zijn uurrooster (vroege afspraken, dagdiensten, avonddiensten, opleidingen die uitlopen tot ’s avonds laat, klantenevenemententoestanden)
het crècherooster van Linus (halve dag, volle dag, niet gaan),
het opvangrooster van Ilja (naschoolse, voorschoolse of allebei of niet)
wie wanneer onze kinderen opvangt
verenigings- en hobbyleven (vergaderingen gezinsbond, kookles, mountainbiketochten, repetitie)
sociaal leven
eigen leven
Zoals ik reeds aanhaalde hoor ik niet thuis bij de hipsters. Je mag mij gerust een beetje van den ouden stempel noemen, jawel, ik ben zo’n madame die nog naar cd’s luistert en zo’n dikke hoes met van die insteekflapjes laat liggen in de auto. Ook op het gebied van plannen hou ik vast aan mijn ritueeltjes, met andere woorden: ik gebruik een papieren agenda. Ene van de Boekenvoordeel van 3,99 euro. Ik koop al jaren dezelfde agenda, enkel het kleurtje verandert, kwestie van toch eens los te gehen (dit jaar koos ik voor blauw) (serieus, ik zou het moeten op een ander lezen ik denk: “get a life”, maar dat heb ik, hence de drukke agenda). In mijn agenda is er door de jaren ook een soort systeem ontstaan: mijn uren staan in het midden, afspraken staan genoteerd bovenaan (voormiddag), halfweg (namiddag) of onderaan (’s avonds), ze worden steevast in een vierkant gezet zodat ze zouden opvallen. Komt er nog een tweede afspraak in dat kot, dan omcirkel ik die zodat ik het verschil goed zou opmerken.
De ster kreeg ik van mijn kerstruilbuddy! Schoontje hé
De laatste tijd loopt het jammergenoeg wel eens spaak. De agenda’s van mij en mijn vlam zijn al eens minder goed op elkaar afgestemd. Zo kwam het al voor dat er afspraken gemaakt werden die dubbelliepen met andere avondafspraken of uurroosters werden verkeerd overgeschreven. Vandaag was het weer van dat. Een collega vroeg om te wisselen, ik gaf vorige week aan dat ik kon werken in haar plaats, blijkt er iets verkeerd in de agenda overgeschreven waardoor ik toch niet kan werken voor haar. Ambetant! In verschillende opzichten, want dan is het ineens brandjes blussen.
Hoewel ik nog steeds enorm houd van een papieren agenda met een harde kaft en het nodige gekrabbel erin (enkel IK schrijf in mijn agenda, Pieter schrijft lelijk en vermassacreert zo mijn kotje van die dag) ga ik toch moeten overstag gaan voor een elektronische agenda. Ik ben dus op zoek naar een goeie tip hierrond want hey, ik luister nog naar cd’s, remember, ik ben eigenlijk absoluut niet goed in apps en van die toestanden, komt daar bij dat ik aan dikke-vinger-syndroom lijd en ook nog eens in staat ben om een gsm met mijn kaak af te duwen. Dus, de voorwaarden waaraan de agenda moet voldoen:
ze moet te synchroniseren zijn tussen mijn iPad, mijn huawei-android-smartphone, mijn lief zijn iPad, zijn iPhone van zijn werk en zijn samsung voor privé.
al die afspraken die ik hierboven opgaf moeten erin kunnen op een overzichtelijke manier en we moeten er alletwee in kunnen werken.
het moet eenvoudig zijn, as I said: ik ben echt niet goed in die dingen
het mag tegen betaling zijn maar geen stukken van mensen (al denk ik niet dat een app zo duur kan zijn??)
dat ding mag niet de hele tijd reclame en meldingen en van die toestanden geven
het zou handig zijn als je er notities op aparte blaadjes kan bijdoen zoals bvb het weekmenu ofzoiets.
Geleend: Het tweede seizoen van Miranda. Ik zag het waarschijnlijk al vier keer en ik weet dat velen het maar niets vinden, maar ik lig altijd strike. Alleen al voor “Fruit Friends”. Je zou goesting krijgen om jasjes te maken voor uw sinaasappels!
Geschrokken: Toen ik deze middag thuiskwam voor mijn middagpauze moest ik keihard remmen…voor onze eigen poes! Ze liep gewoon de baan op, één doodgereden kat is meer dan genoeg, thankyouverymuch!
