Page 10 of 12

ieja ieja dood!

Van sommig speelgoed denk ik soms echt oh boy, waarom toch!?

*  De xylofoon.  Hij kan er een volledige slaapzaal op een jeugdkamp mee wekken.  De geluiden gaan van DENG !  DING !  DONGGGG !!!!  maar klinken even schel als een berg oud metaal die in een container wordt gekieperd.

* Het boekje “De Voertuigen” waarin je de geluiden van de desbetreffende voertuigen kan aanhoren mits enige knopjesduwwerk.  Vooral het feit dat het geweldig amusant blijkt te zijn om 43 keer op de auto te drukken maakt dit het meest irritante boekje in de boekenkast.  “honk honk”.

* De tractor die een eindje zelfstandig kan rijden als je hem neerdrukt en vooruit duwt.  Tegelijkertijd maakt hij tractorgeluiden.  Het klinkt alsof ze uw vloer aan het  frezen zijn.

*  De uitschuifbare bellenblazer blijkt tegelijkertijd ook te dienen als majorettenstok, of om tegen je hoofd te krijgen bij een nieuwe zwaaibeurt.

Die ingenieurs bij zo’n speelgoedfabrikanten maken er waarschijnlijk een sport van: “om het irritantste speelgoed maken”.  Wie erin slaagt om ouders het meest te enerveren moet op vrijdagavond geen pot leggen als ze de werkweek afsluiten met een pintje.  Ik wed dat ze ons eens goed uitlachen daar aan hun tafeltje in hun local pub.

Gelukkig hebben we “de jodelende boer op de tractor” van kant gemaakt. . . En te bedenken dat mijn lief nog een kinderdrumstelletje staan heeft  boven, gelukkig zit het nog in de verpakking.  Nog even houden zo.

vissershoedjes en korte broekjes

“Nej!” Een klein boos manneke met een vissershoedje op staat stokstijf stil omdat hij geen handje wil geven bij het wandelen. Zijn knietjes zien een beetje grauw van het stof.  Hij wipt op en neer en roept daarbij met een hollands accent “Nejnejnejnejnej!!”  Hij wil alleen wandelen, niet met een stomme hand van zijn vader.  Goed, maar dan liefst in dezelfde richting van ons en niet de andere kant op.  Zijn gezicht staat op donderwolken “Boos!” roept hij inderdaad nogal boos.  Ik vermoed dat de meeste ouders dit meemaken met hun kind.  En moest dit niet zo zijn laat me dan in de waan dat het wel zo is asjeblieft!  Als je het ziet gebeuren bij een ander denk je “damn, dat moet ambetant zijn”.  Als je het zelf meemaakt is dat dus ook effectief ambetant.  Lees: was er op dat moment behang in Bellewaerde, ik plakte hem erachter.  Toch moeten wij daarmee altijd lachen, vooral zijn donderwolken zijn goud waard.  Het hollands accent trouwens ook.  Het passeert meestal door een ingreep die aangeeft “pa en ma zijn de baas”, enig protest nog in de wandelwagen, even later is het voorbij.  Koppig kun je ons gebroed niet echt noemen, peuterpuber, dat wel.  Ondertussen is de eerste week van ons verlof voorbij en gaan we terug werken tot half augustus.  Er was tijd om te ontspannen en ook om een beetje in ons huis te werken.  Nooit gedacht dat ik zo blij zou kunnen zijn met een wc-rolletjes-ophangsysteem aan mijn muur.  En een geschilderd toilet.  Suh-pur!  Er waren drie keelontstekingen (bij elk van ons ééntje), Bellewaerde alweer (seizoenspas genomen voor het gemak), lekker eten, solden geshopt, vrienden gezien.  En uiteraard hersenkronkels die hun weg nog niet naar het internet hebben gevonden.  Zoals. . .kleine mensen zien er precies veel jonger uit als ze een korte broek dragen.  Jani zou me zooo higfiven nu.

zoutloze verbrande paardenpoep

De domme trekken, ze komen in periodes.  Soms gaat het weken aan een stuk goed en soms is het het ene na het andere.

