Page 9 of 12

CYBummers/Blessings

Een paar bummers deze week:

*  Iedere keer weer als ik goed op dreef ben en eindelijk het juiste ademritme vind bij het lopen, kom ik aan een oversteekplek.  Zo’n 8 op de 10 keren moet ik dan stoppen omdat er een voertuig afkomt.  Er is niets ambetanter dan dat (behalve misschien één schoen die meer aanspant dan de andere, waardoor je constant het gevoel heb dat je ene voet meer weegt, of misschien zit het allemaal tussen mijn oren – koekoek-koekoek-).  Ik voel na de korte stop alle energie in mijn benen naar beneden zakken, mijn hartslag is even verstoord en ik moet een extra effort doen om terug in mijn ritme te geraken.  Beetje kaka.

*  De auto afkrabben met je bankkaart omdat je geen krabber lijkt te vinden.  “Ja maar die zit in het zakje aan de achterkant van de passagierszetel”.  Ahja dàt zakje. . .

*  Mijn adresboek nergens vinden.  Net in de kerstkaartjestijd. . .

Meme die na de thuiskomst bij haar kwartels opnieuw werd opgenomen.

*  Meme die “berecht” werd in het ziekenhuis.  Waar ze niet wil zijn.

Hoewel je bij zo’n situaties niets leuk kan verwachten waren er toch enkele aangenamere zaken:

*  “Je hebt teveel betaald op uw factuur, ik stort morgen een deel terug.”  Alrightie!  Botjestime!

*  De Action.  Gisteren liep ik de hele dag ongemakkelijk met de rare meme-toestanden maar De Action heeft mij toch een lichter gevoel gegeven.  Placemats: 95 cent ’t stuk!  Batjestime!

wpid-DSC_0789.jpg

Consider yourself lucky als één van deze 5 SUPERmooie kaartjes in uw bus belanden.  Ok, ze kostten maar 0,75 cent voor de vijf.  Maar dat maakt ze niet minder mooi en ik hou ze voor speciale mensen.  How very Eva Mouton trouwens. . .

wpid-DSC_0790.jpg

Als eigenaar van een elektrische kookplaat bezat ik nooit zo’n cool ding om de stove aan te steken.  Maar nu wel!  Gedaan met lucifergepruts en vingers verbranden en kaarsvet morsen en van die toestanden.  Vanaf nu klik ik mijn theelichtjes aan, dat spel maakt ook zo’n geweldig cool geluid “dja-djak”.

wpid-DSC_0791.jpg

En Chouffe Coffee.  All Hail the Chouffe Coffee!  Kan het nog meer kerstdag zijn?

Peuterpuberteit my ass!

“Laten we het niet jinxen!” een uitspraak die nogal vaak over de tong gaat hier.  Ik zou er beter ook naar handelen verdikke!

Toen een vriendin van me eens vroeg of mijn peuter al eens een scène heeft gemaakt in de winkel moest ik precies eens goed nadenken en kon ik alleen op “ahja, hij heeft eens zitten roepen achter een potje yoghurt” antwoorden.  Boy was I wrong, oh so wrong!  Een scène noemde ik dat!  Ik heb vandaag mijn mening herzien, zeker na wat hij me vandaag geflikt heeft in den aldi  (gelukkig niet de lokale aldi, maar die bij oma thuis).

