Page 3 of 4

Bijna maar ik denk dat ze weldra zal komen!

Mijn lief is op dit eigenste moment een belangrijk examen aan het afleggen, dus ik duim voor hem.  Tegelijkertijd profiteer ik van het feit dat hij de laptop niet aanslaat om er zijn samenvattingen op te maken.  De voorbije week bleef hij thuis om te studeren en gezien we nu maar over één laptop meer beschikken moest ik mij met andere dingen bezighouden.  Het klinkt wel heel addict hé maar het valt op, eens een middagje zonder computer geeft mij toch wel extra vrije tijd.  Tijd die ik de voorbije week spendeerde in het opruimen van de garage en de wasruimte.  Mijn ramen werden ook eindelijk eens aan de buitenkant gewassen, ik schrok ervan dat dat toch echt wel een hele karwei blijft, anderhalf uur spendeerde ik daaraan.  Het record joggen werd ook verbroken, er werd 6,5km afgelegd.  *ruimte voor schouderklopje* Het is echter niet zichtbaar op mijn nieuwe weegschaal doordat het dieet zowat een beetje stil ligt (lees: smoefelen lijkt weer aanvaard te zijn in mijn dagelijkse portie maaltijden, shame on me, dringend weer afbouwen!).

En er werd tijd genomen om de paas- en lentesfeer in huis te halen.

IMG_6006

Paasbloemen uit meme’s tuin, de paasbloem is toch echt één van mijn favoriete bloemetjes, ik zou er zelf eens moeten planten, maar ik denk er altijd pas aan als ik er smachtend naar zit te kijken in een ander zijn tuin!

IMG_6007

 

IMG_6008

Het houten paaskipje kocht ik aan in één van de giftshops op het werk.  Gemaakt door onze bewoners met een verstandelijke beperking.

IMG_6010

 

IMG_6013

Dit bloemetje kreeg ik ook mee van meme, niet te schatten hoe zo’n klein plantje zo’n lekkere geur kan tevoorschijn toveren.

IMG_6014

Bij de garage-opkuis vond ik mijn kabouters terug, hun snoetje moet wel eens gepoetst worden.

IMG_6016

 

IMG_6019

De eekhoorn kan er ook wat van, bestond er een prijs voor smachtend kijken, we konden een wedstrijdje houden!

Een plek onder de zon.

We passeren regelmatig bij huizen die we ooit bezochten toen we voor de eerste of de tweede keer op huizenjacht waren.  Sommige van die huizen staan ondertussen alweer te koop, andere waren vlug weg en zijn nog steeds bewoond, al dan niet met extra bewoners dan bij de start.  Het was een huzarenwerk, dat huizenjagen.  Vele woningen werden bezocht, het ene al beter bevonden dan het andere.  Toen de knoop doorgehakt werd en we ons huis te koop zetten wist ik wel een beetje waar ik op moest letten om de aandacht van potentiële kopers erbij te houden.  Ik was namelijk zelf zo lang een potentiële koper geweest in andere woningen.

Enkele tips om je huis misschien iets meer aantrekkelijk te maken, allemaal gebaseerd op eigen ervaringen, no shit (of misschien toch wel shit):

* Als de makelaar binnenkomt met geïnteresseerden, doe dan de televisie uit.  Niets storender dan een luidruchtige televisie als je je wil concentreren op een woning en vragen wil stellen.  Het getuigt ook wel een beetje van algemene beleefdheid, dacht ik.

*  Als de makelaar binnenkomt met geïnteresseerden ga dan niet zitten roken in de woning die te koop staat.  Als je toevallig aan het roken was, doof dan die sigaret, zeker als het koppel binnenkomt met een Maxi-Cosi waar een 4-maander in ligt te slapen.

*  Ruim je huis op.  Zorg dat vuil wasgoed ofwel in de wasmachine ofwel in de wasmand ligt.  Voor de machine, in de hal naar de wasruimte, op de keukentafel, op het aanrecht of eigenlijk elke andere plek, daar hoort geen vuile was.