Zoals een brood bakken in de broodmachine en het geweldig geurend laten afkoelen.  So far so good.  Tijdens het snijden ging het echter minder good.  Na een tiental sneden ging het ineens van “djoek” tegelijkertijd scheurde de rest van het brood in twee en sprong de broodsnijmachine eventjes omhoog.  “What the. . .!” Ik kon niet meteen raden wat er gaande was, ik was al content dat er geen bloed aan te pas kwam.  Het brood was echter met geen stokken meer uit die snijmachine te krijgen, en maar wrikken en stukken lostrekken.  Tot het uitkwam: het kneedmesje zat blijkbaar nog in de poepe van het brood, en op dat moment in het mes van de snijmachine.  Menig gevloek en gewroetel later was het verlost.  Vandaag ging het snijden beter.  Het brood zag er ook extreem lekker uit.  Oordeel anders zelf:

wpid-DSC_0428.jpg

Toch ging het bij het proeven ook eventjes fout. . . geen zout.  Soit.  Kaas bevat voldoende zout om te compenseren en mijn boterhammetje had nog lekker warm.  Zalig.  Met of zonder f(z)out.

De overschotjes van ons brood brengen we nu steeds naar “paardje“.  Het grote paard heet in onze taal nog steeds “paardje”, het kleinere paard (of dat nu een veulen is of gewoon een klein paard, geen mens die het weet) heet Blacky.  Ilja noemt het Balky.  Balky vind ik nu eigenlijk wel nog cooler dan Blacky, wel minder paardachtig.  (Heette de hond van de familie Backeljau ook geen Blacky trouwens?  

wpid-DSC_0413.jpg

 

Net toen we dachten dat “paardje” geleerd had om niet tegen de prikkeldraad te lopen bleek hij het toch vergeten.  Aih,  “keedjuuns” zegt dat, zo’n paard dat met zijn hoofd tegen een elektrische draad loopt.  Daarna schiet het verschrikt achteruit (het is schrikdraad voor iets) en zeggen zijn ogen “what the. . .!” (waarschijnlijk een beetje zoals ik keek toen mijn broodsnijmachine ineens “djoek” deed).  Ilja vond het alleen maar amusant en at verder van het mos dat hij met zijn lippen van de oude poort prutste terwijl ik druk bezig was paarden te barbecueën.

En er is ook de kwestie van “mijn kind is twee en mag eens beginnen op het potje gaan”.  Daarbij komt dat ik ineens heel goed leer inschatten hoe het gezicht van mijn zoon staat als het prijs zal zijn.  Hij wordt ineens heel stil en begint rond zich te kijken, hij beweegt daarbij zijn hoofd niet, maar alleen zijn ogen.  Alleen jammer dat ik niet de hele voormiddag op mijn zoon zijn gezicht kan zitten kijken en er dan al eens cadeautjes achtergelaten worden.  Op de vloer bij de schouw bijvoorbeeld.

Even later doet de kat ook van cadeautjes achterlaten, ééntje van opgesjiekt gras en slijm in haar geval.  Een maagspoelingske opkuisen, super!

’t Is hier tof hoor.

 

 

 