Gelopen: twee keer deze week. Het gebeurt bitter weinig dat ik meer dan één keer per week weg geraak maar deze week was mijn uurrooster en mijn crècherooster mij goedgezind. Het start- en eindpunt deze week was telkens de statige Menenpoort!
Getwijfeld: over het lopen. De enige Linus-vrije uren op een week zijn altijd een afweging tussen “gaan lopen” of “rustig naar de winkel gaan zonder dat ik een opzijschuivende baby in het zitje van de winkelkar tracht te stutten met een handtas en een deken”. Deze week kreeg lopen voorrang, mijn hoofd zat propvol werkgerelateerde zaken, ik had moeite om mijn focus te vinden en die ook te houden, elk uur leek een half uur te kort om rond te komen met mijn taken. Op de één of andere manier helpt het om even een uur uit te waaien en met een frisse kop te herbeginnen.
Gehoord: Macklemore & Ryan Lewis.
Call me marina, ik vind dit een supernummer tijdens het sporten. Ik moest me inhouden om niet keihard mijn handen in de lucht te steken bij de vijver, behalve enkele vissers ging er niemand raar gekeken hebben waarschijnlijk.
Gelezen: Julie Otsuka’s “Waarvan wij droomden” – Kris Van Steenberghe’s “Woesten” en momenteel: “Wanneer wordt het eindelijk weer zoals het nooit is geweest” van Joachim Meyerhoff. Drie keer RAAK!
Geërgerd: aan mensen die niets beter te doen hebben dan commentaar te geven op futiliteiten, terwijl ik over mijn oren in het werk zit en zelfs de tijd niet vind om van “braindump” te doen kreeg ik deze week brainless commentaar, het borrelde even in mijn maag, het schoot tot in mijn keelgat en ik ging even inwendig tot helemaal tegen het plafond, maar ik kon me beheersen en reageerde heel begripvol en zonder in de tegenaanval te gaan.
Het is altijd zo vroeg, die vroegens bij ons. Tegen dat het 8u is heb ik er al bijna 2 uren dienst op zitten.
Vanmorgen, terwijl ik een bewoner aan het scheren was, zei hij “’t Is vanavond weekend!”. Hell yeah dacht ik.
“Wat ga je doen vanavond?” vroeg ik toen ik bijna bij zijn oren kwam met het apparaat.
“Naar een film kijken! Onder een dekentje!”. (oh boy dat klonk geweldig!)
“Hell yeah!” riep ik. Deze keer luidop. “Ik ga juist hetzelfde doen!” waarop een high five volgde. (Ik blijf fan van high fives, ik ben van mening dat dat een statement ondersteunt).
Nog eens twee uur later was het voor mij al zo ver. Weekend! Vroegens zijn dan toch niet zo nadelig.
De jongens werden opgepikt, het deken werd aangeslaan door mijn twee pagadders. Foto’s nemen is een echte strijd geworden met die twee:
Achteraf werd er kwijl van voorhoofden gewreven, fruitpap uit de zetel gefrot en occasioneel kun je mijn grijpende, tegenhoudende hand wel ergens tegenkomen op één van de andere wazige foto’s.
Tijdens de eerste boostyourpositivity-campagne werd er al gevraagd hoe we alles laten bollen en toen schreef ik dit als antwoord. Ondertussen zijn we bijna een jaar verder en is dat befaamde tweede kindje al bijna 9 maanden bij ons. En hoe bolt (of rolt) het nu nog? Vierkantig? Laat ons zeggen: ovaal. Het rolt niet zoals het vroeger deed maar ik vind het nog niet zo dramatisch. De dagen gaan wel open en toe, dat kun je echt wel zeggen. Maar ik deed enkele belangrijke aanpassingen waardoor het haalbaar blijft:
Ik neem een voorsprong op de kinderen.
Ze worden rond 7u15 allebei wakker, meestal tegelijkertijd. Moest ik gelovig zijn, ik deed elke dag een gebedje tot God, om hem te danken voor dit feit. Mijn wekker staat (op vrije ochtenden) om 7u, als ik vroeger wakker word maak ik de keuze: soezen of meer koffietijd. De koffie is mijn start van de dag, addict voor duust. Ik probeer te douchen voordat ze wakker zijn (soms zet ik mijn tasje koffie op het bankje naast het bad). Op de één of andere manier helpt dat om de dag vlotter te laten verlopen: zorgen dat ik klaar ben voor hen. Hey, soms lukt het mij niet en spring ik pas in de douche als de kleinste zijn voormiddagdutje doet.
