Page 6 of 7

Karrenloerderij is geen misdrijf

Loer jij ook soms in het karretje van iemand anders als je aan het winkelen bent?  Ja echt?  Ik niet.  Het interesseert mij niet wat een ander koopt.  Ik kijk wel mijn ogen uit als ik zie welke hoeveelheden mensen kopen.  Sommige karren liggen tjokvol, de plastic verpakkingen puilen door de tralies, ergens bovenaan balanceert een doos tissues.  Serieus, hoe besturen die mensen dat zonder een rayon chocopotten omver te rijden?   Zouden de kassamedewerkers in de colruyt in zichzelf denken “oh my god, net voor mijn pauze een grote kar, je gaat het nooit anders zien hé”.  Gisterenmiddag was het Stefanio die mijn kar deed (alléé, zo noemden zijn collega’s hem toch, moest hij Michel heten dan moet hij wel echt een serieuze streek uitgehaald hebben om en plein public Stefanio genoemd te worden).  Wat zou hij denken als hij de inhoud van mijn winkelkar overlaadt in de andere kar.  Het colruytsysteem van de karren overladen is trouwens een geweldig goeie uitvinding geweest, al kijk ik soms wel eens raar als ik iets door de medewerkers’ handen zie passeren (Huh? Heb ik dat daarin gelegd?).  Als je het zelf op de band moet leggen heb je precies een beter overzicht.  Ik doe ook steeds van “gok de prijs”.  Dan probeer ik zo vlug mogelijk een goeie schatting van mijn kasticket te maken.  I suck at the game, ik zit er telkens onder jammergenoeg.  Zou Stefanio denken “zuipteil” als hij mijn twee bakken bier versleept?  Misschien denkt hij wel “trut, met je zware bakken”.  Misschien is hij er steengerust in en helemaal bezig met iets anders.  Met wat hij zou eten deze avond (kip in zoetzure saus misschien?) of wat hij komend weekend gaat doen (date met die knappe van dat feestje vorige week).  Of waarom ze hem Stefanio noemen, terwijl hij eigenlijk Michel heet.

Dolfijngrijze gratis reclame

Als je 7 uur aan een stuk verflucht inademt begint je kopprut al eens over te koken.  Zo was ik de hele middag deurlijsten aan het schilderen.  Iets wat wij West-Vlamingen de “chambrangs” noemen.  Ik had tijd om erover na te denken, maar ik kon alleen maar bedenken dat chambrang gewoon frans is voor deurlijst.  Na googletikkerij blijkt het franse woord “chambrangle” te zijn.  Wat doet die LE daar nu weer?  In Blokken deed er ooit een kandidaat mee die in een groepje speelde dat “The Chambrangs” heette, kwestie dat The Doors al bestaan.  Ook de benaming van de nieuwe kleur speelde door mijn hoofd.  Dolfijngrijs.  Mijn chambrangs zijn sinds vandaag dolfijngrijs.  Net zoals Boudewijnpark een dolfijn dagje plezier is.  Ik heb een beetje een zwak voor leuke woorden of quotes.  Hoe fervent we ook gedegouteerd zijn van immokantoren, Century 21 heeft wel een dijk van een slogan: “We kunnen het vast goed met elkaar vinden”.  Met de Broker waar wij mee te maken hadden konden we het alleszins niet bijster goed vinden, maar dat is een ander verhaal.

Moh kijk, The Chambrangs hebben een nieuwe CD uit.  Alléé, omdat jullie een coole groepsnaam hebben, een beetje reclame. . .

the chambrangs

pimpampoentjes en prettige keukenvooruitzichten

“Ga je bloggen?” vraagt Pieter. Ik moet blijkbaar blogmanieren getoond hebben ook al was ik niet echt van plan om te bloggen, want mijn hoofd doet pijn. Ik vermoed dat de chouffe van deze middag er iets mee te maken heeft.  Toch blijft het wederom razen en malen daarbinnen.

Over hoe mijn keuken er morgen komt.

Dat de volledig keuken in dozen is terug te vinden en dat ik vermoedelijk weer een tripje richting containerpark ga mogen doen als ik zie hoe groot die verpakkingen zijn.

Dat ik er alweer geweldig naar uit kijk om afgesnauwd te worden. Oh yeah, bring it on.