bleitroute

Mental note: zes januari 2014: dag congé nemen.  De medewerker in het secretariaat van de school waar Ilja naartoe gaat wist me dat te vertellen.  Niet dat ik congé moest nemen, maar dat dat mijn tweede “dag van de bleiting” wordt.  Ik wou het lang niet doen, maar nu heb ik het gedaan.  Ik keek naar foto’s van de peuterklas waar hij binnen een half jaar naartoe gaat.  Ze zijn er precies met zo weinig?  Of lijkt dat alleen maar zo in vergelijking met de kinderopvang waar alle eerste leeftijden door elkaar crossen?  Het kromp maar een klein beetje samen, dat hart van me.  Misschien wordt het toch tijd om er aan te wennen.  Dat hij hier niet zal zijn op mijn vrije middag.  Dat hij ineens op donderdagavond een bloempot zal nodig hebben, omdat we op maandagavond dat briefje hierover niet gelezen hebben.  Of dat hij zal vertellen over zijn juffrouw, die mama waarschijnlijk van de liefdestroon zal stoten.  Misschien ga ik zelf wel een aftelkalender maken TEGEN WANNEER HIJ IN GODSNAAM NAAR SCHOOL MAG!  Als ik zie hoe vlug zo’n monstertje groeit, misschien valt hij helemaal wel niet over zijn fluohesje en zit ik binnen de week zonder “gezonde 10-uurtjes” omdat hij er steeds meerdere nodig heeft in dat groeiende lijfje van hem.  Ondertussen zoek ik een alternatieve route van de school naar mijn huis, om stilletjes op te wenen gelijk een klein kind zonder dat iemand mij ziet.

smallsuntalk

Bejaarde buurman terwijl ik mijn was buitenhang:

“Het is nog geen zomer hé”

Neen Roger, neen (badhanddoek)

“’t Gaat zeker niet meer zomeren dit jaar?”

We gaan het zien hé. . .(hemd van Pieter)

“De zon, we zien ze niet veel hé”

Waja, neen hé (pyjama van Ilja)

“Die zon, ze zal niet meer komen zeker?”

Ja, kweet het ook niet. . .(onderbroek)

“Ist koud!”

Jaat zeg, echt (kousen)

“Voor de tijd van het jaar!”

’t Is wreed (onderlaken kinderbed)

“Thohoh, ’t gaat zeker een koude zomer blijven?”

’t Is te hopen van niet (slaap-t-shirt)

“We zijn half juni!”

Ja, je zou het niet zeggen hé (trui)

“De zomer mag nu echt gaan komen hoor”

Jaas, jaas (jeansbroek)

Ik, bijna klaar met mijn was:

“Zolang mijn was maar droogt is ’t voor mij goed!”

Ik vermoed, neen, ik ben het zeker, dat ik niet het type persoon voor smalltalk ben.  En met zo’n kwakkelweer ben ik echt tekort aan het schieten in het dezomerkomtmaarniet-praatjes beantwoorden.  Help.  Waarom ben ik niet gezegend met een tatergat en een babbelmond?

 

Illie Billie Vanilli

Je knijpt met je vingers in mijn kaken en trekt zo hard als je kan.  Even begrijp ik de bedoeling niet maar daarna geef je me een zoen, recht op mijn mond.  Een klakkende snotzoen.  Als je me aanspreekt met “mama, wiedie kawaad madaake” en ik antwoord met “wiedie kawaad madaaké?” roep je superenthousiast en volledig begrepen terug “JAAAAA!”  Inderdaad, wij verstaan elkaar.  Soms breekt mijn hart in een triljoen stukken op de meest normale momenten.  Als je ’s ochtends tegen me ligt om je melk te drinken en daarbij mijn hand zo danig manipuleert tot hij onder je pyjamatrui geraakt.  Of als ik je gezichtje zie glunderen na een dag van jou gescheiden te zijn, dat totje, vermoeid maar content.  Ja, ook bij de gedachte dat ik je steeds meer en meer ga moeten loslaten.  Je vader en ik kunnen er soms niet over, hoe je ons leven hebt verandert, verrijkt.  Onze mond kletst open als we merken dat je ineens linken legt die volgens ons voor je kleine kopje veel te complex zijn.  En dan dat vettig lachje van je. . . “wehehahahehe”, je zou zo kunnen spookhuisbandjes inlachen.  Ons kleine monster, een driftbui, een dansje waarbij je op je kont belandt, een beker water die je zonder reden ineens ondersteboven draait.  Ik kan me niet meer inbeelden hoe het zonder jou was.  Sinds je er bent is het hier ook allemaal ondersteboven.