* Probeer de badkamer te kuisen, al is het maar een vluchtige wreef.  Niets meer onaantrekkelijk dan zeepresten op douchewanden, schimmel op douchegordijnen of zwarte voegen in de plinten.  En echt, vuil ondergoed.  In de machine of in de wasmand.  Nogmaals!

* Zorg ervoor dat elke ruimte te betreden is.  Een deur die niet opent omdat er teveel rommel in de kamer ligt, dat is nu niet bepaald een voordeel als je die kamer tracht te verkopen.

* De afwas is een lastig werkje, en ja, het kan gebeuren dat die nog niet gedaan is.  Maar zorg dan tenminste dat er geen schimmel in staat.  Mensen weten dat dit geen “verse” afwas is. Ja toch wel, die weten dat.

*  Dode vissen verwijder je best uit de benevelde visbokaal.

*  Dode vissen stinken.

* Als je huis niet meer bewoond is, zorg dan dat de voedingswaren uit de koelkast verwijderd werden.  Ook als je daar al 6 maanden niet meer woont.  Yoghurt houdt niet zo lang.  En sneetjes hesp ook niet.  Je kunt ook zorgen dat die koelkast dicht is, dat helpt om de stank te beperken die 6 maanden oude voedingswaren met zich meebrengt.  Just saying.

* Een verkoper die zich in de zetel zet met een blik jupiler is nu niet bepaald een toonbeeld van motivatie.  Ambieer op zijn minst een verkoop.  Al moet je daarvoor eens doen alsof je iemand anders bent.

* Het is handig, als er vast tapijt ligt, dat dit niet kletsnat is.  Zo wordt de rest van je woning ook niet natgetrappeld.

* Zorg ervoor dat je geen bouwovertredingen hebt gedaan.  Het is zichtbaar als je eigenhandig een veranda geplaatst hebt en daarvoor enkel een paar haken en bouten gebruikt hebt.  Een plastic afdak mag je trouwens niet beschrijven als een “veranda”.  Een plastic afdak is een plastic afdak.

* “Pittoresk” is alleen de juiste term als het echt pittoresk is.  Voor alle andere woningen die niet pittoresk zijn benoem je het als “gezellig” “starterswoning” of “ideaal voor een alleenstaande”.

* Als je al een hond hebt in de woning die te koop staat, zorg dan op zijn minst dat hij ofwel vastzit, ofwel lief is.  Alle andere opties zijn not done.  Een hond die je grommend, kwijlend staat aan te staren maakt het niet bepaald aanlokkelijk om verder te stappen.

* Als je al een huisdier hebt in de woning, verwijder dan de faeces  van het dier.  Dat ruikt toch wel een beetje.  Ook als ze opgedroogd zijn.

U denkt: overdriving voor duust.  Neen.  Jammergenoeg niet.  Niets van dit alles is ook nog maar enigszins met het haar gegrepen.  U kan zich wel voorstellen dat ik blij ben dat we dit gedeelte al een tijdje achter ons hebben liggen.  Dus als u er binnenkort aan begint: I wish you very good luck!

Schatten op zolder.

Ons dak werd de voorbije week geïsoleerd.  We praatten er al een tijdje over, het temperatuurverschil boven was dan ook niet te ontkennen.  Onze grootste zorg was de zolder leegkrijgen.  Die stond namelijk nog bomvol met verhuisdozen en allerhande “materiaal dat nog eens moest gesorteerd worden”.  Right.  Het zit veilig weg als je het niet ziet.  Maar isoman kwam deze week dus deden we twee zaterdagen geleden van legezolderdag.  Ik was de nummer 1 roefelaar die dag.  Pieter bracht de dozen, ik opende ze en sorteerde: kringwinkel, containerpark of herstockeren.  Menig theelichthoudertje, nutteloze boeken, cache-pots werden afgeschreven.  Een ander kan er zijn living mee opfleuren.  De rest werd mooi verdeeld per doos.  De tweede roefelzaterdag diende als afwerking.  Er was namelijk nog een zijzoldertje “waar er nog een beetje gerief van de vorige eigenaar stond”.  Dat fameuze zijzoldertje vond ik altijd zo creepy dat ik er nog nooit in had gekeken.  De gedachte aan het vinden van een dode muis, of erger: een rat, schrikte mij altijd af.  Het huis stond twee jaar leeg alvorens wij beneden het binnenwerk er volledig uithaalden.  Maar de tijd van negeren was voorbij.  De zolder moest leeg want Isoman moest plaats hebben om te werken.  “Een beetje gerief van de vorige eigenaar” was een understatement.  Hij kende blijkbaar het werkwoord “roefelen” niet toen hij hier woonde.  Lege bloempotten, stenen onderschalen, een milieubox, een po (ieuw!), plastic bloempotjes, kookpotten, kartonnen dozen, afval.  Godver zeg.  Een extra rit naar het containerpark was nodig.  Maar ook dit:

wpid-DSC_0909.jpg

Ping ping ping mijn schatten-op-zolder-radar begon te piepen.  Oude munten!  Peter Van Asbroeck, kom maar af hé, en breng maar uw loep mee, ik ga hier rijk worden!  Isolatieman is meteen betaald!  Het sigarendoosje waarin ze zitten is zo danig bestoft, het komt precies uit zo’n kindertoneel waarin een schat het onderwerp speelt.  Munten van het jaar 1922, ééntje is van 1905.  Of ze iets waard zijn, dat zal moeten blijken, maar voorlopig hou ik me vast aan de gedachte dat ik toch nog iets interessants gevonden heb in een ander zijn brol. 

“Goed voor 1 f” in het jaar 1922 moet dat een hele rijkdom geweest zijn.  Nu zijn we onze 1 centers liever kwijt dan rijk.

of in een klein koekje

Hoe vlug je aan ongemakken went. . .

Een garage die bomvol staat met materiaal dat dringend eens naar het containerpark moet, in het begin erger je je daaraan, maar een paar maanden later vind je gewoon een strategie om al dat gerief te omzeilen.  Nog maanden later vind je zelfs een strategie om tot aan de garagepoort te geraken met je vuilniszak in je handen zonder dat je een steek ziet.  Fort Boyard-style!

Bij het opstarten van mijn computer was er ook zo’n systeem dat zichzelf in stand hield.  Om zeker te zijn dat ik tijdens mijn koffie rustig eens mijn mails kon checken moest ik eerst de computer opstarten alvorens ik de koffie maakte.  Tegen dat ik de koffie opgegoten had was de computer al halfweg in zijn opstartproces.  (En ja, ik giet mijn koffie op, ik hou niet van koffiemachine-koffie).  Tegen dat ik rustig neerzat met een dampende tas koffie kon ik beginnen aanklikken.  Mijn lief heeft deze week echter de computer “gekuist” zoals hij het zegt.  Wat blijkt nu.  Je duwt op de powerknop.  En nog voor je de eerste zak koffie kunt opgieten staat alles al in gereedheid om te klikken? Geen eeuwig ge-krrrr-krrrrr-krrrr, geen draaiend blauw bolletjes als cursor, het duurt geen tien seconden alvorens de pagina meescrolt met je handbeweging, geen 7 pop-ups die ik moet wegklikken.  En heeft hij nu dat toetsenbord ook afgekuist?  Het is zo smooth-typing!

Nergens een plaatsje hebben in je badkamer om kledij neer te leggen.  Het resultaat is: een pyjama op de weegschaal, nog een andere pyjama daarbovenop, loopkledij in stapeltjes op de grond, daarbovenop balanceert een trui die je nog eens gaat dragen.  En ineens zijn er dan legplanken.  En plaats dat je daar op hebt!  Plaats!  Zalig!  En netjes!

Het zijn toch zo’n kleine dingen die het hem doen vind ik.  Als we volgende week eens in gang gaan schieten in de zolder en de garage (de datum staat vast, wat op zich al betekent dat de prestatie zal gebeuren, want meestal is dat gewoon het probleem: tijd vrijmaken) dan kunnen ze ons dak komen isoleren, en dan kunnen we misschien zelfs in latere instantie kamers maken boven.  De gedachte alleen al dat alles zal klaarstaan om een kamer te maken is voor mij al voldoende om tevreden te zijn.

