The good enough mother

“There is a crack in everything, that’s how the light gets in” zong wijlen Leonard Cohen.

Misschien had hij het niet over perfectionisme maar dat versta ik er wel onder.  Over perfectionisme kan ik uren doorbomen.  Het komt er altijd op neer dat ik er keihard tegen ben.  “Hoe kun je nu tegen perfectionisme zijn?” het zou een mogelijke repliek zijn want iets zo goed mogelijk proberen te doen, daar is toch niets mis mee?  Misschien is het duidelijker als ik schrijf dat ik niets tegen ambitie en toewijding heb.  Ik vind het zalig als mensen zich smijten in een project, een tekst, een muziekgroep.  Dat ze veel van zichzelf geven in hun passie of hun levenswijze of zelfs in hun werk.   Ik vind het ook niet meer dan normaal dat je je werk naar behoren doet en er de kantjes niet vanaf loopt.  Het is een ander verhaal als je jezelf naar waarde begint te schatten op basis van je prestaties of het oordeel dat anderen over je vormen.  Als je jezelf zo’n druk oplegt dat het je nekt.  Het moet perfect of ik faal!  Ik moet slagen of ik ben een loser.  Niet promoveren is geen optie!  Iedereen moet mij tof en gezellig vinden of ik moet veranderen tot het zo is!  Maar waarom?  Is een perfecte tekst belangrijker dan het genoegen vinden in ze te schrijven?  Zal je pas gelukkig zijn als je die promotie hebt?  Kan je eigenlijk wel voor iedereen goed doen?  “Waarom moet dat?” hoorde ik tijdens de tweede podcastaflevering van het tweede seizoen van  Werk En Leven.  “Wie zegt er dat?” Ja wie eigenlijk?  “De mensen”? Welke mensen?  Waar zitten die mensen?

Mijn perfectionisme heb ik eigenhandig de mond gesnoerd na een moeilijke periode.  Sindsdien is mijn slinger helemaal de andere kant op gevlogen, of hoe zeg je dat?  Doe dingen die je graag doet, niet omdat “de mensen” verwachten dat je dat ze doet.  Mijn studie doe ik zuiver voor mezelf, niet voor iemand anders.  Ik deed gisteren mijn eerste examen.  Terwijl ik tijdens mijn vorige opleiding niet voor minder dan 75% ging ga ik nu gewoon al blij zijn dat ik geslaagd ben voor het vak.  Uiteraard zou ik met een 15 op 20 enorm content zijn en ik ga gigantisch ontgoocheld zijn met een buis.  Ik heb hard gewerkt en wil daar uiteraard resultaat van zien.  Tegelijk besef ik ook dat werken-studeren-een gezin draaiende houden een uitdaging is en dat ik mijn barrs moet loweren.  Dus geslaagd is geweldig, gebuisd is slikken en opnieuw proberen!  Het kan niet allemaal perfect zijn.  Ik weet dat ik niet vrij ben van burnout of depressie ook al lijk ik soms wel eendenpluimen te hebben.  Niemand is daar vrij van.  Ik ben er wel alert voor en kies ook regelmatig keihard voor mezelf zonder me daar een spatje schuldig over te voelen.  Tijd inlassen om te bewegen, te schrijven en te lezen, ook al is de wasmand propvol.  Koffie drinken met vriendinnen terwijl mijn man de kindjes eens rond voert, moet toch kunnen?  Ik doe mijn best, en dat is goed genoeg.

Kruimels

Ze zat me geniepig aan te kijken vanuit het bad.  Ik was met opzet tien minuten eerder opgestaan omdat mijn haar nood had aan een schrobbeurt.  Gezien onze douche en ons bad één zijn kon ik het bad niet vermijden waarop ik de vliegenklopper uit de keuken haalde.  Toen ik tien seconden later terug in de badkamer kwam had ze zich al verplaatst naar de badwand.  “Nie me mij hé!” dacht ik stoer en meteen ook doodsbang.  Ik klopte erop los.  Zwarte poten vlogen in het rond terwijl de adrenaline door mijn lijf schoot.  Het onfortuinlijke lichaampje spoelde ik door.  Om 5 uur ’s morgens spinnen vermoorden, ik kan het aanraden als je niet te fris bent opgestaan, je bent instant fit man (vrouw).  Was ik al blij dat ze niet op onze witte muur zat.  Hoe doen die mensen met zo’n hipster Scandinavische interieur dat?  De spidertrap misschien?  Het kan toch niet dat er op die hagelwitte interieurs nooit een spatje komt.  Of een stylolijn door wat muggenbloed?  Ik besef ook wel dat die instarieurs een snapshot zijn waarop alles netjes is gelegd en geen geplette muggen te vinden zijn op een keukenkast.   Want gelijk hoe: als het spel eindigt staan we toch allemaal dagelijks in onze savatten kruimels te vegen vanonder de tafel?

