Page 3 of 7

Ja waarom is dat eigenlijk?

…dat ik zo’n 5-tal blogideetjes in mijn BuJo heb staan maar geen één deftig kan uitschrijven, of er toch minstens een aansluitende tekst van kan maken.

IMG_20170807_202542

…dat sommige mensen hun PMD niet pletten en dan maar gewoon maandelijks twee PMD-zakken buitenzetten? Of meer?  Dat kan gebeuren dat kinderen occasioneel eens een doosje niet plat duwen, of hun blikje achteloos in de blauwe zak deponeren, trots dat ze het wel sorteerden.  Maar toch geen hele zak vol?

…dat diegene die na mij komt in Den Aldi blijft wachten om zijn aankopen op de band te leggen tot ik het tussenschotje op de band zet na mijn gerief .  En er dan nog eens “merci” bij zegt omdat ik dat doe?  Is er een ethische Aldi-code ontstaan waar ik niets vanaf weet?  Beetje zoals bikers hun voetje uitsteken als ze elkaar tegenkomen op de motor?

…dat er vuur spuwt uit de ogen van mijn voorganger als ik durf mijn gerief uitstallen alvorens hij het startsignaal zijnde het tussenschotje zetten heeft gegeven.

…waarom de kassierster mijn gerief al begint in te scannen terwijl mijn voorganger krampachtig zijn portemonnee nog aan het dichtsjorren is en zijn gerief nog niet eens volledig in zijn kar ligt.  Stress voor beide klanten en evenmin tijd gewonnen voor de kassierster toch?

…waarom ik zelfs met een gps op mijn gsm nog kan verdwalen in een stad en gewoon 3,5 keer voorbij mijn gewenste locatie kom alvorens ik hem spot.

IMG_20170807_131248

…waarom mijn kinderen altijd in het deurgat zitten te spelen.  Of op zijn minst er speelgoed parkeren waarmee ze aan het spelen zijn.

…waarom “kom, we gaan in de zetel spelen” gewoonweg nooit een goed idee is.  Idem voor “mag ik confetti maken?” of “mag ik die stok hebben?”.

…waarom mijn iPad geen USBpoort heeft.  Is dat prehistorisch eigenlijk?  Ben ik totaal niet hipster als ik dingen niet kan streamen, blauwetanden of hologrammen kan maken?  Ik ga wel naar Otomat in Gent hé om te eten!

…waarom Apple zo strontduur is.  Ja, het is goed en handig en kwaliteitsvol (al durf ik dat in twijfel trekken na slechte ervaringen), maar waarom zo duur?  119 euro voor een draadloos toetsenbordje.  Honderdnegenentien ja.  Zitten er verrassingen onder de toetsen?  Als ik vier keer op de p druk, komt er dan een manneke met zijn tong eruit gesprongen?

…draaideuren.  Neen,  compleet zinloos.  Wie dat uitgevonden heeft zouden ze eens een hele dag vroegtijdig tussenschotjes op de band van de Aldi moeten laten plaatsen.

…waarom ik voor een biljet voor de tram 17 jaar geleden 1 euro betaalde en hetzelfde traject nu 3 euro kost.  Die gedachte deed me vandaag bijna zwartrijden.  Gelukkig bestaat er zoiets als SMStickets die iets goedkoper zijn (2,15 euro).

…waarom ik -nadat ik toch braaf een SMSticket kocht- toch controle kreeg op diezelfde tram en het dus blijkbaar mijn lucky day was.

…waarom ik niet, maar dan ook COMPLEET NIET, recht kan knippen.  Is dat enkel voor rechtshandigen weggelegd misschien?

IMG_20170807_203709

Neen.

Neen, dat was niet de afspraak.  Het was niet zo voor jou gepland.  Dat je dit leven zou laten zoals je het zelf zag.  Je moest beter worden.  De kleur weer in het leven gaan zien. Het ongeloof primeert.  En ergens, ergens was ik er altijd bang voor.  Dat het deze keer ging lukken.  Dat je erin zou slagen om alles achter te laten.  In jouw zwart, in jouw vermoeide zwart.  Had ik maar.  Kon ik maar.  Was ik maar.  Hoofdschuddend staan we te praten.   Je laat ons achter in verwarring.