Hij moet nog maar het logo van Renmans zien of zijn ogen beginnen te blinken voor “een schelleke”.  Als ik de schelletjeswinkel voorbijwandel om effectief Aldi binnen te gaan begint het.  Spel en miserie.  Hij laat zich hangen en begint te roepen dat hij een vleesje wil.  Een uitleg lijkt overbodig, het kind wil een schelleke.  Ik pak hem op (14 kg dames en heren, powerlifting heet dat) en hou hem vast terwijl ik hem probeer te kalmeren.  Failed.  Hij begon toen nog maar pas aan het echte verzet, hoofd achterover, heel het lijf achterover, roepen, tieren, olei, het was toch zo tof.  “Moet mama jou terug in de auto steken?” JAAAAAA!!! tierde het weerbarstige lijfje naar me.  “Goed.  Dan ga je terug naar de auto”.  Kind op de arm, handtas over de schouder, “excuseer mag ik eens voorbij?” aan de kassa.  Langs alle kanten grote ogen die me vragend en veroordelend volgen.  Wat gaat zij nu doen met dat kind?  Ik zag die vraag door hun ogen in hun hersenpan voorbijkronkelen.  Ik moest me inhouden om niet keihard “kijk naar uw Milsani melk!” te roepen maar ik zei niets en probeerde de worstelende massa in mijn armen onder controle te houden.  Op de parking was het hek helemaal van de dam.  Tieren en tuuten dat het een lieve lust was.  Terug in de autostoel besefte hij dat ik het meende.  “Mee naar Aldi!!” “Ga je flink zijn in de Aldi?” snikkend kwam het tot een puppy-face en een waterige “ja, flink zijn”.  Gekalmeerd en mooi stappend aan mijn hand gingen we terug de winkel binnen.  Hij mocht de lasagne dragen, op de band leggen en betalen van me.  “Is het dat wat hij wou?” vroeg de kassierster?  “Neen, hij wou alleen zijn gedacht” was mijn antwoord.  Gapers!

Consequent zijn is saai.

 

 

Want de katten gaan anders eenzaam worden.

Mezelf, vorige week ergens: “Ik slaap vrijdagavond bij meme, het is beter dat er vanaf nu telkens iemand bij haar thuis gaat slapen voor de zekerheid, zo is ze niet alleen.”

Mijn prachtgenoot: “doe maar liefje, ik kijk wel voor de kleine.”  (Zie, daarom koos ik voor hem, ik hoef daar geen uitleg rond te geven, hij aanvaardt dat, zonder een overdaad aan woorden)

03u30 vrijdagnacht: “Gaat het niet?  Ik bel de dokter, ik bel je dochter, alles komt in orde, doe maar rustig.”

Die telefoon, waar is dat nummer, hoe werkt die stomme-klote-nood-telefoon met die grote toetsen?

 “Meme!  Meme!  Memetje. .  .ik ben bij je hoor, ik ga niet weggaan.”

Ze gaat dood.  Ze is aan het doodgaan.  Echt.  Het enige dat ik nu nog kan doen is bij haar blijven en haar hand vasthouden.  

Het moment dat je de ziekenwagen volgt is het stil.  Stil op de weg, stil in je auto, stil in je hoofd.

De momenten daarvoor zijn hectisch, het wachten duurt veel te lang en de cool die je al de hele tijd tracht te bewaren begint te smelten.  Dat ze hier maar vlug zijn, ze hoeft zoveel pijn niet te lijden.  

Twee uur later in de spoedgevallendienst nadat een baxter pijnstilling zijn werk doet:

“Vergeten jullie niet om mijn vogels eten te geven?”

Twee seconden later:

“En de kwartels, die op de grond van de kooi lopen, niet vergeten hé”

Nee, memetje, we gaan het niet vergeten.

Zo taai kan iemand zijn

Maar schrikken was het wel.

Naar het schijnt stam ik af van goeie genen, dat is nog maar eens bewezen.

“Ahja, en als ze niets vinden op die foto van mijn binnenwerk, dan mag ik naar huis zeker?”

Carrefourpap

Die droom waarbij al je tanden uitvallen en je ze voelt klutteren tegen je tong.  Dat is lang geleden.  Volgens “droomverklaringen” zou het te maken hebben met een tekort aan zelfvertrouwen en schrik over wat de mensen van je denken.  Nuh, vorige week zat ik heerlijk mijn havermoutpap te smullen als ontbijt, aangelengd met magere melk, want ik ben eigenlijk nog steeds op dieet ook al zijn er al 6 kg af, ik wil precies nog steeds verdergaan, 10 kg zou ook mooi zijn in feite.  (en misschien zouden de andere mensen rond mij dat eens beginnen merken want tot nu toe zijn er maar twee mensen die het opgemerkt hebben dat mijn lovehandles eindelijk minder over mijn broek puilen, niet dat ik vermager voor de andere mensen, ik doe het puur voor mezelf, maar zo’n opmerking doet je wel beter voelen en geeft energie om verder te doen).  Anyway, smullen dus, ineens voelde ik iets eigenaardig on-havermoutpap-achtig tegen mijn tanden schrapen. (TOCH GEEN TAND ZEKER??)   Ik slikte het net niet in en haalde dit uit mijn mond:

wpid-DSC_0746.jpg

 

