Dust in the wind

Soms zijn er momenten, waarop ik denk: “verdikke zeg, waarom ben ik niet iets meer een neat freak?” Komt niet zoveel voor, toegegeven, maar het valt wel op dat het altijd is als ik mijn auto uitmest.

Enige nuance is hier wel aan de orde….

  • Mijn wagen (= onze gezinswagen, want mijn echtgenoot rijdt met een bedrijfswagen die automatisch “de zijne” is) wordt gebruikt voor “de vuile uitstappen”.  De Palingbeek  waar zich een gigantische zandbak bevindt, afhalen van frietjes met de vieze geurtjes achteraf, naar het bos met de stinkende verdorde bladeren aan de laarzen….of gewoon…de kinderen tijdens hun dagdagelijkse bestaan.  Stokjes van lolly’s, koekenmul, opengescheurde Vitaminis-kaartjes, kleine speelgoedjes die tussen de zetels geraken.  You name it, it’s there!
  • Ik ben van nature niet de grootste kuisfreak.  Nooit geweest en zal ik ook nooit worden
  • Auto’s zeggen mij niet veel, ze zorgen dat ik van punt A naar punt B geraak zonder nat te worden of mij teveel moet vermoeien.

Maar dat neemt niet weg dat hij gelijk heeft.  De echtgenoot that is.  Ik ben “een vuile kouse” als het over mijn wagen gaat.  Als je de koffer dichtslaat zijn je vingers altijd een beetje grijs en je kunt tot maanden terug traceren waar ik overal geparkeerd heb als je de vele parkeerticketjes samenlegt.  Vandaag spande de kroon.  Gezien ik volgende week naar de keuring ga besloot ik om hem te stofzuigen.  Inderdaad, er moet een reden voor zijn.  Komt daarbij dat ik -ja zelfs ik- vond dat het aantal papiertjes en afvalletjes nu net iets erover was.  Wat ik vandaag echter geleerd heb is het volgende: je hebt mensen die stof in hun auto hebben, da’s normaal, iedereen heeft wel een beetje stof in zijn auto?  Toch?  Dan heb je mensen die veel stof in hun auto hebben, ik zou mezelf al daarbij durven rekenen, ik moet ook altijd zoeken waar die gele stofdoek zich ergens bevindt, ik vermoed in dat vak aan de achterkant van mijn zetel.  Maar wat ik vandaag uit mijn tapijten heb geklopt.  Dat is niet meer van de categorie “veel stof hebben”.  Dat is: “bel de brandweer, er kunnen hier zandzakjes worden gemaakt”.  Ik klopte de matten uit tegen de elektriciteitspaal voor onze deur…ik was beschaamd dat mijn overburen thuis waren om getuige te zijn van de zandstorm die ik veroorzaakte.  Heelder walmen stof en zand vlogen over mijn oprit.  Echt, de volgende keer wacht ik tot het donker is om dit te doen want ik vermoed dat ze hoofdschuddend tegen elkaar ge-“tssss”-t hebben.  En terecht want het was ongezien.  Misschien moet ik echt wel eens meer mijn auto stofzuigen.

Of gewoon nieuwe automatten kopen.

De hopeloze huisvrouwenshow

De mentaliteitsverandering die Marie Kondo met haar boek en haar tips wil bereiken is nog niet helemaal tot mij doorgedrongen vrees ik.  Ik had me al lang verzoend met het feit dat ik niet de perfecte huisvrouw ben maar dat neemt niet weg dat het huishouden moet gebeuren -al dan niet perfect-.  Toch verzucht ik wel eens.  Waarom kan ik eigenlijk niet de perfecte huisvrouw zijn?  Ben ik de enige waarbij de keuken er na het ontbijt zo uit ziet?

wpid-20150725_093950.jpg

Een doos met vers fruit van gisteren, nog niet uitgepakt.  De broodsnijmachine van deze morgen, nog niet opgeruimd.  Een bloempotje dat eigenlijk in het compostvat moet, nog niet in het compostvat geraakt.  Een fles evian die eigenlijk bij de babyvoeding moet staan, ergens halfweg blijven staan.  Een krant, een tuutje en een sterilisator die aan het uitdrogen is.  Een plastic zak met verse wortelen die nog in de frigo moeten geraken.  Vuile papflessen die nodig in de afwasmachine moeten, maar die zit uiteraard nog vol met propere afwas.