2. Ik ben tevreden met minder.
Minder geld: Ik koos voor poetshulp. Twee keer per maand komt mijn Slavische poetsvrouw in stilte heel mijn huis kuisen. Dat kost mij geld. Maar ik krijg er veel voor in de plaats, dus ik vind dat goed besteed. Ik werk 4/5e. Als ik fulltime zou werken zou mij dat waarschijnlijk 250 tot 300 euro meer opbrengen (of misschien zelfs meer, ik weet het eigenlijk niet exact). Maar ik zou ook (met mijn uurschema’s) mijn kinderen minder zien en die 300 euro mogen verdelen over mijn beide kinderopvangen. Mijn pensioen, daar denk ik niet aan. Dat is misschien niet slim, ik weet dat. Maar misschien ben ik dan al dood, dat kan ook *insert dramatisch muziekje*.
Minder materiaal: Ik doe niet aan hippe dingen. Hippe dingen kosten tijd en geld. De nieuwste boeken lees ik één of twee jaar na datum, ik leen ze in de bib (of ik vraag ze voor mijn kerst) Kleren koop ik in de solden. Ook die zijn tegen dan niet meer hip. Als ik echt iets nodig heb dan koop ik het wel tussenin, alleen als ik het echt nodig heb. Voor de kindjes krijg ik heel vaak kledij van andere mensen -waarvoor dank-. Er is niets aan die kleren als ik ze krijg, er is niets aan die kleren als ik ze doorgeef van mijn oudste naar jongste zoon. Again: als ik iets nodig heb, dan koop ik het wel. Als Ilja in één week tijd drie keer thuis komt met een gat in zijn broek (drie verschillende broeken welteverstaan), dan ga ik om nieuwe broeken, punt. Ik shop weinig online. Online shoppen doet mij veel te veel spenderen, vooral dingen die ik eigenlijk niet nodig heb.
Minder vrije tijd. Ik probeer (zeg wel: probeer) om de dingen meer direct te doen. Had ik dat gelezen in “Getting things done”? Ik weet het niet meer, het boek was al oud toen ik het las en ik heb het nooit uitgelezen omdat ik het niet zo leuk vond. Maar alles wat ik in 5 minuten kan verwezenlijken doe ik zo goed als meteen. De vaatwas legen om 22u terwijl ik eigenlijk aan het smachten ben naar mijn kopkussen, toch maar even vlug doen. Zo krijg ik de volgende dag geen aanrecht vol vuile koffietassen. De was ophangen om 7u ’s morgens, vlug even doen, dan kan ik dat misschien de volgende dag al in de kasten leggen. Maar hey, soms staat mijn was een hele week droog naar mij te gapen. Dat gebeurt ook. En dan gaap ik terug. Even droog.
Er zijn ook gloriedagen waarop het wasrek leeg is. “Al komen die maar weinig voor…”
3. Ik maak het mezelf gemakkelijk
Samen met de poetshulp werd ook Collect And Go weer ingevoerd. Ok, dat is online shoppen, maar ik maak een boodschappenlijstje en volg dat gewoon terwijl ik de bestelling doe. De kostprijs van het klaarzetten (5,50 euro) heb ik er voor over. Heel vaak heb ik ook ergens een bon gevonden die die kost wegneemt. Of ik bestel ineens het dubbel aantal cola zero-blikjes dan ik normaal doe “omdat je dan geen servicekost betaalt”, ik weet dat dat extra kosten en marketingtrucs zijn: jazeker, maar die blikken drinken we sowieso, als het niet deze maand is, dan wel de volgende maand. (en voor iemand zegt: blikjes kosten veel meer dan grote flessen. In ons geval niet, grote flessen gieten we na een halve fles leeg omdat er geen gas meer op zit)
Het weekmenu werd ingevoerd (oeh, ik ben toch een beetje hip!). Ik probeer één keer per week te winkelen om alle ingrediënten voor één week (of vijf dagen, afhankelijk van mijn uurrooster) te voorzien. Vreemd genoeg spendeer ik sindsdien veel minder geld. Die kleine, tussentijdse boodschappen zijn de dooddoeners voor het budget.