Dat ik lieveheersbeestjes echt vies vind. Vreemd want ze zien er eigenlijk wel lief uit, toch vind ik ze vies. En ik heb het dan nog vooral over degene met een zwart schild en rode stippen. Jukkie!  Die zijn zonder meer nog viezer. Ga weg vieze vliegdieren. Wat is dat eigenlijk met die zwarte schilden of die rode schilden?  Zijn dat aparte gangs met een eigen codetaal?  The Red Dots and Black Spots? Kizzig!

Dat er in mijn jeugdkamer verschillende filmposters hangen en dat ik niet één van die films effectief op dvd bezit.
Volgende aankoop in mediamarkt wordt dus: Sleepers, Devil’s Advocate, One Hour Photo, Le Huitième Jour of The Others.
Of misschien moet ik eerst mijn geld spenderen aan dingen die ik echt nodig heb. Zoals vliesbehang, een oprit, lakverf om mijn binnendeuren te schilderen, dakisolatie, die extreem machtige boekenkast in teak die ik vandaag in een winkel in Izegem zag. Echt mooi. Mooie kast. Zou er mooi staan op de lange muur. Mooi mooi ja.

De lage vensterbanken ter hoogte van onze zithoek vragen om volgestouwd te worden. Ik mag me niet laten verleiden, ik ben te graag omringd door prutsjes en een kadertje, of een potje, en nog een potje, en een bloemetje, en misschien nog een potje. Neen, het moet kuisbaar blijven aangezien ik me echt voorgenomen heb om regelmatiger te poetsen. Ja, als het op internet staat is het voor echt. Een kastje per dag lijkt me daarnaast ook wel een leuk project. Al weet ik niet goed hoe ik het zou moeten aanpakken aangezien ik nog over onvoldoende meubels beschik om dat huis (dubbel de grootte van ons vorige) vol te krijgen.

En het geschenk dat ik voor Pieters’ verjaardag kocht gisteren.  Ja, ik vind het geslaagd, nu hij nog. . .

Nooit te oud om te leren

Ik denk teveel na.  Over een carnavalspak voor Ilja voor volgend jaar al bijvoorbeeld.  Spontaan komt er zo’n groot oranje pompoenpak in mijn gedachten op maar tegelijk denk ik ochère dat manneke, subiet valt hij om en geraakt hij niet meer recht doordat hij de hele tijd weg en weer rolt in zijn kostuum.  Het is al geen volledig jaar meer voor hij naar school moet, mijn hart breekt nu al, met zijn boekentasje en een fluohesje tot op zijn knieën in de rij lopen.  Wat ga ik dan doen op mijn vrije dagen?  Nu zijn die gevuld met achter zijn gat lopen en tegelijkertijd iets trachten te koken zonder dat hij aan de oven prutst of met mijn aardappelen aan de haal gaat.  Misschien wordt het tijd om weer iets verder te studeren?  Het ligt precies al ver achter mij, dat gezwoeg op een eindwerk en het blokken voor de examens.  Ver genoeg om er weer zin in te krijgen?  Of krijg ik instant een kokhalsneiging als ik mijn blauwe boekentas weer opeis bij Pieter die hem nu als werktas gebruikt?