img_6737

De 7 ge’s

Gestart: Tjah, the obvious!  Linus trok strijdlustig richting eerste kleuterklas en Ilja gezapig – zoals altijd – naar het tweede leerjaar.

img_6327 Niettegenstaande de foto zagen ze het beiden geweldig goed zitten.  En zij niet alleen.   Ergens wist ik wel dat het een voordeel zou zijn om op de eerste dag van het schooljaar een dag verlof te nemen dus ik was de hele dag lichtjes euforisch met mijn herwonnen vrijheid.  Meteen een toertje gaan lopen en op mijn dooie gemak boodschappen gedaan.  Er moesten echt twee maanden zomervakantie van mij afglijden en dat is wonderwel gelukt die dag.

gespendeerd: teveel.  Bijna al mijn YNAB-potjes ging in het rood de voorbije maand met het potje “kledij” op kop.  Blijkt dat mijn kinderen tussen mei en augustus beiden twee kledingmaten zijn gegroeid.  Met een kort broekje aan valt dat minder op maar nu de lange broeken weer uit de kast komen staat er hier precies serieus water in de kelder bij mijn pagadders.  Ik kan het ook niet laten om van tijd tot tijd eens aan twinning te doen en dan gaat er wel eens iets extra in het winkelmandje en uit het YNABpotje.  Tel daarbij nog eens het onderhoud van de wagen en mijn inschrijving aan VIVES!  Jikes!

img_6077

gewist: Gigantisch veel foto’s op mijn gsm.  Toen ik gisteren een foto wou nemen van iets banaals (zoals 95% van mijn foto’s) gaf mijn smartphone gewoonweg de boodschap: neen, je gsm staat nu echt vol, je kunt geen foto’s meer nemen.  iPhone says no.  Hmmm.  Dus 4451 foto’s is blijkbaar de limiet.  Ik plaatste alles in de Orangecloud (het duurde toch zeker twee halve dagen tegen dat alles was geüpload).  Daarna wiste ik meer dan 2000 foto’s.  Kan ik het helpen dat er zoveel interessante dingen zijn om foto’s van te nemen?

img_5922
Zoals dit geweldige Cuberdon-ijs-schotel-ding!?

 

 

gewandeld: ik neem dezer dagen wandelen voor op lopen, het gaat in ups en downs met mijn loopgoesting.  Soms loop ik drie keer per week, soms maar één keer maar dan probeer ik wel om er zeker twee wandeldagen in steken.  Gisteren heb ik me serieus mispakt, ik had ingeschat om tussen de 6 en 8 km te wandelen terwijl mijn auto in de garage was voor onderhoud.  Toen ik het het laatste half uur precies wat lastig begon te vinden zag ik dat ik al 9 km op de teller had en ik was er toen nog niet!  De 7 km van de avond ervoor zaten echter ook nog in mijn benen dus dat zal er wel mee te maken hebben gehad!

img_4209
Zo blij als een klein kind:  #iseeanoctopusje of is het een kwalletje?

gemanaged: of moet ik het geménaged noemen?  Mijn vuile was is -net als die eeuwige kruimels opvegen- een neverendingstory.  Soms zijn hun kleren niet echt vuil maar ruiken ze naar warmemaaltijdkantinegeur.  Juk!  Vreselijk vind ik dat.  Niettemin klagen ze niet over de kwaliteit van het warme middagmaal op school dus ik blijf ervan profiteren!