4. Ik stel nog steeds geen verwachtingen of eisen, niet naar mezelf, niet naar anderen rond mij.
Ik weet wat ik aankan en wat niet. Voor de komende periode heb ik mezelf voorgenomen om niet meer van Dinner Party te doen. Vroeger was ik de eerste om te zeggen “kom gerust bij ons eten, ik maak wel iets klaar”. Het gebeurt nog, maar ik zeg er meteen bij “het zal een simpele spaghetti zijn” of ik hou het op verse pistolets met beleg. Soms nodig ik mensen uit voor koffie met taart. Het samenzijn is voor mij nog steeds het belangrijkste. Dinner Party betekent twee dagen op rij: tussen babydutjes door gaan winkelen, menu’s ontleden, tafels opslaan, zien dat je geen tafellakens meer hebt, nog eens gaan winkelen voor de dingen die je vergeten bent, enigszins het huis toonbaar proberen te krijgen, kortom: allemaal dingen waar ik weinig tijd voor heb. Ik noem dat: prioriteiten stellen. Als ik uitgenodigd ben door andere mensen dan verwacht ik ook geen tralala.
5. Het huishouden is een neverevendingstory. Ik leg mij daar zo goed als mogelijk bij neer.
Natuurlijk vloek ik ook wel eens als ik na het eten mijn keuken bezie. Of als ik de dag nadat de poetshulp is gekomen alweer een vol vuilblik kruimels in de vuilnisbak gooi. Ik murmel wel eens als ik kleren in de wasmand gooi en die gewoon terug op de grond vallen omdat er geen plaats meer in is. Als ik hoopjes strijk van de ene naar de andere kant leg godver ik ook. In tegenstelling tot wat sommigen denken ben ik niet altijd zen en chill en relax. Maar soms laat ik de boel de boel en doe ik alleen wat het dringendste is. Het komt wel in orde.
6. Slaap is van groot belang. Slaap is de sleutel tot een goeie dag.
Ik probeer op tijd te gaan slapen. Het helpt dat ik (of wij) weinig tot niet moet(en) opstaan voor de kinderen (auch, jinxed it!). Meestal val ik in slaap in de zetel. Ja, soms is dat al om 21u. Dat is niet zo fijn, maar de televisie heeft echt dat effect op mij, ik val weinig tot niet in slaap achter mijn laptop of met mijn boek in mijn hand.
7. Als er weinig tijd is kies ik niet tussen leuk en leuker. Ik ga voor leuker.
Zo vind ik het heel leuk om blogs te lezen en te reageren. Het geeft me vaak inspiratie om zelf iets te schrijven. Voor dit postje haalde ik de inspiratie hier. Maar schrijven vind ik nog leuker, dan kies ik om zelf iets te posten en het lezen bij anderen eens niet te doen. Zie ik jullie daarom minder graag? Ba neen. Ik zie jullie allemaal nog graag. Ik kom wel terug lezen en commentaar spuien, als ik tijd heb 😉
My job. Het is zo danig veelzijdig dat ik er wel uren over zou kunnen doortypen. Ik ben opvoedster bij personen met een verstandelijke beperking. Het is moeilijk om hier veel specificaties over te geven als je niet in die sector werkt. Ik ben ook gebonden aan beroepsgeheim dus de foto’s van de vorige blogpost is echt al het verste dat ik kan gaan. Ik probeer het duidelijk te maken in mijn eigen woorden. Mijn werkplek is een leefgroep. Dat houdt in dat dit één groep is binnen een grote(re) organisatie (waar verschillende leefgroepen zijn). Concreet is het bij mij zo dat “mijn” leefgroep deel uitmaakt van een buitenproject. Een huis in de stad zeg maar. In onze leefgroep wonen 11 jongeren met een verstandelijke beperking. Onze taak is in eerste instantie om hen te begeleiden in hun dagdagelijkse bezigheden. Simpel zou je zeggen: boterhammen klaarzetten, douche aanzetten, zorgen dat ze hun jas aanhebben en wachten op de bus die hen naar school brengt. Hmm, akkoord, dat ook. Maar het is zoveel meer. Elke bewoner heeft zijn eigen “rugzak”. Als opvoedsters zijn we erop getraind om de inhoud van de rugzak een beetje met een keer te analyseren en te achterhalen hoe die persoon bestaat, hoe hij denkt, hoe hij redeneert. De rugzak blijft echter altijd even vol, we maken hem nooit leeg, want dat is onmogelijk. In feite kan iedereen opvoeder zijn, want je werkt effectief met een heel specifieke doelgroep die je moet leren kennen. De basis van onze opleiding is dan ook algemeen. Uiteraard is het belangrijk om te weten wat het syndroom van down is, hoe je communiceert met mensen met autisme en wat je al dan niet mag verwachten van iemand met een matig verstandelijke beperking, maar uiteindelijk leer je de job terwijl je hem uitoefent. Ik doe het nu 13 jaar en ik groei nog elke dag. Het gebeurt nog vaak dat ik thuiskom en zeg “amaai, dat heb ik nu nog nooit meegemaakt!” Gisteren kreeg ik nog een vorming over “omgaan met (verbale) agressie”. Er werden tips aangereikt om situaties die aan het escaleren zijn terug om te buigen. Hoe we erkenning kunnen bieden aan bewoners, hoe we door onze stem iemand kunnen kalmeren of juist opjutten.