“Death suits you dear , like a beautiful coat but then without all the fur” (Tamino, “Cigars”)

Voor jou geldt dit niet, die dood staat jou niet.  Die felgekleurde flamingorok, jouw glimlach en de kwinkslag waarmee je zo vaak het werk kwam verblijden, zo zag ik jou.  Was die glimlach jouw tweede gezicht?  Was er zoveel dat we niet zagen?  Ik weet dat je vaak kwam meelezen hier.  Mijn eindejaarswens: “dat je het zelf goed hebt, dat je je goed in je vel mag voelen en content kan zijn met de dingen die je hebt en reeds bereikte.  Want onder je eigen vel, daar start het allemaal …”  dit was onder meer tot jou gericht.  Maar onder jouw vel vond je het niet fijn wonen.  Zo in de knoop met jezelf dat je er niet meer uitgeraakte.

Neen, de dood staat jou niet.

Over zwaaien en koken

Zondag 10u15: na een langdurig aankleedritueel vertrekken ze.  De drie mannen van mijn leven gaan barbecueën bij oma en opa, ondertussen maak ik me klaar om te gaan werken.  Terwijl de wagen de oprit afdraait vormt de oudste zoon met zijn vingers een hartje naar me.  Dries-Mertens-gewijs.  Ik hart hem terug want dit is te lief.   Na al die jaren went het wel, maar het blijft soms pijn doen om hen te zien vertrekken.  Ik duw nog vlug hun zomerhoedjes en zonnebrillen door het raam van de wagen en roep een luide “love you!!” naar alle drie.  De laaiende airco overheerst mijn stem.

Gisterenavond lachte ik luidop in bed met  “Gelukkig heeft je moeder twee oren” van Wouter Deprez.

IMG_20170620_074129_961

Hij schrijft het zo kort en bondig maar met deze zes lijntjes typeert hij die en vele andere ochtenden in ons huis.  De herkenbaarheid kaatste in mijn gezicht.  Ik wou dat ik zo mooi de dingen kon neerschrijven.   De momenten vastgrijpen in tekst.  Een woordenkooksel net voldoende laten borrelen tot het een sprankelend, perfect-op-punt-gekruide zinnenmassa vormt.  Roerend zodat het niet aanbakt.  Even later de dansende zinnen uitscheppen op een blad, een scherm, de bovenkant van mijn rechterhand.

Ja, koken is een kunst.

“…het was kiezen en verliezen, geen weg daar tussenin…”

Ik kan er niet aan doen, het is sterker dan mezelf maar ik krijg altijd de kriebels als ik het woord “ploetermoeder” lees.  Vreselijk woord vind ik.  Er komen altijd van die voorstellingen in mijn hoofd van een vrouw die in een modderpoel vooruit tracht te zwemmen en haar kind(eren) daarbij op haar rug draagt.  Of zoiets.  Ook als iemand antwoordt met “druk druk” als ik vraag hoe het is, dan denk ik altijd direct “oei oei”.  Maar voor velen is dat een positief antwoord.  Ik ervaar het eerder negatief, maar ik hou dan ook van algehele rust, terwijl het hier de laatste tijd toch niet te ontkennen valt: de balans tussen druk en op ’t gemak weegt de laatste maanden toch teveel door naar de verkeerde kant.  Maar ik weiger om hierover te klagen (ook al komt dat nu misschien anders over): ik heb het namelijk zelf veroorzaakt.