geagendeerd: gewoonweg te veel.  In september heb ik bijna geen enkele avond waarop we gewoon samen thuis zijn.  Ofwel moet één van ons twee werken, is het niet voor mijn hoofdberoep het is voor zijn bijberoep.  Ofwel is er iets gepland met vrienden (ik) of spinning (hij).  Een shitty dinner met de buren of een familiefeest.  September staat simpelweg tjokvol.  Volgende week start mijn opleiding Toegepaste Psychologie met een intro-voormiddag waarop duidelijk zal worden hoeveel vakken ik zal kunnen opnemen en dan ga ik pas ècht aan het plannen moeten slaan.  Van de vakken die ik opneem moet ik meteen een examen kunnen afleggen in de examenweek.  Dus het wordt een zorgvuldige oefening van inschatten hoeveel ik aankan en hoe ik het zal voor elkaar krijgen in combinatie met mijn 4/5e jobtime als opvoedster.  Mijn drive zegt: vijf vakken, mijn verstand denkt drie.  Wordt vervolgd!  En vooral spannend!

ge-instagrammed: vroeger keek ik nooit naar die instagram-stories.  Ik begreep er de ballen van.  Als digi-leek moest ik zeker tien keer uitleg vragen aan verschillende mensen over hoe je in hemelsnaam zo’n story maakt.  Eens ik de basis van het systeem uitgevist had bleek het nog regelmatig voor te vallen dat ik geen idee had hoe het marcheerde om bijvoorbeeld die tekstjes boven elkaar te laten komen.  “Zoek dat op met Google” pfff, geen zin in, gelukkig heb ik enkele vriendinnen die met IG-stories goed overweg kunnen en kon ik te rade bij hen.  Dus nu post ik van tijd tot tijd wel eens een story op mijn profiel.  Veelal banale dingen aangezien mijn gsm daar vol mee staat maar het zorgt wel eens voor grappige interacties.

Misschien moet ik van de #neverendingstory genaamd “de kruimels onder mijn keukentafel” wel eens een instagramstory maken?  Doe jij van stories of blijf je er liever van weg?

 

Drie…en de reste…

Bij thuiskomst van de schoolpoort aanschouw ik the damage.  Twee fluohesjes, twee mutsen en een weeshandschoen slingeren in de hal tussen wat stofnetten.  De uittocht was weer met veel zwier en zwaai.  Er staan twee overvolle manden geplooide was die maar eens naar boven moeten geraken en de living ziet eruit als een ontploft speelgoedkeukentje.  Kortom: alles lijkt weer als voorheen.  Alleen…’s avonds ben ik fit vrouw en ’s morgens moet ik mezelf uit mijn bed pellen.  Mentaal sta ik scherp maar mijn lichaam is nog niet in de juiste groove en dat mag stilaan gaan veranderen want ik hou ervan om een ochtendmens te zijn.  It’s my thing!  De meeste plannen worden normaal gemaakt bij mijn eerste drie kaffietjes.  Ik ben het niet gewoon om de hele voormiddag eigenaardige spasmes te verrichten met mijn wenkbrauwen om mijn ogen minder moe te doen voelen.  Ik hou ervan om ’s avonds tegelijk met mijn boek ook de dag dicht te klappen.  Er is een halve maand weggehapt terwijl we op reis waren en het was fantastisch, maar het feit dat we nu ergens in het laatste deel van maart zijn zorgt ervoor dat ik “uit mijn smete” ben.  Drie kaffietjes.   Het komt allemaal goed.  Maar eerst drie kaffietjes.

img_2423

 

 

De vouw

“Wil jij mijn trui opplooien?” van een man die zelf zijn kleren strijkt vind ik dat soms een eigenaardige vraag.  “Ik wil je gerust tonen hoe je dat doet” probeerde ik maar hij moest er niet van weten.  “Ik kan gerust een trui vouwen, ik vind het gewoon fijner als jij dat voor mij doet, het geeft me het gevoel dat ik geliefd ben, de manier waarop je dat zo goed mogelijk tracht te doen en dan dat laatste aaike over het resultaat achteraf”.  True, niemand geeft zo liefdevol aaikes aan zijn geplooide truien als ik.

Die gebaren: hij strijkt mijn broek voor me, ik vouw zijn truien voor hem.  We zouden haast vergeten dat we die dingen voor elkaar doen, het leven komt er al eens tussen.  Het gebeurt gewoon.  Ik weet dat hij graag bevestiging krijgt en hij weet dat ik alleen maar complimenten geef als ze ertoe doen.

img_0271

Toch ben ik elke keer dankbaar als hij mijn broek op de verse-strijk-hoop legt en daarmee een item van de dagelijkse-zorgen-hoop wegneemt.

Was het shitty dinner een winner?