In tegenstelling tot in mijn thuissituatie ben ik op mijn job wel heel perfectionistisch ingesteld. Ik wil alles onder de duim hebben ook al besef ik dat dat niet altijd mogelijk is. Vroeger was mijn perfectionisme een valkuil, het belette me om te groeien. Nu kan ik mijn fouten beter onder ogen zien. Een collega leerde me ooit “ja, als je gemist hebt, dan heb je gemist hé, we zijn allemaal mensen.” De worktools zijn: mijn lichaamshouding, mijn stem, mijn geduld, alertheid, creatief zijn, doordacht zijn. Ook mijn ellebogen moet ik veel gebruiken, aanvoelen hoe iemands’ muts staat, zoeken naar de juiste aanpak op het juiste moment. Op een ander moment kan dat een totaal andere aanpak zijn. Het kan ook volledig fout lopen, maar dat maakt het juist heel uitdagend.
Is het mijn droomjob? Het is niet de ideale job qua werkuren, dat schreef ik al in mijn vorige post. Ik ben ook sinds mijn zwangerschapsverlof verantwoordelijk voor mijn leefgroep. Ze willen dit in de toekomst “teamcoördinator” noemen. Dus ik neem een deel administratie op mij en ik ben het aanspreekpunt tussen teamleden en oversten. Ik heb nog niet veel ervaring, maar het is soms een beetje het gevoel alsof twee partijen mij uit elkaar willen trekken, maar op de één of andere manier probeer ik te bemiddelen, probeer ik mensen aan te spreken op een niet-veroordelende manier. Het is niet simpel maar ik doe het graag.
Wat ik later nog wil worden? Een alsmaar betere opvoedster. Ik ambieer ook een masteropleiding maar dat staat even on hold voor mijn kinderen. Maar ooit ga ik psychologie studeren. Misschien ga ik wel al 50 zijn, maar dat zien we dan wel. En dan moogt ge allemaal op mijn sofa komen zitten. Ik maak alvast een potje koffie.
Ik ben nog een beetje zoekende in mijn nieuwe functie op het werk. Vooral het opmaken van de dienstroosters is een hele puzzel. Deze week deed ik al wat voorbereidend werk.
De post-it-fabriek verdient goed aan mij!
Ik ben nog een grote voorstander van het werken op papier. Het spreekt nog net iets meer dan de eeuwige computer. Omdat we elkaar weinig zien wordt er veel schriftelijk gecommuniceerd met elkaar. Ik kan ook meteen zeggen wie er tot mij “spreekt” omdat ik vlug handschriften herken.