Alles moet altijd “nog terug op zijn juiste plaats geraken”.  Daar blijkt het schoentje altijd te wringen.  Marie zegt: “Berg alles na gebruik terug op op de juiste plaats”.  Het zou mij geen kwartier kosten om de keuken op te ruimen:

wpid-20150725_102116.jpg

Toch veel aangenamer om op te kijken dit? Ik zucht, ik geef Marie gelijk en geniet nog even van mijn opgeruimde keuken alvorens ik hem weer vol gooi.

en voor mij uitstaren met een leuk muziekje op de achtergrond….zeker niet te vergeten!

Nog een week en een dag werken en dan start mijn zwangerschapsverlof.  Heih?  Nu al?  Ja, in de sociale sector (afhankelijk van de voorziening waar je werkt) stoppen opvoedsters over het algemeen enkele maanden op voorhand met werken.  In mijn geval, op mijn 6 maanden zwangerschap.  Er liggen dus 3 maanden thuiszitten voor mij.  Uiteraard gaan die voorbij vliegen al denk ik soms wel eens “wat ga ik allemaal doen in die tijd?”.  En dan denk ik: ik ga er eens over nadenken als ik tijd heb.  Maar hier en daar sijpelen er toch al ideeën binnen.  En niet te vergeten, er is ook nog een eerstekleuterklasser die dagelijks van en naar school moet gebracht worden.  LJ zou het wel weten denk ik, die had waarschijnlijk al maanden op voorhand allerlei te-bereiken-lijstjes opgesteld, het praktisch brein van blogland!

–> Dingen voor de baby

  • Geboortekaartje ontwerpen
  • Lijst maken van wie er ééntje zal ontvangen en daarbij genadeloos schrappen en liefdevol toevoegen indien nodig!
  • Die suikertest gaan doen!
  • Kraamgeld aanvragen
  • Nadenken over geboorteattenties (ik noem ze niet graag doopsuikers, want van dopen ben ik geen fan)
  • Kleertjes van de zolder halen en eens goed bekijken wat ik ga gebruiken en wat niet
  • Babymateriaal overal rond gaan terugsprokkelen, er is al een deel uitgeleend materiaal teruggekeerd, maar ik heb nog niet alles.
  • Beslissen of we nu een babyborreltoestand gaan organiseren of niet en al dan niet regelingen daarvoor treffen.
  • Bevallingsgyneacoloog kiezen (een heel verhaal, later misschien eens, of ook niet…)

–> Dingen in huis

  •  Boven en in “het achterkot” de deuren en sjambrangs ontvetten – afschuren – primeren – schilderen, daarbij hopen dat ik nog in mijn schilderkleren pas.
  •  “Enduiren” in de nieuwe kamers
  • De kamers inrichten, daarbij sleep- en sleurwerk uit handen delegeren
  • De garage uitmesten, idem in verband met sleep- en sleurwerk

–> Sociale gebeurtenissen

  • Naar de kapper: dringend!  Grey-alert!  Neen Dr. McDreamy heeft er niets mee te maken jammergenoeg.
  • Naar de pedicure en mijn wenkbrauwen laten trekken.
  • Afspreken met enkele vrienden die ik nog wil zien voor de bevalling.  Stuk of vijf dates te plannen dus, als je je aangesproken voelt: mail even vlug!

–> Try-outs doen waar ik anders geen tijd voor maak

  • Verse eclairs maken (recepten zijn welkom!)
  • De recepten in mijn receptenmap proberen

–> Tijdrovende activiteiten inplannen

  • Puzzelen
  • Mij door mijn stapel Knacks en Focus Knacks worstelen
  • Onze trouwfoto’s verder inplakken (we zijn vijf jaar getrouwd dit jaar….het wordt wel eens tijd hé)

–> Dagelijkse activiteiten

  • Met Ilja bezig zijn
  • Middagdutje doen
  • Lezen
  • Eten maken voor mijn mènage
  • Opruimen?  Poetsen? Ramen wassen?
  • Winkelen
  • Blogs lezen
  • Blogs schrijven
  • Rusten (want daar dient zwangerschapsverlof toch voor in de eerste plaats)

Voila, ik voel me al een stuk lichter nu ik een deel van die dingen heb neergetypt, de helft van het werk is al gedaan, nu kan ik weer een week niksen alvorens in gank te schieten!

