik.  Dat laat me tegelijkertijd onder de # oud wijf vallen.  Als we verhuizen stappen we ook over op de papieren gazet, ik hou steeds minder van een computerscherm bij het opstaan, welke, dat staat nog ter discussie.  En we eten chocolade-boeken. . .

chocovloed

De papieren versie staat trouwens op de longlist voor de Gouden Uil!  Did I mention dat mijn broer dit geschreven heeft?  Èn dat het supergoed is daar nog een keer bovenop!? Ah neen hé, niemand wist dat! #zisdaarweerwidestoefege.  Ik maak alvast een t-shirt met “da’s mijn broer!” en zo’n grote wijzende vinger.  Dan moet ik zeker zorgen dat ik niet naast andere schrijvers ga staan, subiet vragen ze mij of Brusselmans als klein kind ook al zo grofgebekt was.  Weet ik het!

 

Geen OngeLukkedag

Het is weer gepasseerd.  Het jaarlijkse familiefeest dat we in onze familie “Lukkedag” noemen.  Dat we al jaren geen lukken meer eten is bijzaak, de naam bleef.  Iedereen tracht op Lukkedag aanwezig te zijn, want het is ons enige nieuwjaarsfeest aan die kant van de familie en meme vindt het belangrijk dat we er zijn.  Ik heb gelukkig nog drie meme’s.  Eén schoonmeme en twee echte meme’s.  Eéntje die 81 wordt en ééntje die er 96 wordt.  Het is de oudste meme die Lukkedag oprichtte en ieder jaar in het midden van de eretafel zit.  Met twaalf kleinkinderen en 16 achterkleinkinderen is het ook steeds een drukte van jewelste.  Voorzien van voldoende spijs en drank worden er ook regelmatig jeugdherinneringen bovengehaald.  Vooral die van al die keren dat het feest nog bij meme thuis plaatsvond en wij met ons 12 op elkaar gepropt in haar voorplek moesten eten.  Oudere huizen beschikken daar meestal over, in ons huis hebben we ook een voorplek, weliswaar niet groot genoeg om 12 kinderen in te herbergen.  In die voorplek organiseerden we onder ons neven en nichten dan ook voldoende bezigheidstherapie zoals daar was: “verstoppertje in het donker”.  We vonden er niet beter op om het de zoeker moeilijk te maken door de deur van het kamertje te barricaderen met een stapel tafeltjes en stoelen.  Hoe hoger, hoe beter.  Hoe meer stoelen we op elkaar kregen hoe beter ons project geslaagd was.  Als iedereen zich verstopt had werd het licht uitgeschakeld en werd er keihard “je meug kom’n!!!!!” geroepen.  Dat er daar nooit iemand zijn nek gebroken heeft moet een wonder heten.  De barricade van stoelen en tafels kletterde dan bij het binnenkomen om, we zagen het niet gebeuren, maar we hoorden het wel.  En wij, wij zaten met ons 11 verstopt ergens in die kamer.  Zo stil mogelijk proberen te ademen en VOORAL NIET LACHEN.  Degene die zichzelf wel lachend liet vinden kreeg een stoemp van de ander die er vlakbij zat.  Ahja, want iedereen zat gewoon naast elkaar in zo’n klein plaatsje.  We waren onsterfelijk, onschuldig en zo zorgeloos op dat moment.  Dat is nog steeds een beetje Lukkedag, gewoon op het gemak ééntje (of . . .) drinken, samen eten en verder opgroeien met elkaar.

Vettig nieuwjaar!

Dat is altijd hetzelfde na zo’n schransdagen.  Eten, smoefelen, smikkelen overal rond, massa’s hapjes, desserts, heerlijke koude schotel, koekjes, ferrero rocher en van die dingen, een beetje zoals ik mij de hemel voorstel.  Als ik dan ’s avonds thuiskom van zo’n doendige dag zoals gisteren dan heb ik….honger.  Goesting op frietjes, vettigheid, hoe vettiger hoe prettiger.  Alsof mijn lijf roept: “meer eten, nog, de maag kan niet vol genoeg zijn, profiteren, het is ’t moment!”.  Schotel mij dan een bord vettige spaghetti of een kleintje met een viandel voor en ik speel dat zonder moeite en met veel smaak nog naar binnen.  Toch is het weer voorbij, het ongegeneerd bladerdeeghappen, geschenkjes glinsterend bewonderen en blij zijn om mensen na lange tijd terug te zien.  Tot de volgende kwestie, maar eerst even de broeksriem letterlijk toesnoeren.  Graag in hetzelfde gaatje, al zal dat een illusie zijn na december.