Geluk zit in een klein hoekje.  (Eéntje waar je momenteel nog spinnenwebben en dozen vol rommel kunt vinden bij ons)

 

Say everybody have you seen my balls?

ZIJ was ermee begonnen vorig weekend, met mij jaloers te maken op een schonen kerstboom.  Het is vanaf nu toch wel gepermitteerd vind ik, lichtjes, pinkeltjes, kitscherig gedoe.  Ja, ik ben dan misschien totaal niet katholiek ingesteld, maar de geboorte van Jezeken, dat wordt bij ons gevierd.  Hypocriet of niet.  Dus klom ik op de zolder.  Allemaal voor Jezeken.  Klimmen is misschien niet het juiste woord, maar er komen toch klimbewegingen aan te pas om aan alle dozen te geraken bij ons.  De hoop op het vinden van de kerstversiering was al opgegeven toen ik de laatste doos opende.  Inderdaad: “kerstver” stond erop.  Het moest blijkbaar rap gaan bij het inpakken vorig jaar.  (En aaaah, at last, na maaaaanden zoeken en reeds geïnvesteerd in een nieuwe: onze luchtmatras.  Tjah, vanaf nu kunnen er twee koppels blijven slapen.)  Ik dacht, ik doe het donderdag, dan neem ik voldoende de tijd om alle versieringen mooi uit te pakken en te kijken hoe ik alles zal hangen.  Aangezien het de eerste keer is in dit huis dat ik mijn boom en ballen uithaal neem ik er beter tijd voor toch?  Ok ja, misschien gewoon de lichtjes al uithangen.  Bwah, die boom dat bestaat eigenlijk ook maar uit twee stukken, ik zet die ook op.  Er was blijkbaar niet veel kerstversiering ingepakt.  Waar zijn mijn kerstballen met de gezichtjes op?  Had ik geen kleine strikjes ergens?  Heb ik dan zoveel weggegooid vorig jaar of is er stiekem vanalles gebroken bij de verhuis?  En shit zeg, die kerstboom.  Je kunt er dwars doorkijken.  Wat een triestig geval is me dat zeg.  Engelen zouden erbij beginnen bleiten.  Jezeken tiert heel de boel samen als hij ziet waaronder hij moet slapen.

Kijk:

wpid-DSC_0769.jpg

Maria krijgt er prompt een postnatale depressie van jong.

Alléé, ik ga mij toch eens wat nieuw kerstgerief moeten aanschaffen.  En misschien dit jaar een echte kerstboom?  Deze hadden we vorig jaar beter op de hoop van de kerstboomverbranding gegooid.

Gelukkig kreeg ik deze morgen wel een heel mooi kerststukje van mijn meme cadeau. . .

wpid-DSC_0770.jpg

 

Dat maakt toch veel goed.

Marbelmuffel

wpid-DSC_0742.jpg

Yes!  Een ei!  Het zijn de kleine dingen in het leven die het maken hé.  Het is al het tweede ei dat we zien in het heropgebouwde kippenhok, ééntje was jammergenoeg al opengepikt door de hongerige kippen.  Ze bleven wel heel lang in hun hokje nadat ze terug werden “vrijgelaten”.  Ik vreesde even dat ze overspannen waren en het depri-chicks gingen worden maar nu dartelen ze vrolijk in hun kippenplein rond.  Voor zover een kip kan dartelen uiteraard.  Ik stel mij direct “kip in galop” visueel voor. Tjakka! Nog een klets op de kippendij erbij!

wpid-DSC_0736.jpg

En kijk eens onder hun pootjes:

wpid-DSC_0735.jpg

Gras!  Zo hoog dat er al een schaduw van bestaat!  Gras met een schaduw. . . nog zoiets kleins om te koesteren.

wpid-DSC_0741.jpg

Lang geleden dat deze vriendin nog binnen mocht komen.  De relatie met de mustiekat is erop verbeterd, al zegt hij soms nog wel eens “poesje mag niet bijten” waarop ik moet zeggen “jij mag niet in poesje’s oogje prikken hé”.  Conversaties met een 2-jarige.  Haar vacht is in enkele weken ook verdubbeld, een vellen frakske waar menig bontliefhebber jaloers op zou zijn.