Het is al sinds het begin van het jaar een twijfelperiode.  Of eerder een “ik-maak-afwegingen”-periode.  Het is niet zo dat ik twijfel tussen verschillende zaken maar eerder denk van “waar haal ik het meest profijt uit”.  Het klinkt egocentrisch maar het is nodig om zo te redeneren. De gestolen uurtjes zijn de laatste maanden schaars.  Als de kinderen thuis zijn probeer ik mijn mènage-klusjes zo veel mogelijk te beperken.  Het is geen sinecure om een pot kokende aardappelen af te gieten met een peuter die rond je benen draait.  En dan blijkt de poetshulp ineens ziek, net na het weekend uiteraard waarin je vanalles “niet hebt gedaan omdat de poetsvrouw morgen komt”.  Het bureau kon gelukkig een vervangster voorzien.  Ze werd de volgende dag ontvangen met “jah, het is hier wel…euhhh… vuil”.  Haar reactie in gebroken Engels: “No problem, that’s why I’m here” was recht in het doel.  ’t Is eigenlijk waar, waarom maak ik excuses?  Blijkt dat ik die eigenlijk gewoon aan mezelf maak.  Ik moet ook niet dwaas doen: ik verpruts teveel tijd aan sociale media èn ik wil ook veel zelf doen.  Zo maak ik elk jaar met de hand de uitnodigingen voor de verjaardagsfeestjes van de kinderen, met een “echte” foto en tekenpapier.  Het raast dan wel eens in mijn hoofd: “alléé had ik dat nu gewoon laten maken met één of andere fotowebsite dan was de kous af” maar neen, ik sta er ook op om zelf een verjaardagkroon te maken, inclusief meten van hun alsmaar groeiende hoofdje.  En terwijl ik het eerder klungelend doe, de enveloppen schrijven, de cijfers -elk jaar me afvragen waar de tijd gebleven is- uitknippen uit gekleurd papier, dan voel ik me gewoonweg goed.  Met een vleugje Boudewijn De Groot (“Avond“) of Els De Schepper (“Als ik je morgen ergens tegenkom“) op de achtergrond.  Ik ben verre van de creatiefste maar die kleine dingen wil en mag ik niet laten varen.  En dan schiet er een hobby bij in: lezen of bloggen of nog een extra toertje gaan lopen.  Zo stel ik mijn prioriteiten: wat maakt mij op dit moment gelukkiger?  Zeker zijn totje in dit kroontje komende zondag.

IMG_20170420_203230

 

 

Over ècht luisteren

Het lijkt een beetje alomtegenwoordig of misschien denk ik dat alleen maar.  Ik volg een aantal mensen online (en irl) die te kennen gaven dat ze problemen hebben om zwanger te worden.  Vele keren lees of hoor ik in hun verhaal dat de druk hierrond heel hoog ligt.  Voor veel mensen is zwanger worden ook gewoon een eitje (en een zaadcel, padum!).  Maar er wordt bij bevruchte eitjes niet altijd stilgestaan bij het feit dat het voor veel koppels (of singles) niet van een leien dakje loopt.  Laatst schreef Kelly dat het bij hen ook niet zo eenvoudig is verlopen en dat ze daar weinig over sprak of schreef.  Eva doet dan weer het omgekeerde en gebruikt haar cartoons en (sociale) media om hierover te ventileren.  Als reactie op de post van Kelly schreef ik dat ik maar al te goed begreep waarom ze hier geen ruchtbaarheid aan gaf.  Het valt me op dat in veel reacties mensen hun eigen verhaal willen brengen.  Daarbij wordt niet altijd gereageerd op wat gezegd of geschreven wordt, maar staat er alleen wat ze zelf meegemaakt hebben.  Ik begrijp dat volkomen, een verhaal roept een ervaring op en die wil je delen.  Of iemand voelt zich aangesproken of verdrietig rond een thema en wil dit delen met de persoon die het thema aankaartte.  Sommige mensen reageren misschien ook wel heel ongepast.  Eva tekende zelf een goeie cartoon waarbij ze perfect illustreert wat ik bedoel:

handige tips eva mouton

bron: Facebook Eva Mouton

De cartoon is grappig maar tegelijk ook schrijnend vind ik.  En het is een oefening die ik heel vaak voor mezelf maak als iemand een probleem aankaart: zo gepast mogelijk reageren.  Ik ben er zeker van dat je zoiets kan trainen.  Ik probeer niet vanuit mezelf te vertrekken op dat moment maar vanuit de persoon die voor me zit.  Moeilijk!  Echt moeilijk om niet in het “bij ons was het….” of “je moet eens dit of dat…” te vervallen.  Om niet met tips te strooien of standaard peptalks.

handige tips deel 2

bron: Facebook Eva Mouton

Als er skills zijn die ik me wil aanmeten dan is het wel zoiets.  Erkenning bieden, niet veroordelen, luisteren en gepast reageren.  Ik heb nog een lange weg te gaan…