Got a bad habit, and it ain’t going away!

De bad habits die mijn leven zoveel gemakkelijker en mijn huis zoveel netter zouden maken moest ik ervan af geraken:

  • Op een vrije (voor)middag geraak ik moeilijk in gang na het ontbijt. Ik blijf lummelen met mijn koffie, ik besluit om de krant eerst te lezen, de zoon blijft in zijn pyjama spelen en ik geraak achter de laptop en begin te snuisteren op zoek naar vanalles dat me bezighoudt. Iemand die dagdiensten werkt en 5 volle dagen in de week van huis weg is kan zich dat wel permitteren om op zaterdag of zondag eens een halve voormiddag te lummelen, maar ik moet bijna nooit ’s morgens werken. Moest ik meteen na het ontbijt in mijn douche springen, ik zou veel meer bereiken op een dag. Maar het is zo leuk om rustig wakker te worden…
  • Als ons brood gebakken en afgekoeld is moet het nog gesneden worden. Dat is een redelijk kruimelig werk, en zoals ik reeds schreef: ik haat kruimels. Het is nog niet zozeer het snijden zelf, het is het opruimen van de rottige kruimelmachine. Dat werkje blijft altijd tot het laatste liggen. Als ik het meteen zou opruimen zou ik mij er geen twee uur aan zitten ergeren dat ik dat nog moet doen. Maar het is zo’n saai werkje…
  • De wasmand van in de badkamer staat soms meestal in het washok. We hebben er al de geweldig irrante gewoonte van gemaakt om te doen alsof er wel een wasmand staat en de vuile kleren gewoon op de plaats waar normaal de wasmand staat te gooien. Dat resulteert in een berg vuilgoed dat zelfs niet meer in de wasmand geraakt, want ik raap het gewoon op van de grond en stop het meteen in de machine. De hoop is echter vunzig. Hij zou echt moeten verdwijnen. Maar ik vind het soms risky om in mijn halve pure het huis rond te lopen achter de wasmand. Zeker met zoveel grote vensters!
  •  Post wordt niet meteen gesorteerd bij mij. Ik doe open wat ik van belang denk te vinden en de rest blijft op de tafel liggen of in het slechtste geval als ik geen tijd heb: op de trap. Als ik nu eens meteen alles zou uitsorteren dan zou niet alles van reclameblaadjes, streekkranten, foldertjes liggen rondslingeren. Maar er lonken altijd andere dingen die dringender zijn….
  • Ik weet nooit waar mijn gsm ligt. Ok, meestal is dat niet ver van mij, maar heel veel moet ernaar gebeld worden en blijkt dat ding ergens in het washok te liggen of in de badkamer of gewoonweg in mijn handtas te pinken. Een eigen plekje voor mijn gsm zou wel ideaal zijn. Maar dan moet ik nog de courage hebben om het telkens weer op hetzelfde plekje terug te leggen….
  • Ik ben een uitlener. Iedereen die iets nodig heeft kan het bij mij komen halen. Zo is al mijn babygerief uitgeleend, vooral de kleertjes dan. Ik weet ongeveer wat bij wie zit maar ik ben het eigenlijk niet honderd procent zeker. Bij het uitlenen leen ik nog eens extra uit door te zeggen:”ewelja, misschien kan die of die dat ook nog gebruiken, je moet het maar doorgeven!” en zo gaat het om zeep. Maar als de mensen daarmee nu geholpen zijn….