maar Lambi Bambi was er niet vandaag…

  • Na een maand zonder TV kan ik constateren dat ik niets mis.  Zelfs Thuis niet, ik hoor regelmatig een update van degenen die het wel zien en ik lees dagelijks in de krant wat er zal gebeuren, dus ik ben redelijk goed mee.  Dat wil niet zeggen, als ik eens een huis heb, en een zetel, en een televisie-aansluiting, dat ik ineens ’s avonds ga mediteren in plaats van tv kijken.  Als ik een televisiebakje heb zap ik er terug lustig op los.  De lustige op los zapster.
  • In vanillepudding hoort een speculaaskoekje.  Punt.  Eind discussie.  Neenee, ik zei Einde Discussie!  Nee, ik moet niet horen over petit beurre of rozijnen.  EINDE DISCUSSIE
  • Radio 2 dat steekt minder tegen dan vroeger.  Nico Blontrock blijkt precies nog een goeie presentator en zijn stem is ook niet mis.  Uiteraard kan niemand Christophe Lambrecht evenaren.  Ik wil trouwen met Christophe Lambrecht.  Alléé, je weet wel hé.  Ondertussen heb ik Nico Blontrock gegoogled, wat een downer zeg.  Zijn stem past niet bij zijn uiterlijk.  Booeeeh Nico!
  • Zo’n oude mazouttank komen opspuiten, dat brengt goed op.  798 euro, 20 minuutjes werk.  Naast brievenbusmaakster is er misschien een tweede carrière mogelijk.  Mazouttankopspuitster.  Niet voor mensen met een spraakgebrek.
  • De babyrace van 2013 werd deze week ingezet.  Tot in augustus staan er één, twee, drie of vier baby’s per maand op het geboorteprogramma.  Subiet moet ik zelf een babyborrel organiseren en alle mama’s gewoon bij mij thuis uitnodigen om cadeautjes te overhandigen.  De idee lijkt meer en meer aanlokkelijk.  Dan kan iedereen zijn kindje met elkaar gaan vergelijken en het enige wat ik moet doen is hapjes ronddragen.  It’s a deal! Eerst een huis maken.  En voldoende sjaretteparking.
  • Ik probeer elke avond te lezen voor ik ga slapen.  Het verlicht mijn kopkronkels.  Als ik mijn boek dichtklap, mijn arm zo min mogelijk uit mijn deken tracht te halen om het lampje dicht te knippen en mijn hoofd op mijn kussen nestel ben ik al halfweg dromenland.  Zalig.  En dan moet ik pipi doen.

 

 

I shake my little tush on the catwalk

Het was weer een gepratel in mijn kop deze week:

  • Dat het precies lang geleden is dat ik nog onder blokkende studenten op weg naar hun examen heb gezeten.  Vooral de zin “ziejt zittten” is dan blijkbaar populair als ze hun medestudenten tegenkomen in de trein.  Waarop de andere dan moet antwoorden “pfff, ik ken er niets van”.  Tsss strebers, en dan 16 op 20 halen zeker!
  • Dat het een beetje een vreemde situatie is als je een bad moet gaan testen in een showroom “zet u daar maar een keer in hoor mevrouw” met mijn botten en mijn leren vest aan.  Surtout met een verkoopster naast u “en hoe voelt dat aan?”  Eigenaardig mevrouw, vooral eigenaardig moet ik zeggen. 
  • Dat ik na een HALF jaar zoeken eindelijk een jeansbroek gevonden heb!  In de solden dan nog ook!  Halleluja!  En hij voelde zo goed aan, ik had goesting om hem aan te doen om te gaan slapen.  Ik heb er ook stiekem een zoentje op gegeven in het pashokje van contentement.  Hoe zou je zelf zijn, na een half jaar zoeken.  Ok, zo misschien niet, maar laat mij toch gewoon doen.
  • Dat ik de indruk heb dat de solden precies niet zo overdadig zijn als andere jaren.  Niet één keer kwam ik zo’n geweldig paars bolleke van –70% tegen.  Zo ééntje waarbij je gaat grijnzen van de winst die je gaat maken.  Wel stoute verkopers die niet-solden artikelen tussen de solden artikelen hangen.  Mo nie me min wi!
  • Dat Ann Van Elsen precies heel erg veel in de boekskes komt.  Is het niet met een echtgenoot die teveel uitgaat, het is met een lief dat een glazen oog heeft.  Of ben ik aan het verwarren met Louiske uit Thuis? En ja, ik lees de boekskes.
  • Dat het gepruts met gele klevertjes van de mutualiteit toch echt wel niet meer van dezen tijd is.  Eerst de volle pot betalen bij de dokter, dan krampachtig het groene briefje bijhouden, prutsen met een geel klevertje, rondcrossen om uw groen briefje met uw geel klevertje in de witte brievenbus te droppen.  Twee dagen later krijg je dan gewoon de overschot terug.  Kan er dat eigenlijk niemand vereenvoudigen?  Quickie misschien?  Of is hij geen voorstander meer van teveel papierverspilling?
  • Dat er één übersong/oorwurm is die zo nu en dan eens gedraaid wordt op de radio om hem dan onherroepelijk de hele avond in je hoofd te blijven meezingen:    
                  En?  Al in je hoofd? 