Een “safety seal”.  Wreed safe moet ik zeggen, ik was er bijna in gestikt.  Ik dacht dat het van mijn melkdoos kwam en bekeek de verpakking van de melk.  Die bleek een ander soort lipje te hebben, de havermoutdoos had ook geen lipjes, het was iets  dat erin was gesukkeld bij de productie.

“Schrijf maar een klachtenbrief” riep mijn lief.  En dat deed ik dan ook maar.  Uiteindelijk is er niets ernstig gebeurd maar zo’n dingen in etenswaren, dat lijkt me nu toch niet echt topreclame.  Woensdag kreeg ik telefoon van een dame met een enorme franse R.  Van CaRRefouR pRoducts.  Ze vroeg me de gegevens van de verpakking, de streepjescode, de vervaldatum en “het was dRingend”, of ik de doos kon opsturen of binnenbrengen in een vestiging van CaRRefouRRRR.  Ohja, goed, ik was toch mijn boudoirs vergeten voor de tiramisu die ik morgen als dessert ga meenemen op onze wijvendate.  Dus deze morgen trappelde ik om boudoirs.  (ik moest uiteraard nog terugkeren om mijn halflege doos havermout want die was ik vergeten op de keukentafel), in Carrefour moest ik wederom mijn gegevens achterlaten, werd de klantendienst verwittigd dat ik het product had binnengebracht en kreeg ik mijn geld terug.  Ik moest ook aangeven of ik “medische klachten” had sinds het voorval.  Het was verleidelijk om te zeggen dat ik al een week werkonbekwaam was, maar beter eerlijk spelen.  TNT ging vandaag nog om de doos komen in mijn lokale supermarkt.  Wreed wat één klachtenbrief allemaal teweeg brengt aan telefoons/papierwerk/dossiernummers en tewerkstelling!

Ik ga niet laten om dezelfde havermoutvlokken te kopen, ik vind ze lekker.  Carrefour is heel vriendelijk en open geweest, ze boden hun excuses aan èn ik kreeg mijn geld terug.  Fair enough!

En morgen: WIJVENDATE!  (met vettige tiramisu, je ziet, 10 kg kan misschien nog een beetje ver lijken, maar ondertussen heb ik het toch maar mooi gehad)

 

en wat hebben we gemist?

Niets eigenlijk.  Ik dacht dat ik het moeilijk ging hebben maar het was pipinootjes en een stuk taart!  Ik had ook geen tijd om iets te missen de dag ging zo danig vlug.  Ahja, ik heb één keer mijn dataverkeer aangelegd om te gaan lopen en zondagmorgen vond ik in mijn inbox een mailtje van Runkeeper om mij te proficiateren “A new record for running”.  Er stond zelfs zo’n blauwe medaille met een ster bij, want ik liep voor het eerst in jaren meer dan 5 km – stilte – om het geluid van jullie schouderklopjes goed op te vangen –

Wat we wel deden op internetloze zaterdag:

wpid-DSC_0757.jpg

“Mee met de tjoeketrein!”   Ilja maar zwaaien naar de trein toen die het station binnenreed waarop de bestuurder toeterend tot stilstand kwam.  Geweldig zicht trouwens hoe iedereen (inclusief mezelf) op het perron zich daardoor een accident schrok.  (I nearly peed a little)

We zijn sinds dit weekend niet meer getrouwd, mijn echtgenoot bracht zijn trouwring binnen om op te blinken en loopt nu dus vrijgezellig rond, althans enkel rings-gewijs voor de geïnteresseerde dames of heren die op zo’n dingen letten.  Na drie jaar stonden er al massa’s krassen op zijn ziel.  (Komt ervan  –> met mij trouwen, da’s afzien, wie wil dat nu?)