the silence of the lambs/grilled horsemeat

De rimpeltjes in mijn vingertoppen na een lange warme douche doen me ontspannen.  Zo’n vingerrimpeltjes zijn er meestal als ik een productieve dag achter de rug heb en er ’s avonds hete douchestralen of een dampend bad aan te pas komt.  Mijn handen zijn ruw, droog en hoe hard ik ook frot er blijven verfresten op te vinden.  Tegelijk zijn mijn armen vermoeid.  Toch blijf ik tevreden over mijn drukke dagen.  Deze morgen ging ik al in het ochtendzonnetje lopen.  Het bleek kouder dan het eruit zag maar na 2 minuten was ik al opgewarmd.  Een klein lammetje liep wild met me mee, het blaatte door mijn oordopjes, ik had goesting om het over de draad bij me te nemen en het te kalmeren.  De lammenfluisteraar.  Na lammetjes temmen ging het over naar binnendeuren dolfijngrijzen.  Schildermoe gingen we met Ilja naar het paardje van de toekomstige buurvrouw roepen.  We wisten zijn naam niet dus riepen we gewoon “Paard!  Ei paard!”  Met de gedachte dat zo’n naamloos dier daar steengerust in is schrok ik me een accident toen het beest effectief op ons af kwam gestormd.  Dat is wat anders dan een mini-schaapje met een grote mond.  Ik dacht dat het dier zierling door de stekkerdraad ging lopen maar het bleek al geleerd.  Gelukkig maar, ik denk dat de elektrocutie van een paard aanschouwen nu niet bepaald positief is voor de nachtrust van een bijna-twee-jarige.  En het is pas morgen barbecueweer hé.

rollercoaster of life!

Er is ondertussen al bijna een jaar gepasseerd sinds ik dit schreef.  Ondertussen zijn we binnenkort aan verhuis 4 gekomen en lijkt de tijd volledig aan ons voorbij te razen.  Het moet gezegd zijn dat mijn liefste lief de organisatie van de volledige verbouwing inclusief de problemen (gelukkig bitter weinig), de financiële aspecten (jammergenoeg bitter veel) en alle rompslomp die erbijkomt op zich heeft genomen.  Ondertussen bleef hij gemiddeld 4/5e werken op zijn gewoon werk.  Ik nam vooral het verhuisgeregel, het opkuiswerk in het huis en in de papierboel op mij, tegelijkertijd met de hoofdzorg voor Ilja.  In het jaar dat bijna voorbij is werd hij rechercheur, veranderde ik van dienst, werd Ilja één jaar, kochten we een huis, verkochten we een huis, trokken we in bij mijn ouders en verbouwden ondertussen onze nieuwe woning.  Allemaal alsof het de dag van gisteren is.  Ik weet niet of hij beseft hoeveel hij het voorbije jaar gedaan heeft voor ons en onze toekomst.  Hmm, die echtgenoot van me, hij kan er precies wel wat van.  Het blijft ook leuk samenzijn, ook als de befaamde 7 year itch naderbij komt.  En ja, ook wij maken ruzie.  Gelukkig zijn we beiden niet koppig en passeert het na een goed gesprek.  Elke relatie heeft zijn scherpe kantjes, je leeft tenslotte met z’n twee in een eenheid.  Elk op zijn beurt heeft de ander wel eens gelijk en we zijn beide wel eens in fout.  Het hoeft voor mij ook niet perfect te zijn, perfectie bestaat trouwens niet.  Na 7 jaar voelt het standvastiger dan ooit, maar zoals Leonard Cohen het zo mooi verwoordt: “There is a crack in everything, that’s how the light gets in”, er zit ook bij ons regelmatig een humpdiedumptie in onze route.  Fijn, want dat houdt het interessant.

Are you in, Rose?