Jane Doe

Oude klasfoto’s, een tijdje geleden was het populair om iedereen waar je ooit je puistjesjaren mee deelde te taggen op je facebook en zo schaamtelijk over te gaan tot openbare uitlacherij.  (In mijn geval, drie jaar op rij hetzelfde jasje dragen, ze gaan mij niet beschuldigen van niet milieubewust te zijn!)  Die van mij hangen hier van 6 middelbare jaren ver nog in mijn kamer.  Net als alle andere dingen van 10 tot 15 jaar terug, ik hield er blijkbaar van om alle armbandjes van festivals te sparen en die mooi op een rij te hangen.  Alles beter dan dat jaren aan een stuk aan je pols te laten zweten, bacteriën verzamelend, jukkie pukkie, maar dat is een andere kwestie.  Toen ik zonet wakker werd uit mijn onverwachte middagdutje keek ik van op afstand recht in het gezicht van een klasgenote uit het derde middelbaar.  Ik wist niet wie het was.  Grijsbruin haar, een gestreepte trui, mager en vooral ook bleek.  Niet bepaald Miss World, maar daarvan had ik er ooit maar één (of toch één die mocht meedoen aan die competitie gow).  To-taal geen idee van wie dat is.  Eigenaardig vind ik het.  Het is niet zo dat ik uit een gigantische klas kwam, maar we deelden maar één schooljaar dezelfde groep want op de andere foto’s staat ze blijkbaar niet.  Zou zij weten wie ik ben als ze eventueel naar dezelfde foto kijkt?  Zou ze denken “Aah, Lieselotte” en er dan iets typerend voor mij achter vertellen?  Misschien kom ik haar tegen op straat en negeer ik haar straal waarbij zij denkt “onbeleefde troela, doen ofdat je mij niet kent, tssss, nog geen haar veranderd dus, of toch, zeker 20kg zwaarder, ’t is niet raar, ‘t is haar ego dat zo weegt!”  Wedden dat ik ze deze week ergens tegenkom?

over Jezeken en geen centrale verwarming hebben

Het zijn de kerststallen die voor mij voor de ultieme kerstsfeer zorgen.  Het houten hokje met de beeldekes van Maria en Jozef en het kleine Jezusken, geboren met een doekje rond zijn bips.  Niet het verhaal van de onbevlekte ontvangenis, dat lijkt me vergezocht.  Geef toe, na Maria hebben we zoiets toch nooit meer gehoord…en dan die Jozef aanduiden als surrogaatvader om de lapkes rond den Jezus zijn billen te verversen terwijl Jezeken alleen “vader” tegen die befaamde God zegt!  Men zou voor minder in een schuur kruipen en schrijnwerker avant la lettre worden.  Moesjamaramaramara!  Neen, het zijn de kerststallen, vooral de grote langs de baan.  Het verhaal doet me weinig, al vond ik het altijd wel spectaculair hoe de ezel en de os met hun adem een kind konden verwarmen, van hygiëne en steriliseren had men toen blijkbaar nog geen kaas gegeten.  “Een beetje ezelspuug is goed voor de weerstand” riep Maria en ze vervloekte nogmaals de herbergier die hen niet wilde binnenlaten.  In plaats van een klachtenbrief naar Test Aankoop te schrijven duwde ze een paar keer goed en liet ze haar vruchtwater achter op zijn dorpel.

De kerststalletjes dus…en vooral de beelden van de hoofdrolspelers.  Ik zie soms prachtige beelden met mooie kleren aan, Maria meestal in het blauw, Jozef bijna altijd met een bruine cape.  Op sommige plaatsen zijn het ook lelijke beelden of nietszeggende uitgezaagde houten planken.  Op weg naar mijn werk kwam ik vroeger altijd De Freaky Jozef tegen.  De eerste keer dat ik hem zag was ik enorm geschrokken.  Hij kijkt je aan met een prangende blik en lijkt helemaal niet gelukkig met zijn bastaardzoon.  Vooral in het donker is hij enorm freaky, alsof hij met die stok in zijn hand je achterna zal komen zoals Pietje De Dood met zijn zeis.  Freaky poppen of niet, ik blijf loeren in elke kerststal die ik tegenkom, of Jezus blond is, en of er wel voldoende vers stro in zijn baksken ligt.  Halleluja Hallo!