Ik wou eigenlijk over 3 Tupperware-uitnodigingen op één maand tijd bloggen maar het is anders uitgedraaid

Zo verhuizen naar twee woonplaatsen, je volledig installeren bij je moeder, je huis verkopen, tussenin gaan werken en nog een resem verhuisdozen verslepen….dan kan het niet anders dan dat je ’s avonds om 21u in slaap valt in de zetel denk ik soms.  Ik zal blij zijn als de hele papierrompslomp, het dozenversleperij, het aktegeteken voorbij is en we ons volle bak kunnen focussen op het nieuwe huis waar toch nog echt wel eigenlijk superveel werk is.  Eigelijk toch echt wel ja gow.  Ik kocht wel al een nieuwe brievenbus, nu nog tijd vinden om te bekomen van de kostprijs van zo’n simpel metalen ding.  Het was de keuze uit de dure (72 euro), de superdure (129 euro) en de gow-zeg-wie-geeft-er-nu-zoveel-uit-aan-zoiets-dure (209) versie.  Ik koos voor de dure versie van het opgewaarde nestkastje.  Moest ik nog geen opvoedster zijn, ik werd brievenbusmaakster.  Voor al uw postverwennerij.  En tegelijk uw brieven en uw geld incasseren!  Maar het zal zo fijn zijn om fanmail daarin te ontvangen.  Ik hou enorm van postkaartjes krijgen en al zeker van brieven al wordt dat totaal niet meer gedaan.  De brief is vooral negatief geworden “betaal dit” “afrekening van dat” “gelieve uw bibliotheekboetes te betalen” en al van die dingen.  Zoals elk kind tevreden is met een lolly, zo ben ik content als ik welgezinde persoonlijke post krijg.  Ook geboortekaartjes en oh ja verjaardagskaartjes maken mij blij, die enveloppen worden open gesnakt en dan wordt er gretig gelezen.  Was ik een tekenfilmfiguur op dat moment, mijn ogen zouden keihard weg en weer gaan.  Ik bewaar ook al die dingen.  Bij het herontdekken/herinrichten van mijn slaapkamer, hier bij mijn ouders, ontdekte ik kerstkaartjes uit het jaar 2000.  Machtig, al werd daar toch wel in geroefeld en van mijn hart een steen gemaakt, alles de papierbak in.  Maar u bent vrij om mij van nieuwe postgewijze attenties te voorzien, niet te groot, zodat ze in mijn nieuwe brievenbus passen.  Mijn pimped out, chromed out, way too expensive inbox.

 

De man die alles kan!

Deze morgen werd ik gewekt door Jimmy B.  Hij bleek een vent te zijn.  Vreemd genoeg kreeg ik na een bijna slapeloze nacht toch een glimlach op het gezicht.  Wie wordt nu niet welgezind van Jimmy B?  Bij de thuiskomst van het werk deze middag kon mijn koortsige zoon meteen zijn bed in, moeder plooide zich in de kamer ernaast ook onder haar eigen donsdeken.  Draai het of keer het hoe je wil, je eigen bed is toch het beste ter wereld.  Ik sliep reeds een aantal keer in hotels en bij anderen thuis en toch…mijn eigen bed voor president!

Het huis lijkt ontploft na een werkweekend maar het kan me weinig schelen, ik doe het morgen wel.  Eerst tijd maken voor wat echt belangrijk is: mijn maag.  De koffieverslaving tracht ik binnen de perken te houden door nu en dan eens voor thee te kiezen.  Of dat veel beter is…voor mijn gemoed alleszins wel.

 

Ik kreeg deze week ook een prachtige bestelling binnen.  Gemaakt door de bewoners op het werk (ter info: het is niet de pop):

 Das handig zo’n stoeltje, je kunt al eens iemand inviteren.  Meet Elvis.

 Nog een bestelling, in de brievenbus deze keer:

 Inderdaad, ik druk nog steeds foto’s af en steek ze in een oldskool fotoalbum.  Al moet ik toegeven dat ik dat enkel doe voor de foto’s van Ilja.  De foto’s op mijn laptop van feestjes en dergelijke dienen als drukmiddel bij vrienden voor als ik ooit eens geld moet aftroggelen…

 Een derde bestelling kwam ook binnen:

 

De mijn-vingers-zijn-te-dik-voor-deze-telefoon-telefoon.  Ik dacht dat ik een vat vol frustraties zou zijn bij de ingebruikname maar het gaat wonderbaarlijk goed, al moet ik nog het volume van mijn wekker herinstellen.  Al twee middagen op rij schiet ik recht alsof men met een naald in mijn hiel prikt om dan als een halve gekookte naar het toestel te gaan graaien.  Voorlopig zonder breuken.  Je ziet het, een radiowekker blijft de beste keuze, al moet je er dan soms eens Jimmy B bijnemen.