Je hoeft me niet zo lang te kennen om te weten dat ik een actief voorstander ben van “gewoonheid”.  Het alledaagse is zo mooi en gewoon is goed genoeg.  Toen de dames van emoshit het concept Shitty Dinner in het leven riepen was ik direct verkocht.

Ze stelden enkele basisregels op:


De regels

  1. Je mag niet speciaal naar de winkel gaan voor dit etentje. Je maakt iets met wat je in huis hebt. Je serveert wat de kasten/koelkast de mensen schenkt.
  2. Je mag niet opruimen, stofzuigen, WC’s poetsen of was plooien voor de mensen komen.  Nee, ook niet de kussens van de zetel mooi uitschudden. Of de dekentjes in de zetel opvouwen. We weten allemaal dat die bij iedereen slordig in de zetel liggen. Jij woont er, je vrienden kunnen er best wel komen eten. Het is niet alsof ze van de grond moeten eten.
  3. Je mag niets meenemen. Geen geurkaarsen, geen bloemen, geen flessen wijn, geen mooie kaartjes (niets waarvoor je naar een winkel moet gaan om die te kopen, jezus). Enkel jezelf.
  4. Je mag je niet opkleden. Geen extra schmink, geen hakken, geen oorbellen die gaan hangen en waarvan uw oren pijn doen. Gewoon de kledij waarin je gewerkt of geluierd hebt die dag.
  5. Geen zelfgemaakt dessert. Zelfgemaakte desserts op een weekavond serveren, is voor mensen die geen job hebben, het zien zitten om om 6 u. op te staan of mensen die Nigella Lawson heten, wij zijn geen enkele van die dingen.
  6. Geen gsms, zeker geen smartphones. Want smartphones zijn zo niet shitty. En tijdens etentjes willen wij babbelen.
(bron: emoshit.be)

Gisterenavond was er voor het eerst zo’n Shitty Dinner in mijn living gaande.  Had ik dan geen boodschappen gedaan, niet gepoetst, niet opgeruimd, geen dessertjes gemaakt en geen gsm gebruikt?  In feite was dit zo ja.  Ik ging ervan uit: als het voor mij goed genoeg is om anders in mijn zetel te wentelen zal het voor de anderen ook moeten goed genoeg zijn.  Ik schopte het meeste speelgoed aan de kant in de hoek en haalde wat frisdrank in huis (niets wat ik anders niet zou kopen). Enkele flessen cava en witte wijn die overbleven na de feestdagen werden koud gezet.  Er vlogen wat extra pizzadegen in mijn kar in de Aldi.  De roomba deed een toertje die middag, maar dat ging hij anders ook gedaan hebben.

 

En weet je, het was zalig.  Ik hoefde mij niet de hele dag druk te maken over het feit dat er ’s avonds 11 mensen op bezoek kwamen.  Ik moest niet stressen om 4 winkels te doen voor verse ingrediënten, de Aldi volstond.  Ik had geen make-up op, mijn woodysloffen waren lekker warm.  En dat was ok.  Alles was OK.  Er kwamen mensen in mijn living die ik nog nooit ontmoet had.  Er waren mensen die ik enkel van hun fotootjes op Instagram ken.  Flessen wijn werden uit de frigo gehaald en gewoon doorgegeven.  Mensen stonden zelf recht om hun glas bij te vullen.  Iedereen bracht wat eten of chipjes (vooral veeeeel chipjes) mee.  En er was tijd.  Om te babbelen, om elkaar nog eens te zien zonder dat ik de hele avond in mijn keuken de kookwekker moest in de gaten houden.  Zonder dat er borrelende massa’s op het vuur tegelijkertijd moesten klaar zijn.  Wie dorst had dronk, wie honger had at een stuk pizza, we gaven ze aan elkaar door op de snijplank.  In mijn keuken stonden mensen restjes op te warmen terwijl ik in de living aan het tateren was.  En dat was helemaal OK.  Let it go!  Het is lang geleden dat ik nog eens zo’n ontspannen avond heb gehad.  De gesprekken zwierden alle richtingen uit, van de rare kantjes tot de vuile hoekjes.  Er werd gegokt of de crème brûlée van de Aldi wel zou smaken.  Iemand at Griekse yoghurt uit een potje als dessert.  Nah, ook gewoon lekker dat.