Het uur

5:46.  De lakens voelen warm en comfortabel, maar toch forceert mijn gedachtestroom mij eruit.  Ik ga “mijn uur” pakken.  Het uur dat ik al enkele weken mis.  Het uur waarop mijn lichaam, mijn hersenpan, mijn handelingen compleet en alleen maar voor mij zijn.  Ik begrijp Frank Vander Linden als hij zingt: de stilte is oorverdovend.  De koffie sijpelt langzaam door de filter.  Een sms van mijn broer die vijf tijdzones verder woont: mijn ouders hebben minstens twee uur vertraging op hun terugreis.  Ik zie de planning van de middag veranderen, het stoofvlees dat gisteren twee uur stond te pruttelen zal nu niet meer samen met hen gegeten kunnen worden.  Ik forceer mijn gedachten terug naar mezelf, stoofvleesissues zijn voor later.  De koffie is klaar.  Als er al een lijst zou bestaan waarop ik de beste momenten van een dag zou quoteren dan zou “de eerst slok koffie” misschien wel op één staan.  Ik besef dat “van thuis uit werken” voor mij echt zou betekenen dat ik nog steeds mijn huis zou moeten verlaten om elders mijn werk te verrichten.  Het zou me ook zwaar vallen om binnen bepaalde uren van een dag een creativiteit op te roepen, de inspiratie om iets te schrijven komt soms op een heel onverwacht moment, als ik met mijn handen ver weg van een toetsenbord ben.  Respect voor freelancers die het klaarkrijgen, die de knop kunnen omdraaien eens ze eraan beginnen.  De ogen toe voor de omgeving, de hersenkronkels op scherp.  “Dat ik de dingen maar eens meer de dingen moet laten zijn” zei hij gisteren tegen mij.  Uit alles wat ik doe stroomt extra werk, extra uren die ik niet meer “mijn uur” kan noemen.  Ik moet voor mezelf uitmaken wat me energie geeft en wat me energie kost, de hele week plannen om een activiteit voor het vrijwilligerswerk op poten te zetten, rondmailen, boodschappen doen, gerief samenrapen.  Ik foeter wel eens.  Maar het moment waarop iedereen de baby’s masseert tijdens de sessie die ik hielp organiseren, als ik de jonge mama’s en de kirrende baby’s fotografeer, dan ontspan ik.  Bij het afwassen van de koffietassen zie ik mijn zonen toekomen met hun vader “wij hebben in een camion gezeten zojuist!!”.  Het gevoel dat mij soms bezighoudt vervalt, want tijdens het vrijwilligerswerk ben ik er niet voor hen maar voor 15 andere mensen met kinderen.  Na de afwas vertrekken we alle vier samen naar huis.  Ik neem me voor om niet meer te stressen over het feit dat ik “mijn uur” nog niet heb gehad.  Het komt wel.  Net als de inspiratie om te schrijven over dat irritante ventje op mijn schouder met zijn tikkend klokje.  Ik probeer hem soms weg te vegen, achterwaarts.  Soms valt hij wel eens, maar altijd, altijd klimt hij vastberaden weer naar boven.  “Neem je uur”.

…en hoe is het nu?

Het hele klets-boem-patat-verhaal is ondertussen bijna één week oud.  Het bracht wel wat teweeg zoals zoveel dingen die je meemaakt:

  • Lippen genezen vlug.  Waar ze vorige week nog mijn neus raakten zien ze er nu alweer gewoon uit, ze zijn nog steeds kapot aan de binnenkant maar elke dag iets minder erg.  Het is ook al een hele vooruitgang dat voedsel nu in mijn mond blijft zitten in plaats van terug op mijn bord te belanden.
  • Tanden herstellen zichzelf vanuit de binnenkant.  De tand is in een constant proces van herstel, althans levende tanden.  Dode tanden weliswaar niet.  Gezien ik in mijn voorste tanden geen gevoel meer had op donderdag en vrijdag ben ik maar eens gaan informeren bij de tandarts wat ik daarmee moest aanvangen.  Toen de tandarts zei dat er wel degelijk barsten in waren begon ik net niet te wenen.  Met je mond open is het echter moeilijk tranen wegslikken.  Barsten in mijn voortanden?  Dan toch?  Ze nuanceerde meteen en zei dat het enkel de glazuurlaag was en dat er wel een kans bestaat dat er een stuk glazuur in het glazuur van mijn cupcake belandt.  De droom waarbij ik al mijn tanden verlies en die liggen te rammelen in mijn mond (toch zo’n typische droom die ik meerdere keren per jaar mag ervaren) zou wel eens op die manier een klein beetje werkelijkheid kunnen worden.  Ik ga er van uit dat alles op zijn plaats zal blijven zitten.  Volgens de tandarts “heb ik heel veel geluk gehad” omdat er geen wortels of tanden gebroken zijn en de voortanden nog leven.  Ik moet nog zeker 6 weken geduld uitoefenen eer de pijn van “de stuik” wegebt en ik ze weer ga kunnen gebruiken.  Gemalen vlees for the win!
  • Er bestaat zoiets als “een spier die bloot ligt”.  Onder je vel hé.  En je kunt daarop duwen, dat deed de kinesiste vandaag.  Ze heeft me ook verzekerd “dat ik nu geen rugpatiënt ben” wat voor mij alvast een grote opluchting was, want: I don’t do pain.  Pijn en ik, dat gaat echt niet samen.  Niet alleen ben ik enorm teerhartig, ik ben absoluut niet graag ziek.  Het duurt ook altijd even voor ik wil erkennen dat er ergens in mijn lichaam iets mis is.
  • Je lichaam kan je geest serieus in de war sturen.  Zo was ik er altijd van overtuigd dat ik een gezond persoon was.  Ik was weinig ziek, had nooit ergens pijn en ik voelde me in perfecte staat, weliswaar regelmatig moe, maar met twee kinderen onder de 6 jaar lijkt me dat wel aannemelijk.  En dan ineens gaat het lichaam tegen dek zonder waarschuwing, zonder voorbode van “hey, doet het eens rustig aan hier”.
  • Pijnmedicatie is serieus.  Vorige week nam ik enkele dagen brufen.  An sich weet ik daar niets van en kan ik niet inschatten of dat zwaar is of niet, maar ik sliep waar ik stond.  Voor mij was dat pure slaapmedicatie.  Ik neem nooit pillen, doe niet aan vitaminen of allerhande kuurtjes om winters door te komen.  Het feit alleen dat ik sliep als een blok deed me stilstaan bij hoe verslavend zo’n dingen kunnen werken.  Ik sliep meer dan ooit en voelde me ’s morgens nog eens kiplekker en pijnvrij.  Ondertussen vroeg ik de huisarts om de medicatie af te bouwen, vandaag zelfs zonder.
  • Er is een beetje schrik.  Dat het nog eens zal gebeuren.  En er komen wel eens “wat als…”-verhalen in mijn hersenpan.  Wat als ik helemaal verkeerd was neergekomen?  Wat als ik alleen was geweest met de kinderen?  Wat als mijn tanden effectief gebroken waren?  Wat als ik boven aan de trap had gestaan?  Wat als, wat als, wat als….?  Ik heb van mezelf altijd aangenomen dat ik goed kan relativeren en dat problemen opgelost worden als ze zich stellen, ik veronderstel dat het zal moeten slijten en dat ik terug vertrouwen moet krijgen in mijn lichaam.
  • Ik ga aan Ilja leren hoe hij iemand moet opbellen indien er zich een noodsituatie voordoet.  Akkoord ik ben ge-“wat als”-t momenteel, maar hij wordt 6 jaar en het lijkt me geen overbodige luxe dat hij dat kan.  Ik wil hem geen schrik aanjagen maar zijn gezond verstand laten spreken in zo’n situatie.  Tips om dit aan te leren zijn meer dan welkom.