wpid-DSC_0760.jpg

Van zo’n artikels krijg ik altijd een beetje de jibbies.  Er zijn zoveel mensen die wegens financiële redenen nooit op zo’n evenementen geraken en dan mogen de BV’s altijd een rondje gratis gaan.  Het enige wat ze moeten doen is met hun kop in de krant gaan staan en zeggen dat het goed was.  Er is NIEMAND die zegt dat de show slecht was.  Ze weten wel dat ze Herman Brusselmans niet moeten uitnodigen “Ik kreeg er eigenlijk acuut het schijt van, gelukkig moest ik ook voor de toiletten niet betalen”.  En wie zijn die BV’s eigenlijk de dag van vandaag.  Ruth Reeckmans, van een TV-programma dat ik nooit bekijk, Joke Van de Velde die jaren geleden eens op de hoogste blok op een podium stond en Gert De Mangeleer, blijkbaar een kok, moet die eigenlijk niet staan koken, waar is de tijd dat koks geen sociaal leven hadden. . .

En de poes is weer weg.  Al een week ondertussen.  Ze ging mee wandelen toen we vorig week het Duits kerkhof bezochten 2 kilometer verder en sinds dat punt is ze spoorloos.  Een kat die mee gaat wandelen?  Het is nog gebeurd, ik vermoed dat ze na al die jaren hondentrekjes begint te krijgen.  Ze antwoordt ook als je iets tegen haar zegt en ze kan ook de negeertruc heel hard hanteren.  Nu is het leeg rondom ons huis, geen plantenbakken die verwoest worden, geen gejank aan de voordeur of geen klauwende pootjes naar kinderhandjes.  Rol maar vlug terug Marbel, je mag een potje extra janken van me.

Louis Neefs zong het ook al in den tijd…o-oh ik heb zorgen

Als 31-er voel ik me soms zoals het vlees tussen de sandwich.  Ik ga om met mensen die 20-something zijn en tegelijk met 40- en 50’ers die kinderen hebben die 20-ers zijn.  Daar tussenin zitten geeft me soms een dubbel beeld, de idee die ouders over hun kinderen hebben en het feit dat ik mij nog goed herinner hoe het als tiener was.  Ik hoorde mijn buurvrouw zaterdag zeggen “van je eigen kinderen denk je altijd dat ze niet groeien” Ik hoor oudere vrienden hun ongerustheid uiten over hun tieners “gaan ze wel voorzichtig zijn?” “ze gaan toch niet aan de drugs geraken?” dan geef ik dikwijls als antwoord “maar ze zijn 17 jaar, ze kunnen gerust zelf al inschatten hoe gevaarlijk iets is” In onze jeugd konden wij zelf ook inschatten welk pad we gingen nemen.  Liepen we mee met degenen die er een zootje van maakten of deden we ons eigen ding en probeerden we zo nog enigszins cool te zijn, al was het maar door je haar eens fluorood te kleuren.  We waren gerust in staat om eigen keuzes te maken.  Als ouder van een klein kindje zorg je, eens ze pubers worden maak je je zorgen.  Ik ben van het gedacht dat je jongeren grenzen moet bieden, hen die laten aftasten en hen laten tegen de muur lopen.  Dat dat juist een leerproces op zich is waarbij je soms lijdzaam moet toekijken (met je handen voor je ogen, piepend door je vingers en met een scheve lip).  Ik vermoed dat de huidige 17-jarigen ook zelf kunnen uitmaken wat goed en slecht is.  Toch diegenen die enigszins een opvoeding genoten hebben waarin duidelijk werd aangetoond wat kan en niet kan.  Maar nu is het allemaal gemakkelijk scanderen, als het niet over je eigen kinderen gaat!  Het is voor ons nog niet aan de orde.  Ik hoor diezelfde oudere vrienden zeggen “kleine kinderen, kleine zorgen, grote kinderen grote zorgen, dat is een cliché dat altijd meer en meer wordt bevestigd”.  Ik heb nu inderdaad heel gemakkelijk praten, TOTDAT ik zelf een 17-jarige zal hebben.  Ik ga juust van de gelijke zijn als onze vrienden nu zijn.  Ik ga juist dezelfde vragen stellen en dezelfde ongerustheden uiten.  “Hij zal toch niet meelopen met de margi’s?” “Zouden we hem wel met de fiets laten gaan?” “Ruikt hij nu naar wiet of is dat mijn gedacht?” “Oh nee, dàt is toch niet zijn lief hé?”  Man, dat lief zal grote ogen moeten kunnen verdragen, daar zou ik een blogpost op zichzelf over kunnen schrijven.  Ik kan me die ongerustheden van mensen maar al te goed inbeelden.  Gelukkig ga ik, tegen dat het zover is, al via hologrammen kunnen checken wat die puber van mij aan het doen is.