En ja, onbeschaamd, ik kocht de flair van deze week.  Ik schrok dat dat 2,5euro kost.  Meer dan een brood, al gok ik hoeveel een groot brood nu eigenlijk kost aangezien ik het steeds zelf maak.  Eén artikel deed me wel luidop lachen:

wpid-DSC_0734.jpg

Ein bisschen deutsch: PARTYMUFFEL!  Dè max!  Du bist schön ein partymuffel!  Muffel klinkt zo danig bemuffeld dat je er alleen maar iets saai bij kan denken.

Du partymuffel!

 

maar het moet wel op iets trekken hé

Sommige dingen kan ik moeilijk begrijpen zoals cavia’s bijvoorbeeld, compleet nutteloos, lelijk en meestal is hun haar vettig. Een zwangere cavia is zowaar nog erger, die produceert nog eens zo’n ondingen.  Of sierfruit, van die gele pompoenen en gebubbelde peren.  Niet te eten uiteraard anders werd er al lang soep van gemaakt.  Als kind had ons meme ook zo’n dingen staan, die worden blijkbaar wel zacht na een tijd want we vonden er niets beter op om sierfruit door de oude koffiemolen te halen en te kijken naar het resultaat in het schuifje.  Shhhttt aan niemand vertellen. . . Wat ook vreemd is in mijn ogen is hoe een balpen in mijn handtas kan gereduceerd worden tot een serie onderdelen.  Volledig ontmanteld dus zonder dat ik het dingen ooit aanraakte, of toch misschien niet rechtstreeks.

wpid-DSC_0571.jpg

Er ging ook niets van verloren want ik kon hem weer netjes samenzetten.  Er is een monteur aan mij verloren gegaan jong.

Ohja en ik ben één van hen geworden.  Zonder dat ik het besefte.  Zo’n vrouw die ik vroeger voor zot verklaarde omdat ze al voor 10u ’s morgens ramen aan het wassen was.  Maar!  Ik heb het gat in de markt gevonden deze ochtend.  Welke student wil nu geen frankske bijverdienen?  Ik bied aan:  6 kleine raampjes, één gewoon raam, één deurraam, één zijraam aan een deur, één porte-fenêtre, en nog 4 extreem grote ramen.  Vuil, smekend om gewassen te worden.  Ok, neem een poetsvrouw hoor ik iedereen denken, maar de rest wil ik graag zelf blijven doen.  Het zijn die ruiten die voor al het zweet zorgen.  Dus wie graag een eurootjen wil bijverdienen, ik sta open voor onderhandeling!  

Fondantgefoeter

13u: Ding Dong.  Het gebeurt niet veel dat er onverwacht wordt aangebeld waardoor het extra spannend is om de voordeur te openen uiteraard.  Een Nederlandssprekende Waal gaf mij een pakketje “Mevrrrrrouw, ierrrr tekenen astublieft”  Oeeeh een cadeautje!  Nog spannender dan een onverwachte deurbel! “Ed ies een cadeautje van Eggo keukens” Hij zag dat ik mij moest inhouden om niet op en neer te gaan springen.  Een keukenkastdeurtje?  “Oei, verrrrwacht niet te veel hé mevrrrrouw, het is een kleine dingetje als bedanking voorrrr uw koop van keuken”.  De doos werd al opengedaan nog voor ik zijn balpen teruggaf.  Het was een handdoek, een kookwekker en. . . een doos chocolaatjes.  Kijk:

wpid-DSC_0471.jpg

Ok.  Ze leveren een doos chocolaatjes, zo net rond de middag, mijn moeilijkste moment om niet aan chocolade te denken.  We spreken niet over een mini doosje chocolaatjes.  Er zitten er 36 in.  Ja, ik kon het niet laten om ze te tellen, het zijn chocolaatjes, ze zijn gratis en ze proppen ze nog net niet in je mond, zo’n dingen houden mij bezig.  Een gegeven paard mag je niet in de bek kijken.  Zodoende ging het proeven van start.  Om daarna in mineur te eindigen.  Shit, slechte smaak!  Echt, van die zwarte chocolade die zo’n bittere nasmaak geeft, zo’n vieze verhemelteplakboel.  Tju toch.  Het hele moment verpest.  Nu sta ik daar, in de keuken van mijn leven,  met nog 34 van die chocolaatjes (want ik kon het natuurlijk niet laten om er nog één te proeven om toch zeker te zijn dat ik ze echt niet lust!) . . .

Asterisk en de iezegrimmige dwergen

Ik ben een lijstjesmeisje. (Ja, meisje ja, want lijstjesmadame klinkt zo goed niet).  Er zijn boodschappenlijstjes, takenlijstjes, dingen te verzamelenlijstjes, lijstjes over wie wat heeft en ga maar door.  Vooral de sterretjes doen het goed in het oplijsten van dingen.  Die asterisk wordt waarschijnlijk dagelijks gebruikt zonder dat ik het besef.  De takenlijstjes wil ik zo kort mogelijk houden, toch kun je er met een nog-niet-afgewerkt-huis jammergenoeg niet onderuit.

wpid-DSC_0463.jpg

De tijd dat de kabouters dingen deden is voorbij, ze vragen er nu een kost en verloning voor.  Ik schilder dan liever zelf mijn trap dan te moeten koken voor een nest norse lilliputters.  Ik heb trouwens maar één kinderstoel.  Twee uurtjes op dinsdagvoormiddag en een uurtje daarnet en hup, mijn trap is afgewerkt!  Het zijn die werkjes die blijven liggen, die stomme werkjes die niet dringend zijn maar wel een groot verschil maken.  Die taakjes die roepen om uitgesteld worden.  En als je het dan gedaan hebt, en heel trots één van uw asterisklijntjes kunt doorschrappen, dat geeft toch wel een “yeah, bere!”-gevoel.

 

 

Overtuigende schapen zijn de max

In onze vorige twee woningen (die zich bijna recht tegenover elkaar bevonden) waren er soms wel eens ergernissen over nachtelijk lawaai op straat.

* Een auto om 4u50 aan de lichten met zijn muziek volle bak, vermoedelijk op weg naar zijn vroegdienst in de fabriek een beetje verder.  Unts Unts Unts tadada Unts Unts Unts

* Zatte fietsers roepend dat ze moeten stoppen voor het rood “Eiiii, je moet stoppen hoor!  Er komt toch niemand af, ik rij door!”

* Een zatlap die eigenlijk bij de buren moest zijn maar toch op onze deur staat te bonzen om 6u in de ochtend “Waar ben je?? Laat mij binnen!!!!!”

* Pizzawachters bij de pizzeria op de hoek die hun auto stationair parkeren voor onze deur.  “eur-heur-heur-heruh”

* De achterburen die een tuinfeestje houden tot 5u ’s nachts en daarbij elkaar letterlijk toeroepen hoe tof het wel niet is. “’t Is tof hé!  Ja hé!  Beretof!”

Er zijn aangenamere geluiden om mee wakker te worden.   Zoals deze ochtend:

“tjiep tjiep tjiep” “tjieeeee-pieeeepppp-pieep” “tjieieieieieieieieieieieiep”

“Meihhhhhhhh”  

“Meihhhhheiiiiiihhhhhh” (schapen moeten hun geblaat precies altijd zo nog eens versterken alsof ze willen zeggen “heb je het wel goed begrepen?”)

“tjiep”

“Meih”

“tjiep”

“Meih”

Mei-heei-heeeeih!”

Neen, ik zou niet meer willen terugkeren.