Jezeken en co

Under your skin feels like home

Het gebeurt niet zoveel maar soms leer ik iemand kennen en die kruipt meteen onder mijn vel.  In de categorie “die heeft mijn sympathie gewonnen” hebben die velkruipers meteen een berg krediet van bij de start.  Andere mensen moeten hun krediet verdienen en belanden uiteindelijk ook onder mijn dekentje van vriendschap (er zijn er ook die het radicaal mogen vergeten, maar daar gaat het nu niet over).  De relaties zijn gelijkwaardig, maar ik begrijp niet goed van mezelf waarom ik soms zoveel sympathie kan voelen voor iemand die ik net leer kennen terwijl een ander zo zijn best moet doen om de lieseloving te ontvangen.  In deze periode van ons leven is het al niet zo evident om vriendschappen te onderhouden en te voeden en ik ervaar het soms als een opdracht.  Waar alles vanzelf ging vroeger, een keer bellen en hup je zit samen op een terras moet we nu regelen, afspreken, met thuiswachten onderhandelen of eventueel een werkweekend wisselen.  Nu nemen we vlugger genoegen met een paar uurtjes bijpraten in een gestolen moment, dit doet evenveel deugd als vroeger toen we soms uitgingen om uit te gaan.  Vreemd genoeg gaat deze blogpost de hele andere richting uit dan hij bedoeld was.  Ik wou eigenlijk mijn sympathie voor Arne De Tremerie uitspreken (echt helemaal de andere richting dus).  De jongste finalist in De Slimste Mens Ter Wereld, hij ziet er een beetje vreemd uit, maar als hij lacht breekt de hele hemel open.  Vanwaar die sympathie weer komt, ik weet het absoluut niet, hij gedraagt zich soms een beetje arrogant maar je merkt zo dat het onzekerheid is die doorschemert.  En hij ziet er ook nog jonger uit dan 20 jaar, wat het nog spectaculairder maakt als hij volle bak met goeie antwoorden zit te strooien.  Arne, you go kiddo!

foto: De Standaard

you didn’t get to heaven but you made it close

We wisten niet of het gepermitteerd was om hiermee te lachen, maar ik vond het alvast grappig: kerkhofkermis. Mijn chef kwam met die benaming van het herfstverlof alvast origineel uit de hoek. Hij hoorde het dan weer van een andere collega maar wist niet of hij het op zijn beurt meende of niet. Voor mij klinkt het alvast goed: kerkhofkermis. Het ligt in de sfeer van de periode, maar tegelijk hoor je er altijd wel eens over praten: hoe zie jij je begrafenis? (Gisteren werd er toevallig ook over gekletst in De Slimste Otto-Jan Ter Wereld). Het hoeft niet, maar het mag voor mij wel in de kerk zijn, ik ben ten slotte katholiek gedoopt. Ik wil wel begraven worden, laat mij zeker NIET cremeren. Soms vraag ik me wel eens af of er dan veel volk zou zijn, en of ze zouden bleiten uiteraard, zo hysterisch wenen zodat iedereen kijkt…ja, ik wil populair zijn als ik dood ben! Een mooie grafsteen is zeker aan de orde, en er moeten bloemen op staan. Kom, het mogen ook blijvende planten zijn, dat is minder werk, als het maar een beetje fleurig is. Achter de begrafenis moet er niemand kramen aan eten, laat dat maar komen van een traiteur, dan is er geen afwas (er van uitgaande dat je de borden vuil mag meegeven). En drinken hé gasten, ik wil niet dat iemand zich moet generen in de trend van “is dat nu eigenlijk wel gepast om ladderzat op een begrafenismaaltijd rond te lopen?” ja hoor, doen, en zet maar op mijn rekening! Wel zorgen voor voldoende chauffeurs zodat ik nog even alleen blijf in het hiernamaals, ik ben graag op mijn gemak.
Misschien nog een beetje inspiratie voor de muziek: (anti-coldplay-fans, gelieve u op de begrafenis te onthouden, kom dan maar restjes schooien als de traiteur alles opruimt)