IMG_20180113_181803.jpg

 

Voor wie denkt: maar alléé, pizza van de Aldi, gasten die ovenhapjes meebrengen, River limonade serveren.  Whatever jong, we zijn gewoon samen, nobody truly cares.  Waar kun je beter ongedwongen samenzitten dan in een zetel?  En wat het meeste opviel: niemand was echt veel op zijn gsm bezig.  De mijne was sjiekeplat en lag ergens op te laden.  Ik!?  Die zoveel foto’s neem, en zo graag door vanalles scroll.  Ik heb hem geen seconde gemist want afspreken in het echt is zoveel waardevoller.  Ook al is het maar a shitty dinner, voor mij was het a giant winner.

De vallende kerstballenboom

5 januari, ik begin al helemaal niet meer te nieuwjaarswensen als ik mensen voor het eerst zie in het nieuwe jaar, my bad, ik vergeet dat altijd.  Ik ben er eigenlijk al uit.  In feite ben ik er nooit in geweest.  Tijdens de jaarovergang lag ik zalig te ronken want oudejaarsavond vierden we rustig bij ons thuis: een aflevering van het vierde seizoen van Peaky Blinders en in slaap dommelen halfweg de tweede aflevering.   Het woelige jaar afsluiten en fris opstaan in een nieuw jaar.  Zal het anders worden dit jaar?  Wie zal het zeggen?  Ik alvast niet.  Aan goede voornemens doe ik uiteraard niet mee, want als je iets wil veranderen dan moet je niet wachten tot een specifieke datum, je doet het best direct denk ik.  “Vermageren” en “minder piekeren” staan waarschijnlijk bij de meeste mensen op 1.   Maar….gelijk wanneer je eraan begint, veranderingen doorvoeren waar je het nodig vindt moeten we toejuichen!  Olei dus voor wie wel volle bak aan iets begonnen is!!

Het kerstverlof was een afwisseling van veel eten, werken en losse dagen verlof.  Het programma van de oudste zoon zat zo danig vol met kerstfeestjes, playdates en logeerpartijtjes dat ik hem in de eerste week bijna niet zag.  Het belangrijkste is toch dat hij zich amuseert.

Op de 24e december trokken we naar De Palingbeek waar we het rijk voor ons alleen hadden, ahja, iedereen stond waarschijnlijk tafels te dekken en in potten te roeren.  Zelf koos ik voor een kindvriendelijk menu: versgemaakte pizza’s.  Zo konden die twee rebels nog wat meehelpen fabriceren en werd er tenminste gegeten zonder discussies.  En toegegeven: het is ook gewoon gemakkelijk.  Wat pizzabodems, enkele toppings en veeeeel kaas.

Na nieuwjaar trokken we met ons vier nog een dagje naar Gent waar we met mijn broer het Gravensteen bezochten en uiteraard het reuzenrad uittestten.

IMG_20180102_141113.jpg

“Ben een beetje bang” piepte hij.  En toen ging hij met zijn neus tegen het glazen deurtje zitten om naar beneden te kijken.  Brrr!

Ik verliet mijn broer zijn appartement met een nieuwe lading leesvoer.  Ik zal tijdelijk niet meer in de bibliotheek verschijnen vrees ik…

IMG_20180105_124134.jpg

De komende weekends zijn gevuld met bezoekjes van vrienden, een heuse shitty dinner  (de bloggerseditie) en het afbreken van mijn semi-dode kerstboom.  Want kijk, zo’n echte boom is geweldig.  Voor een maand.  Daarna is hij gewoon triestig.  Elke dag komen de kinderen kerstballen brengen die er gewoon zijn uitgevallen van dodigheid.

IMG_20180105_125137.jpg

Doen jullie van goeie voornemens of niet? En valt jullie kerstboom ook in mul zoals bij mij?

 