Aaah, coulda woulda shoulda…” zou Samantha in Sex And The City zeggen…

 De bad habits die ik reeds aanpakte en waar mijn leven en huis zoveel netter door geworden zijn:

  • Het vullen en legen van de afwasmachine. Ik probeer dat zo vlug mogelijk te ledigen zodat de borden die we tussenin vuil maakten zich niet extreem hoog opstapelen. Vroeger stond er meer vuile afwas op de keukentablet dan in de afwasmachine.
  • Als we gaan slapen ruim ik de salontafel af. Het valt mij extra op dat we dit vergeten zijn en mijn zoon om 7u10 met ons avondafval rondloopt en vraagt “mag ik cola drinken?” Euh neen!
  • Sleutels, bril, horloge, belangrijke brol, vliegen allemaal op dezelfde plaats in een grote kom.
  • Een wasmachine die klaar is met wassen probeer ik zo vlug mogelijk uit te hangen. Ik strijk veel met mijn handen alvorens ik het ophang, zo beperk ik mijn strijkwerk enorm. In de zomer, als de was buitenhangt probeer ik die zo netjes mogelijk in de wasmand te leggen, ook dat bespaart me heel veel strijkwerk.
  • Ik stofzuig quasi elke dag. Dat klinkt heel housewiferig en helemaal niets voor mij, maar ik heb het mezelf gemakkelijk gemaakt door een snoerloze dyson te kopen. Een roze dan nog, so not me, maar toch één van de beste aankopen van de laatste twee jaar.

naamloos (8)

 

Deze lijst is precies iets korter dan de andere. Maar ik kan toch niet helemaal perfect zijn hé, ik stofzuig wel al elke dag hé! 😉

 

 

Iron Man

Het is niet dat ik dat niet apprecieer, zijn hulp in het huishouden.  Het verstoort gewoon soms mijn ritme.  Het probleem is dat het ritme alleen door mezelf is te snappen waardoor het nog moeilijker wordt om het uit te leggen.  I guess it’s a Liese-thing.  Soms denk ik “fuck it, ik doe vandaag geen was, ik heb er geen zin in”.  Als ik dan thuiskom van het werk blijkt hij toch zijn kleren gewassen te hebben en staat er een wasmachine te pinken dat hij klaar is, ik kan dat niet zien, dat moet geledigd worden.  Alsof het knipperende lichtje “leeg mij! leeg mij!” roept, ik peis soms dat ik het kan horen.  En dan heb ik uiteraard nog steeds geen zin in was doen en sta ik toch te helpen bij het ophangen.  Want: als hij was uithangt dan eindigt het toch in kleine correcties die ik doe, gewoon maar om het strijken van mijn eigen kleren te beperken.  Opnieuw, ik apprecieer het, die hulp.  Gelukkig doet hij zijn eigen strijk -hij vindt namelijk heimelijk dat ik dat niet zo goed kan, en alles wat je zelf doet doe je beter- en ik doe alsof ik niet weet dat hij er zo over denkt – win-win-situatie noem ik dat, zeker met een echtgenoot die dagelijks een vers overhemd draagt.  Het is al zo geëvolueerd dat ik weinig tot nooit meer strijk.  Ik beschik namelijk over excellente ophang/opplooi-technieken of ik ben gewoon niet zindelijk.  Komt erbij: als er al eens iets moet gestreken worden kan ik het rustig op de strijkplank leggen, het gebeurt perfect.  Misschien moet ik wel vermelden dat ik zowat al de rest in het huishouden binnen doe.  Kwestie van niet volledig als een luie doos over te komen.  Terecht (over dat huishouden doen, niet over die luie doos), ik werk ook 1/5e minder uren en ik heb meer tijd door de flexibiliteit van mijn uurrooster. Zagen over het feit dat ik het huishouden moet doen probeer ik te beperken, ik doe in feite qua timing mijn goesting.  Dat is uiteraard zo weinig mogelijk, indien dit nog niet duidelijk was gebleken op deze blog (hey, ik heb een volledig item kuisvrees op deze pagina!).  Dat de vloer niet elke week gedweild wordt of de ramen soms maanden geen zeemvel zien, dat neem ik er maar bij.  Als het te erg is doe ik het wel.  Met tijd en goesting.