moms

 

voorlopig ben ik vooral blij dat die van mij nog een  peuter is

tetteren en kwetteren

friends

Er waren 25 opties voorgesteld in de doodle om af te spreken met de ladies van de klas.  Inderdaad: vijfentwintig!  “De peiling is groter dan gebruikelijk” zei doodle himself, hij had het ook door dat het overdreven was.  Je moest hem bijgot uitvouwen om alle opties te zien.  Ondertussen nog even vlug een lofzang over doodle.  Niemand volgt mij daarin, ik gebruik dat echt heel vaak voor zo’n afspraken, eenvoudiger kan het gewoonweg niet.  Geleerd op school aan mijn leerkracht beroepspraktijk om agenda’s te vullen met stagegesprekken.  Soit, 25 opties.  Nadat we alle vijf onze mogelijke data hadden ingevoerd bleven er nog twee over.  TWEE!  Gelukkig hebben we nu toch al een datum gevonden om af te spreken.  Blijkt ons jong veulentje (sorry Shanah :-))  dan nog te moeten volleyballen!  Samen gaan kijken en dan uit eten en drinken lijkt me een goeie optie want hoe lossen we anders 25 data die niet passen op?  Laten we het maar eens op de sociale sector steken.  Afspreken met vijf opvoedsters is geen sinecure.  Te weten dat we vroeger elkaar wekelijks op de schoolbanken zagen.  Nu komen pasgeboren kindjes, moeilijke werkschema’s, hobbyclubs en gezinssituaties vaak tussen om nog eens goed door te tateren.  Maar die vriendschap met die vier dames, die wil ik zeker niet verliezen.  Je vindt er geen vier zulke en hoe lang het ook geleden is, het blijft steeds als in de tijd dat we nog zorgeloos aan onze opleiding begonnen.

Sint Maarten – Koeken en taarten

Het blijft het beste feest voor de kinderen voor mij: Sint Maarten.  Sinterklaas voor de rest van België maar op een beter tijdstip in het jaar.  Bij mijn metekindje kwam hij gisteren in person op bezoek.  The one and only Sint Maarten.  My homeboy.  Ik tuurde met grote ogen uit het raam of hij nog niet op komst was want hij was aan de late kant.  Terwijl ik met mijn neus tegen het raam plakte en zo goed mogelijk trachtte te kijken dook ineens een witte baard voor het raam, een geschruwel was het gevolg uiteraard.  Tjakka!  “Mission accomplished” zal hij gedacht hebben, toch één iemand die nog schrikt.   Ik dacht dat de kleine zich zou scharen achter mijn knieholtes bij het zien van zwarte piet maar hij was int geheel niet bang.  Nieuwsgierig, dat wel.  Ook al had ik hem een aantal keer op voorhand foto’s van de goedheilig man getoond, toch bleek hij enorm verrast door de verschijning.  Alle clichés uit de kindertijd blijven hetzelfde van toen hij bij ons op bezoek kwam met een zak speelgoed.  Een jute zak, mariaspekken, mandarijntjes en een groot boek.  Je zou er zelf nog willen in geloven als je het allemaal ziet.