Moeilijke oefening

Er is voor mij weer een wereld open gegaan.  Ineens heb ik een bepaalde….vrijheid.  Of hoe moet ik het schrijven.  Het voelt als een luxe eigenlijk.  Een ( gezond jaloerse?) vriendin whatsappte me om te vragen hoe het kinderloze leven overdag me bevalt.  Ewel ja, wreed goed.  De aandachtige lezer weet dat ik in de sociale sector werk en daarbij een flexibel uurrooster heb (vroeg, laat, dag, nacht, weekend, noem maar op).  Met de peuter in huis bereik ik niet altijd wat ik vooropgesteld heb om te doen.  Een mand was naar boven brengen is al een uitdaging, het vraagt een uitleg met handen en voeten om te vermijden dat hij me achterna komt en zichzelf alleen op de trap riskeert.  Dus de wasmand bleef staan.  Linus is nu ook niet bepaald een rustige peuter te noemen.  Hij is overal graag aan en bij.  Dat betekent dat ik er niet eens aan moet denken om een boek te lezen als hij aan het spelen is “mama voorlezen?”, laat staan dat ik een volledige blogpost kan typen zonder onderbreking.  Je kunt ook niet aandachtig naar een podcast luisteren met een kwebbelkontje dat hele tijd rond je benen draait.  En nu is het hier stil.  Heel stil zeg maar.  De kinderen zijn weg, ik start pas om 13u met werken en ik moet mezelf tegenhouden om niet de hele tijd in de weer te zijn met vanalles.  Er komen drukke tijden aan en ik weet dat ik altijd voldoende rust moet nemen op voorhand en achteraf.  Toch heb ik weer allerhande “projectjes” die ik wil doen tijdens mijn vrije uurtjes.  Zitten en lezen is er geen van.  Zitten en kijken naar TV wat ik wil volgen is er ook geen van.  Ik vind het soms vreemd om mijn “rust” te nemen voor mijn werk.  Als ik om 22u20 thuiskom probeer ik zo vlug mogelijk naar bed te gaan.  En toch jeukt het nu alweer om werk te maken van de opleiding bachelor psychologie die ik nog wil volgen.  Ik vind het een moeilijke oefening want een opleiding volgen brengt sowieso stress en drukte met zich mee, maar tegelijk (hopelijk) meer inzichten en vernieuwde energie om ermee aan de slag te gaan.  Aan de andere kant wil ik nu ook weer genieten van de dingen die ik twee jaar en half niet heb kunnen doen: een boek lezen, mijn foto-albums maken, eens rustig iemand bezoeken zonder rekening te moeten houden met slaapuurtjes of gezeul met vochtige doekjes.  Bloggen, lopen en wandelen.  Tijd zal wel raad brengen.  En eens rustig uitkijken hoe die opleiding in zijn werk zou kunnen gaan kan geen kwaad denk ik?

Dust in the wind

Soms zijn er momenten, waarop ik denk: “verdikke zeg, waarom ben ik niet iets meer een neat freak?” Komt niet zoveel voor, toegegeven, maar het valt wel op dat het altijd is als ik mijn auto uitmest.

Enige nuance is hier wel aan de orde….

  • Mijn wagen (= onze gezinswagen, want mijn echtgenoot rijdt met een bedrijfswagen die automatisch “de zijne” is) wordt gebruikt voor “de vuile uitstappen”.  De Palingbeek  waar zich een gigantische zandbak bevindt, afhalen van frietjes met de vieze geurtjes achteraf, naar het bos met de stinkende verdorde bladeren aan de laarzen….of gewoon…de kinderen tijdens hun dagdagelijkse bestaan.  Stokjes van lolly’s, koekenmul, opengescheurde Vitaminis-kaartjes, kleine speelgoedjes die tussen de zetels geraken.  You name it, it’s there!
  • Ik ben van nature niet de grootste kuisfreak.  Nooit geweest en zal ik ook nooit worden
  • Auto’s zeggen mij niet veel, ze zorgen dat ik van punt A naar punt B geraak zonder nat te worden of mij teveel moet vermoeien.

Maar dat neemt niet weg dat hij gelijk heeft.  De echtgenoot that is.  Ik ben “een vuile kouse” als het over mijn wagen gaat.  Als je de koffer dichtslaat zijn je vingers altijd een beetje grijs en je kunt tot maanden terug traceren waar ik overal geparkeerd heb als je de vele parkeerticketjes samenlegt.  Vandaag spande de kroon.  Gezien ik volgende week naar de keuring ga besloot ik om hem te stofzuigen.  Inderdaad, er moet een reden voor zijn.  Komt daarbij dat ik -ja zelfs ik- vond dat het aantal papiertjes en afvalletjes nu net iets erover was.  Wat ik vandaag echter geleerd heb is het volgende: je hebt mensen die stof in hun auto hebben, da’s normaal, iedereen heeft wel een beetje stof in zijn auto?  Toch?  Dan heb je mensen die veel stof in hun auto hebben, ik zou mezelf al daarbij durven rekenen, ik moet ook altijd zoeken waar die gele stofdoek zich ergens bevindt, ik vermoed in dat vak aan de achterkant van mijn zetel.  Maar wat ik vandaag uit mijn tapijten heb geklopt.  Dat is niet meer van de categorie “veel stof hebben”.  Dat is: “bel de brandweer, er kunnen hier zandzakjes worden gemaakt”.  Ik klopte de matten uit tegen de elektriciteitspaal voor onze deur…ik was beschaamd dat mijn overburen thuis waren om getuige te zijn van de zandstorm die ik veroorzaakte.  Heelder walmen stof en zand vlogen over mijn oprit.  Echt, de volgende keer wacht ik tot het donker is om dit te doen want ik vermoed dat ze hoofdschuddend tegen elkaar ge-“tssss”-t hebben.  En terecht want het was ongezien.  Misschien moet ik echt wel eens meer mijn auto stofzuigen.