 

There is a crack in everything, that’s how the light gets in

We hebben kanjers van ramen, iets waar ik enorm gelukkig om ben, ons huis baadt letterlijk in het licht.  Bij de plaatsing van het voorste en daarmee ook grootste raam moest men een extra mankracht oproepen, het woog 170kg.  Met de hulp van een geweldig gordijnendametje kon ik de drie ramen waar het nodig was (twee voorste en het zijraam) afschermen met een witte stof waar ik vlotjes kan blijven doorkijken maar waar er omgekeerd weinig door te zien is.  De rest van mijn ramen is open vieuwe.  Het is een helse karwei om ze allemaal te wassen en ik maak hierbij gretig gebruik van het woord procrastinatie of uitsteldrang.  Het is niet de eerste keer dat ik over mijn uitsteldrang een log schrijf, daadkracht op het gebied van mijn huishouden blijft een zwak punt.  But then again, ik kan niet volledig perfect zijn hé.  De gigantische ramen zijn echter vuil.  Er staat een afdruk van een volledige vogel op ons keukenraam.  Poor sucker.  De vogel zelf was nooit ergens te vinden dus ik vermoed dat hij ergens spastisch is weggestrompeld.  Er staat ook “een kaka van een vogel” ( zoals Ilja het zo mooi kan verwoorden) op onze porte-fenêtre.  “Dat mag niet, de vogels moeten op het toiletje gaan hé mama”.  ’t Is allemaal waar wat je zegt mijn kind.  ’t Is allemaal waar.  Alleen jammer dat ze het toiletje waarnaar ze worden verwezen verwarren met mijn auto.  De ramen kraken ook enorm.  Ik ken geen enkel huis waar dat gebeurt.  Ondertussen ben ik het gewend.  Toen we ze vorig jaar pas geplaatst hadden dachten we dat het “het zich zetten” was.  Maar ze blijven het doen, vooral als de zon erop zit.  Soms kraken ze zo luid dat je zou denken dat je een minuut later -bedekt in een miljoen stukjes glas- verdwaasd zit te roepen “zie je wel dat het ooit zou gebeuren!”.  Tot nu toe zijn er nog geen ramen gesprongen of gebarsten, laat ons hopen dat het zo blijft.  En als het dan toch gebeurt, het liefst voordat ik ze gewassen heb!

wpid-dsc_1118.jpg

 

Papierslag

Twee uren ben ik zonet bezig geweest met het sorteren van mijn papierhandel.  Er staat zo’n dumpmandje in onze bureau annex kinderkamer waar de betaalde facturen, garantiepapieren van toestellen, belangrijke informatiebrieven in terecht komen.  Betaald?  Dump away!  Het moment dat je bij het dumpen merkt dat de hele stapel begint te glijden is het echt tijd om te sorteren.  Met de perforator in de aanslag.  Ik ben er al ferm in verbeterd. Wat zeg ik, verbeterd!? Ik ben een sorteenqueen ik!  Vroeger had ik niet eens mappen waarin ik kon sorteren.  Nu heb ik per jaar een “classeur” met zelfs tussenschotten per thema.  Stiekem geef ik ook de thema’s een tussenschotkleurtje dat bij hen past.  Zo is Telenet geel en Axa blauw. Dat ik dringend een leven moet krijgen, ik weet het.  Oh en is er een nieuwe hype in nietjesmachineland?  Ik kreeg nu reeds enkele keren een bundel papieren die linksonder samen werd geniet.  Is dat nu totally it dezer dagen op kantoren? Komt de kantoorchef dan met zijn lepel tegen zijn koffietas tikkend roepen “Mensen, vanaf nu nieten we bundels onderaan links, dat staat veel gesofisticeerder!”

wpid-DSC_0913.jpg

Linksonder is de nietjeshype voor 2014 mensen.  Echt doen.

Het feit dat ik tijd kan maken om papierhandel te sorteren wil zeggen dat ik mee ben met alle andere dingen die dringend moesten gebeuren.  Zoals de outfits voor de huwelijksfeesten op 7 en 22 februari.  Die zijn zo goed als aangeschaft. (halleluja!)  Mèt behulp van de winkeljuffrouw in Steps.  Bij McGregor gingen we kijken voor de wederhelft.  Daar waren ze precies minder behulpzaam.  Toen mijn lief naar een geschikte das vroeg voor bij het hemd van zijn keuze zei de mevrouw “ah, daar hé, in het dassenrek”.  Ahja juuste…

Er was ook even poetsstress.  (echt, een leven, nu astublieft!).  De isolatiemannen waren op woensdag klaar maar door mijn werkuren had ik geen tijd gehad om de boel op de kuisen.  Dus zaterdag begon ik de stoflaag die over ons HELE huis lag weg te nemen.  Echt, ik had dweils tekort om ons huis proper te krijgen.  Het was erover.  Ik heb nooit dweils tekort, zoveel poets ik namelijk niet.