 

en niet over Londen, een overload aan mariaspekken, Letterkundeprijzen,…

Het hoofd wil niet goed mee de laatste weken.  Het overzicht, mijn structuur, het loopt een beetje schots en scheef.  Ik probeer alle touwtjes mooi recht te leggen maar als ik terugkijk vind ik ze telkens weer geknobbeld terug.  Ik typ aan een lege tafel maar er liggen nog koekjeskruimels op.  De vaatwasser is leeg maar de vuile afwas staat er nog bovenop.  De living is enigszins proper, maar de bedden moeten dringend ververst worden.  Niets is helemaal in orde.  In mijn hoofd maak ik to-do-lijstjes maar op papier staat er nog niets.  Als ik de wasmachine vul bedenk ik dat het wasproduct bijna op is.  Op mijn mentale boodschappenlijstje noteer ik: wasproduct.  Op mijn mentale to-do-lijstje schrijf ik: to-do-lijstje maken.  En ja, ik zou alles kunnen afwerken terwijl ik deze blogpost typ, maar ook bloggen staat op mijn onbestaande lijstje.  Honderden blogideeën flashen door elkaar.  Weliswaar nog niet uitgeschreven, ik heb nog niet eens een idee hoe ik elke topic tot een waardige tekst moet brengen.  Het is een beetje moeschie in mijn hoofd, maar ik kan er op een eigenaardige manier toch goed mee om.  Het is so not me om niet meteen mijn set gekleurde stiften erbij te nemen en lijstjes te maken.  Mijn brain leeg te dumpen en dat malende hoofd stil te leggen.  Ik geniet er zelfs een beetje van.  Van het niet afstrepen.  Van eventjes brandjes blussen.  Van mijn ratelende zonen.  Van mijn echtgenoot die ik helemaal voor mij alleen had het vorige weekend.  Van de wanorde.  Gestolen momentjes met de dreumes op mijn schoot, conversaties met de kleuter over “hoe de Fransen graag slakken eten” alles komt raak binnen.  Een vluchtige proficiat-mail naar mijn broer nadat ik zijn eerste twee mails onbeantwoord liet.  Doodles die ingevuld geraken, al is het al weken geleden dat je ze opstelde, doodles die meteen ingevuld worden, allemaal ok op zijn eigen manier.  Het is één iets om orde in de chaos te wensen, het is een ander iets om me neer te leggen bij het feit dat het nu iets minder gestructureerd is.  Om door te gaan en te overpeinzen hoe deze blogpost misschien over één van die honderd andere dingen kon gaan.  Om de tekst zijn eigen weg te laten gaan.  Tjah.  Volgende keer beter anders.

 

De Romeo’s mogen mij bellen indien nodig…

Tijdens een dinner party maandagavond hadden we het over materialisme en hoe mensen met minder gerief jaloers kunnen zijn op anderen die het breder hebben.  Ik weet niet goed hoe dat bij mij zo geëvolueerd is, maar ik ben eigenlijk niet jaloers op andermans bezit.  Ja, ik kan geloven dat er nu mensen zijn die denken: “Ja, dat zal wel” of “je hebt hier juist zitten schrijven over die hele bergen speelgoed in uw living” maar het is echt zo.  Ik kan me niet voorstellen dat ik mij slecht zou voelen als iemand anders de nieuwste iPhone in zijn sjakosj heeft en ik het moet doen met een simpel model.  Als mensen op reis gaan ben ik gezond jaloers in die zin dat ik er soms naar verlang om eens weg te zijn van thuis.  Gaan ze naar locaties waar ik zelf naartoe wil, dan zeg ik: “Oh zalig, dat wil ik zelf ook wel nog eens zien”.  Maar ik ben niet ongezond afgunstig op dat moment.  Sommige dingen heb je, andere dingen heb je niet. 

Ik lees veel blogs, ben actief op Instagram en in mindere mate op Facebook.  We worden er constant aan herinnerd dat we iets niet zijn: er zijn mensen die zonder trainen beter en veel vlugger lopen dan ik.  Er zijn bloggers die 1000x beter schrijven en onwijs mooie foto’s integreren.  Sommige mensen slagen erin om meer boeken te lezen, of in elk geval betere boeken.  Anderen hebben dan weer een hoger diploma, een betere functie of kunnen met een privéjet gaan werken.