Nog vlug een “deskie” alvorens ik weer voor enkele uurtjes vanalles door elkaar doe: uurroosters voorbereiden, emails beantwoorden, telefoons opnemen, praktische zaken regelen, teamvergadering voorbereiden, delegeren van taken die ik zelf niet kan uitvoeren en daarna als de bewoners thuiskomen: opvoedster/begeleidster zijn tot de avond valt. Al sinds Ilja er is werk ik 4/5e. Dat komt erop neer dat ik nog steeds heel veel op mijn ouders moet rekenen om de avonden te overbruggen. Ik werk gemiddeld 3 avonden per week minimum tot 19u45, soms tot 22u. En jawel, ik heb een man die voor de kinderen zorgt op die avonden. Hij werkt fulltime, maar heeft ook soms avondafspraken die hij niet altijd kan afstemmen op mijn avonduurrooster, al doen we goed ons best. Dus de grootouders kennen het reilen en zeilen van onze avondsituatie al heel goed. Waarvoor dank. Zonder hen zou het ècht niet lukken om onze job uit te voeren.
Verder deze week -naast een beetje extra uren op het werk – waren er nog volgende foto’s:
Het uitzicht als ik ’s morgens op het werk ben!Ik begon te lezen in mijn broers’ boek dat vorig week uitkwam. Ik lees nooit overdag, maar voor dit boek maak ik graag een uitzondering!Ik won een bon bij Sofie van Sofinesse! Yey! Merci Sofie, merci!
En verder is er morgen een receptie voor een huwelijk en zondag de Ieper Trail. Oeioei, en ik heb de hele week niet kunnen lopen, als dat maar goed komt!
Om 9u20 rij ik de oprit op, ik zie dat het rolluik van Linus’ kamer alweer naar beneden is voor het voormiddagdutje en vind Ilja tussen zijn speelgoed in de living. “Mamaa!!!” roept hij blij. Mijn echtgenoot is zich aan het klaarmaken om te gaan verbouwen bij vrienden. Het is een onuitgesproken regel: wie hulp nodig heeft in zijn verbouwingen wordt geholpen. Toen we zelf in die situatie zaten kwamen ook heel wat mensen ons een handje toesteken en je kunt niet geloven hoe hard we dit hebben geapprecieerd! Ik neem afscheid en bekijk het allemaal eens van ver. In mijn hoofd gaat het van: “eerst Linus’ middagmaal klaarmaken”. Het voelt een beetje fuzzy na mijn inslaapdienst. Veel heb ik niet geslapen, één of andere dwaas begon rond middernacht een toeterconcert te geven in de straat, hij kreeg als het ware nog reactie van een andere toeteraar en toen was het helemaal in orde. Op dat moment dacht ik even: “Heb ik wel mijn handrem goed aangetrokken? Misschien staat mijn auto midden de straat?” Voor een keer was het niet zoiets, ik trok het mij niet meer aan en probeerde verder te slapen.
Na een courgettebereiding lummel ik wat aan, blader door de krant, luister naar Ilja’s verhalen over politiekantoren en boeven, dikke haaien en fijne walvissen.
Linus houdt ook een concertje en geeft mij de grootste glimlach ever als ik hem uit zijn bedje haal. Ilja blijft verder spelen met verschillende speelgoedjes door elkaar. Hij gaat op in zijn fantasiespel “Dankuwel omdat je zo’n mooi politiekantoor hebt gebouwd! Het is graag gedaan, boef!”. Linus volgt het een beetje kwijlend maar met grote ogen. Aan het wasrek hangt wat halfdroge was, ik herverdeel het over de halfwarme chauffages.
Tijdens dit alles staat ons avondmaal zichzelf klaar te maken, aardappelen koken, gehaktballen liggen te wachten om in de bouillon te belanden. Mmm, balletjes in tomatensaus, ik heb er nu al zin in. Ondertussen slof ik een beetje rond in huis, bekijk de nieuwe garage van het politiekantoor, geef Linus courgettepuree. Het blijft fuzzy in mijn hoofd. Ik ontmoet een overvolle droogkast:
we groeten elkaar, hij lacht naar mij, ik loop door. “Tot morgen”.
Ik moet me inhouden om niet in deze ballen te bijten!
Na boterhammetjes met soep ’s middags doen we allen een middagdutje. Ook Ilja gaat eventjes naar boven, want ook hij kan nog extra middagrust gebruiken (en het past want hij is nog steeds in zijn pyjama. Whatever, komt wel goed)
Zo’n flexibel uurrooster, het heeft zijn voor- en nadelen. Doordat ik de (slapende) nacht doe dit weekend kan ik overdag wel bij mijn kinderen zijn.
toegegeven, deze foto is van vrijdag, vandaag heb ik meer zakken onder mijn ogen…:-)
Ok, mijn echtgenoot is er vandaag niet bij, maar dat maken we morgen wel goed. Ik moet niet veel van mezelf op inslaapdagen, maar alles wat wel gebeurt is mooi meegenomen. En volgend weekend geniet ik extra van mijn vrije weekend!