Het waken bij meme neemt ook nu en dan een voormiddag in beslag.  Maar aan de andere kant, dan neem ik echt eens tijd om te lezen.  Zo las ik in één week “Zomerhuis met zwembad” uit van Herman Koch.  Een aanrader.  Ik ben nu eindelijk begonnen aan “Nachtfilm” van Marisha Pessl.  Ik heb nogal de neiging om de tips van mijn broer te volgen bij het spenderen van mijn boekenbonnen.  Tot nu toe had hij gelijk, het leest als een trein.  Alleen jammer dat het boek weer te zwaar is om langdurig in bed te lezen.  Daar moeten boekenmakers echt eens over gaan nadenken.  En neen, ik hou niet van schermlezen, dus geen kindle voor mij.

wpid-DSC_0914.jpg

En wat valt de zon hier heerlijk binnen vandaag. 

of in een klein koekje

Hoe vlug je aan ongemakken went. . .

Een garage die bomvol staat met materiaal dat dringend eens naar het containerpark moet, in het begin erger je je daaraan, maar een paar maanden later vind je gewoon een strategie om al dat gerief te omzeilen.  Nog maanden later vind je zelfs een strategie om tot aan de garagepoort te geraken met je vuilniszak in je handen zonder dat je een steek ziet.  Fort Boyard-style!

Bij het opstarten van mijn computer was er ook zo’n systeem dat zichzelf in stand hield.  Om zeker te zijn dat ik tijdens mijn koffie rustig eens mijn mails kon checken moest ik eerst de computer opstarten alvorens ik de koffie maakte.  Tegen dat ik de koffie opgegoten had was de computer al halfweg in zijn opstartproces.  (En ja, ik giet mijn koffie op, ik hou niet van koffiemachine-koffie).  Tegen dat ik rustig neerzat met een dampende tas koffie kon ik beginnen aanklikken.  Mijn lief heeft deze week echter de computer “gekuist” zoals hij het zegt.  Wat blijkt nu.  Je duwt op de powerknop.  En nog voor je de eerste zak koffie kunt opgieten staat alles al in gereedheid om te klikken? Geen eeuwig ge-krrrr-krrrrr-krrrr, geen draaiend blauw bolletjes als cursor, het duurt geen tien seconden alvorens de pagina meescrolt met je handbeweging, geen 7 pop-ups die ik moet wegklikken.  En heeft hij nu dat toetsenbord ook afgekuist?  Het is zo smooth-typing!

Nergens een plaatsje hebben in je badkamer om kledij neer te leggen.  Het resultaat is: een pyjama op de weegschaal, nog een andere pyjama daarbovenop, loopkledij in stapeltjes op de grond, daarbovenop balanceert een trui die je nog eens gaat dragen.  En ineens zijn er dan legplanken.  En plaats dat je daar op hebt!  Plaats!  Zalig!  En netjes!

Het zijn toch zo’n kleine dingen die het hem doen vind ik.  Als we volgende week eens in gang gaan schieten in de zolder en de garage (de datum staat vast, wat op zich al betekent dat de prestatie zal gebeuren, want meestal is dat gewoon het probleem: tijd vrijmaken) dan kunnen ze ons dak komen isoleren, en dan kunnen we misschien zelfs in latere instantie kamers maken boven.  De gedachte alleen al dat alles zal klaarstaan om een kamer te maken is voor mij al voldoende om tevreden te zijn.