november2013 114

En die ring jong, ziet die ring

De consequentiefase

Als er nu één eigenschap is die ik mezelf niet toeschrijf dan is het wel koppigheid.  Ik blijf geen dagen kwaad, ik blijf niet pertinent “neen” zeggen als ik mijn gedacht niet krijg.  Mijn peuterpuber daarentegen kan er ferm weg mee.  Het heet dan ook niet voor niets “de koppigheidsfase”, hey, sommige dingen zijn wel heel duidelijk en rechtdoor in hun benaming.  Omdat hij gisteren quasi niets at wil ik dat hij vandaag een boterham eet bij zijn ontbijt.  Hij is echter alleen geïnteresseerd in spelen met de doos nieuwe auto’s die hij van een lieve vriendin doorkreeg.  Compromis: “Je eet eerst een boterham, en dan mag je spelen met je nieuwe auto’s”.  Wenen, pantomime, roepen, met de handjes kloppen op de billen, op en neer springen, op zijn hollands roepen “nej nej nej”, de boterhammen vliegen meermaals naar het midden van de tafel.  Het lijkt geen effect te hebben, daarop neem ik de doos nieuwe auto’s en zet ze in de garage, iets wat nog meer getier en gebrul veroorzaakt.  De boterhammen laat ik liggen op de tafel en de boodschap is duidelijk: eerst boterhammen, dan spelen. . . Het monstertje beslist om van tafel te gaan en met zijn “oud” speelgoed te gaan spelen.  Soms komt hij vragen om de nieuwe auto’s, en de blauwe brommer.  Ik toon hem de boterhammen en zeg dat hij pas mag spelen met de nieuwe auto’s als de boterhammen op zijn.  Wat een hele fijne ochtend kon zijn met nieuwe auto’s ontdekken verandert in een ochtend met wenen, jammeren, roepen.  Kortom. . . fantastisch.  Consequent zijn is altijd de saaiste oplossing.  Ondertussen blijft hij koppig neen zeggen en blijven de auto’s in onze garage staan, is de sfeer onder nul en is mijn humeur verpest.  Hij is wel zijn oud speelgoed aan het herontdekken.  Soms vraag ik me echt af wat het allemaal oplevert, dat strijden, die ruzie’s.  Ik wil de boevrouw niet spelen maar tegelijk wil ik graag dat hij iets eet.  Ik wil in mijn vrije voormiddag een leuke tijd met mijn zoon maar zo’n situaties zijn absoluut een dieptepunt.  Als het wenen mij nader staat dan het lachen komt hij ineens in de keuken bij me “stuutje eten?”.  We gaan aan tafel, ik bied hem de boterham aan, hij eet die op tot de laatste kruimel.  “Nog een stuutje?” vraagt hij.  Hij eet nog een beetje van een tweede boterham.   Ik triomfeer niet, ik ben alleen blij dat hij iets eet.  En dat hij zijn nieuwe auto’s kan ontdekken. . .

En dan hebben we het nog niet over de langpootmuggen gehad!

Dat alles precies verandert op 1 september als die grote vakantie ineens voorbij is.  Het weer lijkt zich dit weekend ook ineens te keren, alsof het weet dat de 21e echt de deadline is voor de zomer.  De wegen zijn op slag 10 keer drukker, het valt te overwegen om de stad te vermijden rond 16u30 als alle middelbare scholen hun leerlingen buiten jagen, sigaretten aanstekend, rugzakken half en half op hun rug.  En Eva Mouton had het er twee weken geleden ook al over: vieze spinnen.  Godver, dat zijn pas ellendige beesten.  Er liep er één over onze keukentafel deze morgen (“Neen!!!  Niet met de smeerkaaspot doodslaan!”), ik zou zeggen: smakelijk.  Het is minder erg als ze stil in een hoekje zitten, of buiten ergens.  Het ergste is als ze opgejaagd rondwandelen, met die enge tengels van hen en die venijnige kop.   Ik gebruik soms Marbel als spinnenpakker door haar in de lucht te houden voor zo’n potencreep.  Het enige wat ze echter doet is haar kop draaien naar mij en mij the look geven.  Als je wil weten hoe “kijken als een zieke koe die een trein ziet passeren” eruit ziet, be my guest, en breng een spin mee. Trouwens, de geelgroene boogers zijn ook terug op mijn zoons’ bovenlip, hij redeneert “waarom een doekje gebruiken als je een tong hebt?” en wederom. . . smakelijk!

100_spinnenkillen

 

bron:  http//evamouton.wordpress.com