Het volgende kan misschien melig en onecht overkomen: eigenlijk ben ik gewoon tevreden met wat ik heb.  Misschien komt het voor anderen wel weinig ambitieus over om niet te behoren tot een groep “die altijd maar meer en beter wil”.  Maar als ik zelf niet die drang voel om bepaalde aspecten in mijn leven te gaan verbeteren, om vlugger te lopen, om pittiger te schrijven.  Als ik me ok voel bij het aantal boeken dat ik lees of de kwaliteit ervan.  Niemand hoeft neer te kijken op iemand met een lager diploma ook al wordt dat heel veel gedaan.  We zijn allemaal begonnen met “aap” en “vis”, sommigen zijn iets slimmer, anderen iets handiger.  Sommige vrouwen zijn veel mooier, er zijn er met een strakker lichaam of een gave huid, dat is zo.  Ik streef niet naar een hogere functie.  In de toekomst wil ik  graag nog verder studeren, maar dan zuiver als zelfontplooiing.  Het is goed zoals het nu is.

Over afgunst las ik vandaag een interessant stuk op Charliemagazine.  Ann Joris schrijft:

“Ik kan moeilijk het gevoel wegstoppen dat ik alles wat ik online zie, ook moét doen, moét hebben of moét zijn” 

Ik vrees dat veel mensen zich spiegelen aan de onwerkelijkheid van het internet.  Ja, ik vind het ook gezellig om foto’s te delen, om te schrijven over mijn en ons leven, maar ik doe dit niet om anderen de ogen uit te steken, of met een andere bedoeling dan “gewoon schrijven” of “gewoon de foto delen”.  Als iemand mij verontschuldigend vertelt dat ze mijn blog niet lezen, dan lig ik daar totaal niet wakker van en dat zeg ik hen ook.

Blij kunnen zijn met wat je hebt, dat vind ik de grootste rijkdom.

img_8939

Als je opkijkt van je smartphone, laptop of tablet en je ziet een zonsondergang als deze van daarjuist, dan besef je toch wel dat de mooiste dingen vlak onder je neus liggen.  Het zou verdikke nog een mooie titel voor een schlager kunnen zijn.

 

Zondagavond is voor chillbroeken

Zondagavond.  Het lief drumt.  Op verplaatsing gelukkig.  De roomba stofzuigt de keuken terwijl ik Linus klaarmaak om te gaan slapen.  Hij pruttelt tegen.  Zoals altijd als hij op het verzorgingskussen ligt.  Een kwartier, een grote fles melk en veel keptjes later ligt hij nog na te vertellen van het weekend door de babyfoon.  Vooral het bezoek aan het rusthuis heeft indruk nagelaten.  Hij werd er door elke oma aangesproken en duwde eigenhandig een rolwagen vooruit, jawel, terwijl er iemand in zat.  Ilja kijkt  naar iets kwek-achtig op tv en laat daarbij zijn hoofd al op de boord van de zetel rusten.  Ik poets de keuken terwijl de roomba de gang stofzuigt.  In een mum van tijd is die droog door de avondzon en een zuchtje frisse lucht.  Als Dora begint te zingen van “Het lukte, het lukte, yeah, yes we dit it!” (ik zing altijd mee, ik kan er niet aan doen,ook al is ze semi-irritant) geeft ze het startschot van het slapengaan-ritueel bij Ilja.  Ondertussen ben ik al bezig met het opdrogen van de livingvloer.  Mijn poetshulp komt op dinsdagochtend de hele boel kuisen en op zondagavond is het water alweer donkerbruin als ik het in de spoelbak giet.  Onvoorstelbaar hoe vlug alles vuil wordt.  Om 19u liggen de twee rascals in bed en kan ik mijn stoelen alweer op zijn plaats draaien.  Zondagavonden zijn voor opruimen, in mijn hoofd en in mijn huis.

Ik doe een oude t-shirt aan en de chillbroek die ik van mijn broer “erfde” toen hij verhuisde.  Pieter sloeg hem gisteren al aan, maar vandaag sla ik vlug mijn slag nu hij er niet is.  Ik denk aan Schanulleke.  Ze kwam al twee dagen niet meer thuis.  Ik miste ze toen ik alle deuren openzette om de tocht erin te steken.  Normaal catwalkt ze altijd door mijn natte vloer waarop ik haar steevast terug buitenjaag.  Het eten dat ik deze middag in haar bordje legde is onaangeroerd gebleven…Als dat maar goed komt.

Zondagavond is er tijd om het hoofd leeg te maken, niets speciaals meer te doen.  En aan de kat te denken.

img_20160925_194252.jpg