“Show your morning” is het thema van de eerste uitdaging in #Boostyourpositivity. Wel mijn morning zag er vandaag alleszins anders uit dan die van gisteren. Gisteren was misschien ook wel een uitzondering. Mijn echtgenoot moest gevoerd worden naar het werk omdat hij die avond ging terugkomen met zijn bedrijfswagen. Op mijn “vrije” ochtend sta ik ten laatste om 7u10 op, zo ben ik al wakker voor de kinderen, want nadat mijn ogen open gaan heb ik graag het eerste kwartier een klein beetje rust. En koffie, veel koffie uiteraard. Toen hij wist te zeggen dat hij om 7u30-7u45 op het werk aanwezig moest zijn was dat toch een dompertje op de vrije dag-feestvreugde. Anyway, no problem, Linus werd in zijn berepakje gesjord, Ilja werd warm gemaakt voor het plan dat hij in zijn peignoir boterhammen in de auto mocht eten, we vertrokken. Ik had als enige bij mij: kinderen, sleutels. Mijn lief had zijn werkpapieren mee en zijn prachtige zelf. Eens in de auto vroeg ik waar de boterhammen van Ilja waren. “Oh, staan nog op tafel”. Mijn lief keert terug. Probeert de sleutel in het sleutelgat te steken….het lukte niet. “Mijn sleutels zitten nog op de binnenkant” wist hij te vertellen. “Ik ga wel achterom via de achterdeur.” Een beetje verward zei ik: “Maar de rolluiken zijn nog naar beneden”. Fuck. Damn you automatische rolluiken! Om een lang verhaal in te korten, het eindigde met een paar beschadigingen en de illusie om nooit meer de sleutels op de deur te steken. Ilja had zijn boterhammen alsnog. We reden totaal ongestresseerd naar zijn werk, want uiteindelijk was het probleem opgelost. Het enige dat we wel vergaten waren Pieters’ boterhammen.
Deze ochtend was het gelukkig anders. Ik had “de vroegen”. Een klein foto-verslagje:
Ik kom dat uur beneden en hoop dat de koffie vlug zal klaar zijn.
Twintig minuten later sta ik gedouched en gekleed klaar om eindelijk aan die koffie te beginnen. Addict? Moi? Mijn haar laat ik drogen “aan de stake”. Met de vroegen moet dat allemaal maar kunnen. Ontbijten doe ik op het werk.
Om 5:55 ben ik onderweg naar het werk. Gelukkig is het niet ver en is er bitter weinig verkeer op dat uur.
Oeie…best dat ik altijd speling reken in mijn vervoerstiming. Ik parkeer zo dicht mogelijk en stap nog een goeie vijf minuten tot ik er ben. (Serieus, ik rij 7 minuten en stap 5 minuten)
Om 6u10 sta ik op het werk om vijf minuten later te beginnen. Maar niet zonder een zjatje koffie uiteraard!
“Of ik graag naar Crammerock wou gaan zaterdag. Gratis ticketjes hoor!” Een smsje van een vriend gisteren. Ik durf niet te gaan kijken naar de website voor de affiche want ik denk dat ik Arsenal had horen vallen ergens…Ik moet nog maar Arsenal horen en heel mijn dag is goed. Sinds ik ze vorige zomer op Cactus zag ben ik helemaal Arsenal-hooked! Maar ik ben moe. Doodop eigenlijk. Uiteraard is dat normaal, na de eerste werkweek. Ik deed dan nog eens het aantal uur dat ik normaal in vier dagen doe, in drie dagen. Reken daar nog eens bij: een overload aan informatie, nieuwe mensen en vanaf volgende week een nieuwe functie waarover ik nog eens een camionlading verse info moet krijgen. Neen, ik kies voor chillaxen thuis bij de kinderen, wentelen in de zetel, smoefeling vanuit een potje op mijn buik eten, samen met de echtgenoot die deze week schaamteloos werd verwaarloosd. Het is officieel: ik word oud.