Of gewoon nieuwe automatten kopen.

“…het was kiezen en verliezen, geen weg daar tussenin…”

Ik kan er niet aan doen, het is sterker dan mezelf maar ik krijg altijd de kriebels als ik het woord “ploetermoeder” lees.  Vreselijk woord vind ik.  Er komen altijd van die voorstellingen in mijn hoofd van een vrouw die in een modderpoel vooruit tracht te zwemmen en haar kind(eren) daarbij op haar rug draagt.  Of zoiets.  Ook als iemand antwoordt met “druk druk” als ik vraag hoe het is, dan denk ik altijd direct “oei oei”.  Maar voor velen is dat een positief antwoord.  Ik ervaar het eerder negatief, maar ik hou dan ook van algehele rust, terwijl het hier de laatste tijd toch niet te ontkennen valt: de balans tussen druk en op ’t gemak weegt de laatste maanden toch teveel door naar de verkeerde kant.  Maar ik weiger om hierover te klagen (ook al komt dat nu misschien anders over): ik heb het namelijk zelf veroorzaakt.

Het is al sinds het begin van het jaar een twijfelperiode.  Of eerder een “ik-maak-afwegingen”-periode.  Het is niet zo dat ik twijfel tussen verschillende zaken maar eerder denk van “waar haal ik het meest profijt uit”.  Het klinkt egocentrisch maar het is nodig om zo te redeneren. De gestolen uurtjes zijn de laatste maanden schaars.  Als de kinderen thuis zijn probeer ik mijn mènage-klusjes zo veel mogelijk te beperken.  Het is geen sinecure om een pot kokende aardappelen af te gieten met een peuter die rond je benen draait.  En dan blijkt de poetshulp ineens ziek, net na het weekend uiteraard waarin je vanalles “niet hebt gedaan omdat de poetsvrouw morgen komt”.  Het bureau kon gelukkig een vervangster voorzien.  Ze werd de volgende dag ontvangen met “jah, het is hier wel…euhhh… vuil”.  Haar reactie in gebroken Engels: “No problem, that’s why I’m here” was recht in het doel.  ’t Is eigenlijk waar, waarom maak ik excuses?  Blijkt dat ik die eigenlijk gewoon aan mezelf maak.  Ik moet ook niet dwaas doen: ik verpruts teveel tijd aan sociale media èn ik wil ook veel zelf doen.  Zo maak ik elk jaar met de hand de uitnodigingen voor de verjaardagsfeestjes van de kinderen, met een “echte” foto en tekenpapier.  Het raast dan wel eens in mijn hoofd: “alléé had ik dat nu gewoon laten maken met één of andere fotowebsite dan was de kous af” maar neen, ik sta er ook op om zelf een verjaardagkroon te maken, inclusief meten van hun alsmaar groeiende hoofdje.  En terwijl ik het eerder klungelend doe, de enveloppen schrijven, de cijfers -elk jaar me afvragen waar de tijd gebleven is- uitknippen uit gekleurd papier, dan voel ik me gewoonweg goed.  Met een vleugje Boudewijn De Groot (“Avond“) of Els De Schepper (“Als ik je morgen ergens tegenkom“) op de achtergrond.  Ik ben verre van de creatiefste maar die kleine dingen wil en mag ik niet laten varen.  En dan schiet er een hobby bij in: lezen of bloggen of nog een extra toertje gaan lopen.  Zo stel ik mijn prioriteiten: wat maakt mij op dit moment gelukkiger?  Zeker zijn totje in dit kroontje komende zondag.

IMG_20170420_203230