Tommy wist niet wat dat was, een muzikaal pak.  Niet dat ik Tommy wekelijks hoor of zie, nooit veel eigenlijk, maar hij is mijn instagramvriendje.  Naast facebook is nu ook instagram een bron van alle weet.  Ik vond het verwondelijk dat er iemand is die niet weet wat een muzikaal pak is.  Maar ik ga er wel eens meer van uit dat de dingen die ik als kind meemaakte ook in andere kinderlevens gebeurden.  Zoals met drie studiejaren in één klaslokaal les krijgen.  Het 1e, 2e en 3e leerjaar zat in één lokaal en het 4e, 5e en 6e leerjaar zat samen.  Dan vormden we tenminste een groep.  Een groep van 11 op een gegeven tijdstip.  Ik zat in mijn leerjaar met 4.  Laatst hoorde ik iemand zijn twijfels uiten over het feit dat zijn dochter in zo’n graadsklas zou terechtkomen.  Wij hebben nooit anders geweten, en het is redelijk in orde gekomen met mij en mijn voormalige klasvriendjes, alléé, volgens facebook toch, en facebook weet alles.  Maar een muzikaal pak, dat zou toch echt weer geïntroduceerd moeten worden op feestjes.  Geblinddoekt elkaars’ tanden poetsen, een lange zin doorfluisteren om dan te horen wat er op het einde van de rit van gekomen is.  Of kaartje zuigen en doorgeven aan je buur die ineens veel jeuk aan zijn rug had en het kaartje talmend ontving waardoor je bijna flauwviel van het acute zuurstoftekort.  Ik zal er maar ineens nog een belachelijke kinderanekdote bijgooien.  Op mijn eigen verjaardag (ter info: 24 augustus, voor wie mij kaartjes of cadeautjes wil zenden) deed ik met mijn vriendinnetje ook muzikaal pak.  Met z’n twee.  I kid you not!  Mijn broer deed de muziek en wij gooiden het pak naar elkaar.  Sommige spelletjes konden we niet spelen omdat we met te weinig waren (met twee is in feite echt wel het minimum om muzikaal pak te doen), maar het was altijd een hele middag leute maken en er was snoep aan het einde van het spel.  Binnen enkele jaren zijn onze kinderen oud genoeg om muzikaal pak te spelen.  Tot ze erbij neervallen, muzikaal pak, elke keer opnieuw!

those puppy eyes. . .

De peuterpubertijd. Is dat die periode in je leven waarbij je kind één duidelijk woord kent samen met duizenden onduidelijke klanken die wel degelijk in zijn beleving een zin vormen.  Is dat elke dag opnieuw zijn duidelijk woord naar hem toe herhalen? “Neen” gevolgd door “dat mag niet”.  Is dat robbelen in de zetel, nog meer robbelen in de zetel om daarna er terug in de klimmen om weer verder te robbelen?  Dat is vermoedelijk dat moment waarop je het potje uithaalt en je zoon eens laat in zijn blote kont rondlopen “zodat hij gemakkelijker het potje kan leren kennen”.  Daarna mag je als een bezetene het huis gaan pipi-vrij maken.  Misschien staat die van u, net als de mijne, wel graag recht op zijn verzorgingskussen.  Nadat je zo’n vijf keer “poepe zitten” heb gezegd.  Uiteindelijk blijkt die hoogte ideaal om uit het niets ineens een knuffel te krijgen, zalig.  Dat is vragen dat hij iets opruimt, een leuke neen-scène die ontstaat, blijven vragen, getier, blijven vragen, uiteindelijk luid bravo roepen als hij “alle blokjes mooi in de doos deed”.  Of neen, is peuterpuberteit dat moment dat je katteneten uit zijn mond haalt?  Ook het katteneten dat al een halve dag in het potje buiten voor de kat staat te weken in regenwater.  Neen, een peuter in huis, dat is om 21u30 uitgeput, met de slappe lach bij het na-vertellen in je bed kruipen en meteen in slaap vallen.  Ik begin curieus te worden naar hoe het verder gaat met Tengo en Aomame de hoofdpersonages in 1Q84, ze kregen maar weinig aandacht de voorbije dagen.  Maar zij hebben dan ook dit snotneusje (dat ik niet kan kantelen) niet dagelijks in hun leven.image