Geluk zit in een klein hoekje.  (Eéntje waar je momenteel nog spinnenwebben en dozen vol rommel kunt vinden bij ons)

 

En nu nog een Volvo op de kop tikken

Binnenkort ben ik dus zo’n vrouw “wiens echtgenoot naar het buitenland moet voor zijn werk”.  Binnen enkele maanden ben ik ook een vrouw die een white picket fence zou kunnen installeren rond haar huis, maar dat is dan ook weer een ander verhaal.  Subiet word ik binnen enkele jaren zo’n vrouw die haar kind naar de voetbal brengt met de auto, zo’n volvodrivingsoccermom. (Al is de rest van de context van het nummer volledig naast mijn kwestie!  For sure!).  En dan kan Dreete zeggen hoe weinig baltechniek Ilja wel heeft.  Voorlopig is enkel de eerste ‘vrouw’ van toepassing (vrouw klinkt goed hé, het is even wennen, maar het begint te komen).  Over de reden van zijn afwezigheid ga ik niet uitweiden, enkel “dat de FBI er ook zal zijn”.  Straks staat hij na 8 dagen terug aan de deur met zijn badge in zijn handen “M’me, you have the right to remain silent…” in zo’n Texaans accent.  Alright!  Het lijkt misschien niet zo verstandig om te gaan verkondigen dat ik hier alleen thuis ga zitten met een dreumes (zo heet een kind tussen 1 en 2 blijkbaar), maar daar zit ik weinig mee, de overbuur houdt vast en zeker mee een oogje in het zeil, nietwaar Wijnand?  En diezelfde overbuur heeft ook een grote hond, dubbelsecurity: check!  Zelf heb ik een kat die bijt als je te dichtbij komt.  Het is van toen ik op mijn eentje woonde dat ik nog eens zo’n lange tijd alleen thuis ben geweest.  Wat deed ik toen de hele tijd, ik had kind noch kraai…voor de tv eten, doe ik zeker weer.  Afspreken met vriendinnen, doe ik ook zeker al zal het hier bij mij thuis moeten zijn, het schema wordt al opgesteld, wie nog wil inpikken, ’t is ’t moment!  Skypen met mijn lief, nog nooit gedaan want ik heb nog nooit met skype gewerkt, een computernitwit zoals ik.  En werken combineren met de zorg voor Ilja en het huishouden.  Zo’n opdracht waar de mamamaffia nogal eens problemen mee ondervindt.  Zelf kan ik er niet van meespreken en daar ben ik enorm blij om.  Maar ik denk dat ik het pas zal gewaar worden als die echtgenoot van me er niet is.  Als ik op dag 4 al een berg rommel moet zien te overwinnen, een tiental wasmachines achtersta en ’s morgens zonder ontbijt moet gaan werken omdat ik geen tijd had om naar de winkel te gaan.  Na dag 6 ga ik al zo’n respect hebben voor alleenstaande moeders dat ik er een benefiet voor zal oprichten.  Op dag 8 komt hij thuis in een nest en draait hij zijn kar, met Texaans accent en al, om terug te keren naar Duitsland terwijl ik me aan zijn onderbeen klamp “Niet weglopen, nooit meer weglopen, nee-heeeen!!!  Ik word de perfecte huisvrouw, de perfecte echtgenote, blijf bij mij!”  Zo gebeurt het zeker.

Je vloekt dat je huiskat/echtgenoot niet thuis is

In de strijd hou-het-huis-netjes versus ga-in-de-zetel-naar-een-dvd-kijken staat het voorlopig 3-0 voor actie 1.  Daarnet voor de derde keer deze week de keuken geveegd waardoor het extra duidelijk was dat er zich een spin schuilhield onder de deur van de afwasmachine.  Geen “simpele” hooiwagen, neen we spreken over een zwarte vetzak met van die creepy geplooide poten.  De tactiek die ik al jaren aanhoud als het op spinnen beoordelen komt is de volgende:  je kijkt ernaar….leeft ze nog?  Je weet het niet.  Je probeert ze te vergeten.  Dat lukt niet zo supergoed.  Een uur (of een kwartier) later kijk je er nog eens naar, zit ze daar nog of is ze verkropen?  Ze zit daar voorlopig nog.  Ertegen gaan tikken is geen optie, want als ze dan begint te verkruipen dan schiet je misschien tierend achteruit, land je op de kinderstoel, breek je een heup, kan je niet meer recht en dan komt ze over je gekropen om te komen kijken of jij nog leeft.  En dan lig je daar, met een gebroken heup en een spin op je voorhoofd.  Misschien toch één voordeel aan het ertegentikken-plan: dan weet je dat ze nog leeft.