“Van mij zou het geen waar zijn!”
Ik ben uitgevlogen naar mijn echtgenoot deze ochtend. Terwijl ik een moeilijke situatie uiteendeed kwam hij na vier zinnen al op de proppen met negatieve kritiek. Hij kan er niet mee om dat ik me soms in dingen frustreer en hij mij daarbij niet altijd kan helpen. Dus probeert hij een oplossing te zoeken voor mijn probleem, of een eigen mening te geven omdat ik zelf eventjes negatief ben. Dat doet een geliefde denk ik. Zijn partner proberen te helpen waar nodig, support vanop de zijlijn, samen tegen de rest. Maar soms is het helemaal niet nodig om mij te helpen. Of om mijn negativiteit te voeden met meer negativiteit. De meeste problemen waar hij niets mee te maken heeft los ik zelf op, of ik zoek hulp binnen het entourage dat nodig is om het probleem aan te pakken. Soms wil ik gewoon eens kunnen ventileren. Eens verzuchten. Een keer fretten en zagen. Alléé, je kent dat toch wel? Maar het ligt in de aard van de mens om met oplossingen af te komen. Of om iemand met raad en daad bij te staan. “Ik zou het zo aanpakken” of “Je moet dat zeggen!”. Tijdens onze opleiding hebben we er meer dan genoeg oefeningen moeten rond maken: erkenning bieden. Het is hetgeen mij het meeste is bijgebleven van mijn studie orthopedagogie (behalve natuurlijk een fantastische bende vriendinnen). Het is dan ook tegelijk het moeilijkste dat ik ooit heb moeten leren. Gewoon eens zeggen “hoh, amaai, dat klinkt alsof het moeilijk is voor jou” in plaats van “je kunt dit of dat doen” of “zou je niet eens…”, geen oplossingen, gewoon luisteren naar het verhaal, en reageren op de boodschap zonder oordeel of zonder grote vraagtekens te plaatsen. Zo moeilijk. En hey, ik ben er dan ook geen specialist in, ik zou het heel graag beter willen kunnen, omdat ik zelf aanvoel dat het bij mij werkt, die aanpak.
En ohja, het was ook niet zo lief van mij om uit te halen naar hem. Dat besef ik maar al te goed. En dat hij het goed bedoelt. Dat ook.












